Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 augustus 2006
gepubliceerd op 05 september 2006

Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 154 en 155 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006012401
pub.
05/09/2006
prom.
22/08/2006
ELI
eli/besluit/2006/08/22/2006012401/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 AUGUSTUS 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 154 en 155 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, § 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 154, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 mei 1999 en 29 juni 2000, en 155, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2000;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 1 december 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financïen, gegeven op 6 februari 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 20 april 2006;

Gelet op advies 40.618/1 van de Raad van State, gegeven op 29 juni 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 154 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 mei 1999 en 29 juni 2000, worden tussen het tweede en het derde lid de volgende leden ingevoegd : « De duur van de uitsluiting wordt bepaald op ten minste 27 weken en ten hoogste 52 weken wanneer de werkloze bovendien : 1° hetzij arbeidt voor een werkgever terwijl hij weet of moet weten, inzonderheid omdat hij van deze werkgever nooit sociale documenten heeft ontvangen, dat de werkgever zijn tewerkstelling niet of niet tijdig heeft meegedeeld aan de instelling die belast is met de inning van de socialezekerheidsbijdragen;2° hetzij arbeidt voor een werkgever terwijl de schorsing van de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst is meegedeeld zoals voorzien door of krachtens de artikelen 49, 50 of 51 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, en de verplichtingen van het eerste lid niet naleeft ten einde te kwader trouw uitkeringen te verkrijgen waarop hij geen recht heeft;3° hetzij arbeidt voor een werkgever als deeltijdse werknemer en de verplichtingen van het eerste lid niet naleeft ten einde te kwader trouw uitkeringen te verkrijgen waarop hij geen recht heeft;4° hetzij arbeidt voor zichzelf terwijl die arbeid een specifiek professioneel karakter heeft, ofwel door het voeren van reclame om cliënteel te winnen, ofwel door het aanbieden van bijzonder voordelige prijsvoorwaarden, ofwel door zijn omvang en zijn technische aard, ofwel door zijn frequentie, ofwel door het aanwenden van materialen of van werktuigen die doorgaans niet gebruikt worden voor een activiteit die als hobby wordt verricht. Bij herhaling verliest hij het recht op uitkeringen. De uitsluiting houdt eerst op wanneer de werkloze opnieuw voldoet aan de toelaatbaarheidsvereisten gesteld door de artikelen 30 tot 34. »

Art. 2.In artikel 155 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 juni 2000, worden in het eerste lid de woorden « ten minste 1 en ten hoogste 26 weken » vervangen door de woorden« ten minste 27 weken en ten hoogste 52 weken ».

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 4.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 22 augustus 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944; Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961;

Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991;

Koninklijk besluit van 3 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 23 juni 1999;

Koninklijk besluit van 29 juni 2000, Belgisch Staatsblad van 13 juli 2000.

^