Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 april 2016
gepubliceerd op 18 mei 2016

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het sectorakkoord voor de jaren 2015-2016

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015206078
pub.
18/05/2016
prom.
22/04/2016
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 APRIL 2016. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het sectorakkoord voor de jaren 2015-2016 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2015, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het sectorakkoord voor de jaren 2015-2016.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 april 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2015 Sectorakkoord voor de jaren 2015-2016 (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 2015 onder het nummer 129083/CO/119) Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren.

Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld.

A. Koopkracht 1. Loonenveloppes De loonenveloppes vermeld in de wet van 28 april 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2015 pub. 13/05/2015 numac 2015022159 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende bepalingen betreffende de pensioenen van de publieke sector type wet prom. 28/04/2015 pub. 30/04/2015 numac 2015012133 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot instelling van de maximale marge voor loonkostenontwikkeling voor de jaren 2015 en 2016 sluiten worden aan de arbeiders toegekend volgens de volgende modaliteiten : Enveloppe van 0,5 pct.van de brutoloonmassa : Toekenning van een bruto jaarpremie van 140 EUR die omgezet kan worden mits akkoord van de syndicale afvaardiging, in één van de volgende voordelen : - verhoging van het patronale gedeelte van de maaltijdcheque ten belope van 0,86 EUR per maaltijdcheque; - toekenning van ecocheques ten belope van een jaarlijks bedrag van 190,40 EUR; - storting van een jaarlijks bedrag buiten taxen van 174,90 EUR in een groepsverzekeringsplan, met inachtneming van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/05/2014 numac 2014022177 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen en tot invoering van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor werknemers en houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen sluiten houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen.

Enveloppe van 0,3 pct. van de loonmassa : Mits akkoord van de syndicale afvaardiging of mits beslissing van de werkgever in de bedrijven zonder syndicale afvaardiging kan deze enveloppe worden omgezet in één van de volgende voordelen : - toekenning van een bruto jaarpremie van 50 EUR; - verhoging van het patronale gedeelte van de maaltijdcheque ten belope van 0,32 EUR per maaltijdcheque; - toekenning van ecocheques ten belope van een jaarlijks bedrag van 71,13 EUR; - storting van een jaarlijks bedrag buiten taxen van 65,34 EUR in een groepsverzekeringsplan, met inachtneming van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/05/2014 numac 2014022177 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen en tot invoering van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor werknemers en houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen sluiten houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen.

Voor de 2 enveloppes, bij gebrek aan omzetting vóór 15 november 2015 zal automatisch de sectorale suppletieve regeling van de brutopremie van toepassing zijn.

De brutopremies worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari volgens de regels van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2009 betreffende de indexering van de lonen.

Betaling van de enveloppes De brutopremie of de gekozen voordelen zullen voor het eerst betaald worden in januari 2016.

De brutopremie, de ecocheques of de premie te storten in het groepsverzekeringsplan zullen aan de deeltijdse arbeiders betaald worden in verhouding tot hun prestaties.

Aan de arbeiders met een onvolledig dienstjaar in het voorgaande kalenderjaar, zullen de brutopremie, ecocheques of groepsverzekeringspremie betaald worden volgens de pro rata regeling die bestaat voor de januaripremie.

B. Langer werken 1. Conventioneel brugpensioen op 60 jaar De leeftijd voor het conventioneel brugpensioen wordt behouden op 60 jaar tot 31 december 2017, daarbij rekening houdend met de wettelijke voorwaarden.2. Brugpensioen bij zwaar beroep In het kader van collectieve arbeidsovereenkomst nr.111 en artikel 3, § 3 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt aan de ontslagen werknemers, die in de periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2016, 58 jaar of ouder zijn, het voordeel van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegekend. 3. Tijdskrediet eindeloopbaan In toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr.118 kunnen werknemers toegang krijgen tot het recht op uitkeringen voor landingsbanen vanaf 55 jaar op voorwaarde dat zij beantwoorden aan één van de voorwaarden opgesomd in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 118. 4. Onderzoek en seminarie Het sociaal fonds zal een onderzoek laten uitvoeren door een externe partner, op grond van een lastenboek met tenminste de volgende punten : - een ruim onderzoek voeren bij een representatieve groep van bedrijven van Paritair Comité voor de handel in voedingswaren; - binnen de bedrijven de functies of taken identificeren die het behoud op het werk tot de wettelijke pensioenleeftijd kunnen bemoeilijken; - de analyse voeren op grond van objectieve criteria; - een bijzondere aandacht besteden aan het werk in de kou en in de diepvriezers; - een analyse maken van de mogelijke oplossingen om de arbeiders zolang mogelijk aan het werk te houden; - een verslag opstellen in de twee nationale landstalen voor te stellen tijdens een seminarie.

