Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 augustus 2002
gepubliceerd op 24 september 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen die sigaren en cigarillo's vervaardigen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012945
pub.
24/09/2002
prom.
22/08/2002
ELI
eli/besluit/2002/08/22/2002012945/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen die sigaren en cigarillo's vervaardigen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen die sigaren en cigarillo's vervaardigen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 maart 1990;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen die sigaren en cigarillo's vervaardigen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 22 augustus 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 27 maart 1990, Belgisch Staatsblad van 8 mei 1990.

Bijlage Paritair Comité voor het tabaksbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de onderneming die sigaren en cigarillo's vervaardigen (Overeenkomst geregistreerd op 19 oktober 2001 onder het nummer 59225/CO/133.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die sigaren en cigarillo's vervaardigen en onder het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf ressorteren.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en de arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Beschikkingen

Art. 2.Artikel 3 alinea 1, 2 en 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen die sigaren en cigarillo's vervaardigen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 maart 1990 (Belgisch Staatsblad van 8 mei 1990) wordt vervangen door volgende bepaling : « Artikel 3, alinea 1, 2 en 3. De minimumlonen voor de meerderjarige werknemers worden als volgt vastgesteld voor een arbeidsweek van 36 u. 30' in het raam van de maximale marge voor de loonkostenontwikkeling voor de jaren 2001-2002 die in aansluiting op de mogelijkheid voorzien in het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 is vastgesteld op 6 pct. indexaanpassingen inbegrepen".

Rekening houdende met een eerste loonsverhoging voorzien in deze loonmarge op 1 april 2001 die 0,12 EUR/ uur bedraagt en toe te passen is op de bestaande conventionele lonen en op de effectief uitbetaalde lonen, bedragen de minimumuurlonen op 1 april 2001 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze bedragen stemmen overeen met het gemiddelde van de viermaandelijkse indexcijfers van het eerste kwartaal 2001, zijnde 106,53.

Een tweede verhoging is onder dezelfde voorwaarden voorzien op 1 april 2002 die 0,10 EUR/ uur bedraagt met dien verstande dat een eventuele laatste verhoging wordt toegepast op 1 oktober 2002, na berekening op die datum van de som over de twee jaar van de indexaanpassingen en de toegepaste loonsverhogingen en aan te rekenen op de beschikbare marge van 6 pct.

De basis voor de berekening van de 6 pct. is als volgt vastgesteld : het conventioneel uurloon van de maand januari 2001 voor de 3e categorie, zijnde 9,3034 EUR/ uur tegenover het conventionele uurloon voor dezelfde categorie van de maand oktober 2002 waarbij de lonen effectief op 1 oktober 2002 worden aangepast.

Op 1 oktober 2001 wordt daarenboven een eenmalige brutopremie toegekend van 86,76 EUR, met inbegrip van een eurominikit voor zover deze mogelijkheid door de bevoegde instanties wordt voorzien, in mindering te brengen op de eenmalige brutopremie en toe te kennen zodra mogelijk vanaf 1 oktober 2001, doch uiterlijk op 15 december 2001.

Deze premie wordt toegekend op basis van de mogelijkheid voorzien in eerder genoemd interprofessioneel akkoord van 22 december 2000 een uitzonderlijke en niet recurrente extra inspanning te leveren van maximaal 0,40 pct. van de uurloonkost. »

Art. 3.Artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst genoemd in artikel 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 4.Vanaf 1 april 2001 hebben alle werknemers jonger dan 20 jaar recht op het loon aan 100 pct. voor zover zij met de onderneming verbonden zijn door om het even welke overeenkomst sinds meer dan drie maanden; voor de eerste drie maanden hebben zij recht op 90 pct. »

Art. 4.Artikel 22 van de collectieve arbeidsovereenkomst genoemd in artikel 2 wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 22.De werkgever wendt alle middelen aan om werkloosheid te voorkomen. Wanneer echter, na overleg met de ondernemingsraad of, bij ontstentenis hiervan, met de syndicale afvaardiging, blijkt dat werkloosheid onvermijdelijk is, tracht de werkgever een arbeidsstelsel met beurtregeling in te voeren.

In geval van werkloosheid wordt door de ondernemingen die gemiddeld meer dan 2 000 kg ruwe tabak verwerken, vanaf 1 januari 2001 een bestaanszekerheidsuitkering betaald van 4,8513 EUR. Dit bedrag stemt overeen met het gemiddelde van de viermaandelijkse indexcijfers van het 4de kwartaal 2000, zijnde 106,10. »

Art. 5.Artikel 23 van de collectieve arbeidsovereenkomst genoemd in artikel 2 wordt vervangen door artikel 24, artikel 25 vervangt artikel 24, artikel 26 vervangt artikel 25, artikel 27 vervangt artikel 26 en een nieuw artikel 27 wordt ingevoegd : «

Artikel 27.C . Carensdag Vanaf 1 april 2001 wordt de carensdag voorzien bij artikel 52 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten afgeschaft en valt ten laste van de werkgever. »

Art. 6.Rekening houdende met artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt alinea 2 van het nieuw artikel 24 omtrent de afscheidspremie vervangen door de volgende bepaling : « Artikel 24, alinea 2. Vanaf 1 januari 2001 hebben de wegens gebrek aan werk ontslagen werknemers recht op het saldo van de afscheidspremie die hen wordt toegekend na afloop van de opzegtermijn. » In alinea 1 worden de woorden "bij artikel 23" vervangen door "bij artikel 22", en in het nieuw artikel 25, alinea 1 worden de woorden "bij artikel 25" vervangen door "bij artikel 24".

Art. 7.Artikel 28, alinea 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst genoemd in artikel 2 wordt vervangen door volgende bepaling : « Artikel 28, 1e alinea. Vanaf 1 januari 2001 wordt het anciënniteitsverlof vastgesteld op : 1 dag verlof voor 4 tot en met 8 dienstjaren; 2 dagen verlof voor 9 tot en met 13 dienstjaren; 3 dagen verlof voor 14 tot en met 18 dienstjaren; 4 dagen verlof voor 19 tot en met 23 dienstjaren; 5 dagen verlof voor 24 tot en met 28 dienstjaren; 6 dagen verlof voor 29 tot en met 33 dienstjaren; 7 dagen verlof voor 34 dienstjaren of meer".

Een nieuwe alinea 2 wordt ingevoegd : « Vanaf 1 januari 2001 wordt het anciënniteisverlof toegepast volgens de arbeidstijd waarin de werknemer is tewerkgesteld op datum van opname van het anciënniteitsverlof : dit houdt in dat bij een deeltijdse betrekking het verlof wordt toegepast op basis van het arbeidsregime van deze deeltijdse betrekking en dat bij opnieuw overschakelen naar een voltijdse betrekking dit verlof opnieuw wordt toegepast volgens het arbeidsregime van de voltijdse betrekking. » HOOFDSTUK III. - Overgangsmaatregelen

Art. 8.De artikelen of onderdelen ervan die in de eerste rij en de eerste en vierde kolom van de volgende rij(en) van onderstaande tabel worden vermeld, hebben betrekking op deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Voor de bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van de tabel gelden vanaf de dag van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in de derde kolom.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK IV. - Duurtijd - Geldigheid Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en heeft dezelfde geldigheidsduur als de collectieve arbeidsovereenkomst die zij wijzigt.

Ieder der contracterende partijen kan deze overeenkomst opzeggen, mits een opzeggingstermijn van 3 maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het tabakbedrijf en aan elk der contracterende partijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 200 2.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^