Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 december 1998
gepubliceerd op 17 april 1999

Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van de provisionele kredieten ingeschreven in het programma 19-53-2 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998

bron
ministerie van financien en ministerie van ambtenarenzaken
numac
1999002201
pub.
17/04/1999
prom.
22/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/22/1999002201/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van de provisionele kredieten ingeschreven in het programma 19-53-2 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 december 1997 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, inzonderheid op artikel 2.19.3;

Gelet op de wet van 5 juli 1998 houdende tweede aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998;

Overwegende dat op het programma 19-53/2 van de algemene uitgaven begroting voor het begrotingsjaar 1998 een provisioneel krediet is ingeschreven ten belope van 24,6 miljoen frank, bestemd voor de uitvoering van opleidingsactiviteiten in de verschillende departementen en parastatalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister van Ambtenarenzaken en van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een niet-gesplitst krediet ten belope van 3 820 468 frank wordt afgenomen van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 19-53/2 van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, en wordt verdeeld overeenkomstig de bijgevoegde tabel.

De in de tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten welke onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 1998.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Begroting, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR

Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons Besluit van 22 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR

^