Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 augustus 2002
gepubliceerd op 04 oktober 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2001 betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012920
pub.
04/10/2002
prom.
22/08/2002
ELI
eli/besluit/2002/08/22/2002012920/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2001 betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2001 betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 22 augustus 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de uitzendarbeid Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2001 betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten (Overeenkomst geregistreerd op 29 januari 2002 onder het nummer 60749/CO/322) Kader en doelstelling van deze collectieve arbeidsovereenkomst

Artikel 1.Door het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten wensen de ondertekenende partijen zich in te schrijven in de engagementen genomen in het Interprofessioneel Akkoord van 22 december 2000.

Toepassingsgebied

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : a. de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, met uitsluiting van de uitzendbureaus die erkend zijn om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (P.C. 124); b. de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3 van genoemde wet van 24 juli 1987, met uitsluiting van de uitzendkrachten die in dienst zijn van een uitzendbedrijf dat erkend is om activiteiten uit te oefenen in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf (P.C. 124).

Inspanningen inzake vorming van uitzendkrachten

Art. 3.De werkgever verbindt er zich toe bijkomende vorming en opleiding te voorzien voor de uitzendkrachten.

Ter ondersteuning van deze maatregel betaalt de werkgever aan het « Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten » de bijdrage van 0,30 pct. op het loon voorzien in artikel 14, c), van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 betreffende het « Fonds voor bestaanszekerheid voor de uitzendkrachten », voor de verwezenlijking van artikel 3, 9°, van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst. In correlatie hiermee staat een trekkingsrecht ten gunste van de werkgevers die aantonen vormingsinspanningen te hebben geleverd. De modaliteiten tot uitoefening van dit trekkingsrecht worden door het « Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten » vastgesteld.

Directe werking

Art. 4.Deze overeenkomst heeft een directe werking. Alle werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid zijn er automatisch door gebonden.

Duur van de overeenkomst

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001.

Zij wordt gesloten voor een bepaalde duur en verstrijkt op 31 december 2002.

Zij kan, mits een opzeggingstermijn van 3 maanden in acht wordt genomen, door elk van de partijen worden opgezegd met een aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^