Het sociaal fonds zal een seminariedag organiseren voor de werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers, volgens dezelfde structuur als het seminarie over het werk in de kou uitgevoerd in het kader van het sectorakkoord 2013-2014. 5. Eindeloopbaandagen Het systeem van de eindeloopbaandagen wordt behouden voor de arbeiders die onder de voorwaarden vallen van het SWT op 58 jaar, namelijk : - 3 eindeloopbaandagen voor de arbeiders van 58 jaar die voldoen aan de voorwaarden van SWT op 58 jaar zoals voorzien door de nationale en sectorale regelingen. Vanaf 1 januari 2016 worden aan elke arbeider van 60 jaar of meer met minimum 10 jaar anciënniteit jaarlijks 5 eindeloopbaandagen toegekend.

Voor deeltijdse arbeiders wordt het recht op eindeloopbaandagen geproratiseerd.

Deze eindeloopbaandagen zijn onderling niet cumuleerbaar (het meest voordelige regime is van toepassing) en worden vastgelegd in onderling overleg tussen werkgever en arbeider.

Het recht op deze eindeloopbaandagen tast het recht op eventueel conventioneel bepaalde anciënniteitsdagen op ondernemingsniveau niet aan.

Op 1 januari van het jaar X wordt gekeken of de arbeider aan de vereiste leeftijds- en anciënniteitsvoorwaarde voldoet en in voorkomend geval recht heeft op SWT, en zich niet in opzeg bevindt.

In dat geval heeft de arbeider recht op de eindeloopbaandagen zoals hierboven bepaald, ook al zou zijn arbeidsovereenkomst in de loop van het jaar X beëindigd worden door de werkgever met naleving van een opzeggingstermijn.

Indien de betekende opzeggingstermijn over twee kalenderjaren loopt (X en X+l) dan heeft de arbeider geen recht op eindeloopbaandagen voor het jaar volgend op het jaar van de ingang van de opzeggingstermijn, 't is te zeggen voor het jaar X+l. 6. Peterschap-meterschapssysteem De arbeiders van 55 jaar en ouder die aangeduid zijn door de werkgever kunnen een mentoropleiding volgen op kosten van het sociaal fonds. Mits het bekomen van het attest van mentor of een gelijkwaardig document worden de betrokken arbeiders opgenomen op een interne lijst voor elk bedrijf.

Op vraag van de werkgever leiden de op de lijst opgenomen mentors de medewerkers op, in groep of individueel, met behoud van hun loon.

C. Tijdskrediet De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst wordt aangepast rekening houdend met de opmerkingen van de FOD Werk.

Het recht op tijdskrediet met motief gedurende 36 maanden wordt behouden net zoals het recht op een vermindering van de arbeidsprestaties met 1/5 voor de arbeiders die 50 jaar of ouder zijn en die voorafgaand een beroepsloopbaan van ten minste 28 jaar hebben volgens de modaliteiten van de bestaande sector-collectieve arbeidsovereenkomst en met inachtneming van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 en haar eventuele toekomstige aanpassingen.

Het recht op tijdskrediet met motief gedurende 48 maanden zal worden omgezet in een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst zodra een interprofessionele collectieve arbeidsovereenkomst het mogelijk maakt.

D. Sociaal fonds 1. Bestaanszekerheid - Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering bij collectief ontslag wordt vanaf 1 januari 2016 op 4,00 EUR per dag gebracht. - Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering bij langdurige ziekte wordt vanaf 1 januari 2016 op 4,00 EUR per dag gebracht. - Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens overmacht wordt vanaf 1 januari 2016 op 4,00 EUR per dag gebracht. - Het bedrag van de bestaanszekerheidsuitkering bij tijdelijke werkloosheid wordt vanaf 1 januari 2016 op 4,00 EUR per dag gebracht. 2. Bijdrage risicogroepen De bijdrage van 0,10 pct.voor de risicogroepen wordt verlengd en gebruikt voor opleidingsinitiatieven, tewerkstellingspremies en het invoeren van een premie voor de kinderopvang.

Overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013024072 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot vaststelling van de door de aardappelproducenten verschuldigde tijdelijke crisisbijdragen voor het vergoeden van verliezen ingevolge maatregelen tegen schadelijke organismen sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4e lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april 2013), dient 0,05 pct. van de loonmassa aan te rekenen op de voornoemde bijdrage van 0,10 pct., voorbehouden te worden ten gunste van één of meerdere groepen opgesomd in artikel l van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013024072 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot vaststelling van de door de aardappelproducenten verschuldigde tijdelijke crisisbijdragen voor het vergoeden van verliezen ingevolge maatregelen tegen schadelijke organismen sluiten. Van deze 0,05 pct. dient de helft besteed te worden aan de werknemers bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit. 3. Beroepsopleiding Het maximaal budget voorzien voor de subsidies voor opleiding wordt behouden op 1.400.000 EUR voor de jaren 2015 en 2016, met een garantie voor de micro-ondernemingen van 300 EUR per onderneming en per jaar (met een gegarandeerd budget van 150.000 EUR binnen het bovenvermeld maximaal budget).

De onderneming die een tussenkomst van het sociaal fonds wenst te bekomen voor de financiering van de beroepsopleiding kan haar dossier rechtstreeks indienen bij het sociaal fonds of via een werkgeversfederatie.

De onderneming kan vrij de leverancier van de opleiding kiezen.

De opleidingsdossiers moeten voldoen aan de voorwaarden van de collectieve arbeidsovereenkomst "beroepsopleiding" die onder andere de melding voorziet van het al dan niet behoren van de arbeiders tot de risicogroepen vermeld in het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013024072 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot vaststelling van de door de aardappelproducenten verschuldigde tijdelijke crisisbijdragen voor het vergoeden van verliezen ingevolge maatregelen tegen schadelijke organismen sluiten.

De ondernemingsraad (of bij gebreke daaraan de vakbondsafvaardiging) wordt geconsulteerd over de opleidingsplannen.

De werkgever zal jaarlijks de ondernemingsraad informeren met betrekking tot de ontvangen tussenkomsten van het "Sociaal Fonds 119" voor de beroepsopleiding. 4. Kinderopvang Voor de jaren 2016 en 2017 zal via het sociaal fonds een tussenkomst gebeuren in de kost van de kinderopvang onder de volgende voorwaarden en modaliteiten : - voor de arbeiders met minimum 12 volledige maanden dienst in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren en verbonden door een arbeidsovereenkomst op het moment van de opvang van het kind; - voor de kinderen van deze arbeiders van 0 tot 3 jaar; - opvang in een erkende kinderkribbe, peutertuin of onthaalmoeder; - 1 EUR per dag effectieve opvang per kind en per arbeider-ouder, op basis van het fiscaal attest, met een maximum van 200 EUR op jaarbasis per kind en per ouder; - indien de voorwaarden vervuld zijn, wordt de tussenkomst toegekend aan elk van de 2 ouders.

De aanvragen zullen prioritair ingediend worden bij de werkgevers, die aan het sociaal fonds een volledig dossier per aanvraag overmaken met de nodige stavingstukken.

De modaliteiten zullen heronderhandeld worden, wanneer er een sociale zekerheidsbijdrage op zou verschuldigd zijn.

Eind 2016 vindt een evaluatie plaats van het systeem. 5. Tewerkstellingspremies en ingroeibanen De tewerkstellingspremie wordt gebracht op 1 569,46 EUR. Dit bedrag wordt verhoogd tot 2.354,19 EUR indien de aangeworven arbeider minder dan 26 jaar is op het moment van de aanwerving en behoort tot de risicogroepen zoals opgenomen in artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013024072 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot vaststelling van de door de aardappelproducenten verschuldigde tijdelijke crisisbijdragen voor het vergoeden van verliezen ingevolge maatregelen tegen schadelijke organismen sluiten.

De arbeiders jonger dan 26 jaar die tot de risicogroepen behoren zoals opgenomen in artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013200702 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 42/1 van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 11/03/2013 numac 2013024072 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot vaststelling van de door de aardappelproducenten verschuldigde tijdelijke crisisbijdragen voor het vergoeden van verliezen ingevolge maatregelen tegen schadelijke organismen sluiten kunnen een opleiding krijgen door een mentor zoals vermeld in het hoofdstuk over peterschap-meter-schapssysteem van huidig akkoord.

De loonkosten van de mentor gedurende deze opleiding worden door het sociaal fonds ten laste genomen op grond van bewijsstukken en na goedkeuring door de raad van bestuur van het sociaal fonds.

Een maximaal budget van 100.000 EUR per jaar wordt voor dit laatste initiatief voorbehouden.

E. Evolutie van de sector en e-commerce 1. Gezamenlijke aanbeveling De sociale partners van Paritair Comité voor de handel in voedingswaren zullen een gezamenlijke aanbeveling opstellen gericht naar de Minister van Werk teneinde een uitzondering op de regels van nachtarbeid in te voeren in de arbeidswet zodat nachtwerk in de logistiek voor e-commerce mogelijk wordt, niettegenstaande de toepassing van artikel 38 van de arbeidswet.2. Sectorale werkgroep Een sectorale werkgroep zal worden opgesteld om de toekomst van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren grondig te onderzoeken, rekening houdend met de eigenheden van de logistiek van de voedingshandel, zoals met de noden aan flexibiliteit en de potentiële aanvragen op grond van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42.

F. Verlenging van akkoorden 1° Koninklijk besluit rusttijden.2° Verlenging van de paritaire aanbevelingen. De volgende aanbevelingen blijven gelden voor de periode 2015-2016 : - De aanbeveling van 10 april 1991 over het zondagwerk; - De aanbeveling van 29 juni 1995 inzake deeltijds werk; - De aanbevelingen van 29 juni 1995 betreffende de waarborg van tewerkstelling; - De aanbeveling van 29 juni 1995 inzake uitzendarbeid; - De aanbeveling van 13 juli 1978 inzake overuren; - De aanbeveling van 31 januari 2014 inzake overstap van zwaar naar lichter werk; - De aanbeveling van 31 januari 2014 met betrekking tot de blootstelling aan koude (thermische omgevingsfactoren). 3° Akkoord aanmoedigingspremies Vlaamse Gewest. Opmerking : De hierna verstreken collectieve arbeidsovereenkomsten, die voor bepaalde tijd werden gesloten, zullen zonder onderbreking verlengd worden voor de periode 2015-2016 : - Tewerkstelling en vorming (aanwervingspremies); - Werkkledij; - Overuren (91 uren); - Afwijkingen van de vijfdagenweek; - Rusttijden; - Jaarlijkse premie; - Bestaanszekerheid.

G. Sociale vrede De werknemers- en werkgeversorganisaties verbinden zich ertoe om geen andere eisen te stellen, die verder gaan dan de toepassing van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, en dit noch op nationaal niveau, regionaal niveau, of op het niveau van de ondernemingen en om geen conflict uit te lokken of te ontketenen.

H. Duur van het akkoord Het akkoord is van toepassing van 29 juni 2015 tot en met 30 juni 2017, onder voorbehoud van voorafgaande bevestiging door de FOD Werk van de wettigheid van het akkoord en met uitzondering van : - de bepalingen inzake SWT op 58 jaar die ophouden van kracht te zijn op 31 december 2016, en - de bepalingen inzake SWT op 60 jaar die ophouden van kracht te zijn op 31 december 2017, en - het advies aan de minister voor de afwijkingen arbeidsduur, waar een geldigheidsduur gevraagd wordt tot en met 31 oktober 2017, en - het akkoord over de aanmoedigingspremies die afgesloten wordt tot en met 31 augustus 2017.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 april 2016.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^