Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 december 2005
gepubliceerd op 16 januari 2006

Koninklijk besluit houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium

bron
programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid
numac
2006021002
pub.
16/01/2006
prom.
22/12/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikelen 37 en 107, tweede lid van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 juni 2001 houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003;

Gelet op de voorstellen geformuleerd door de Algemeen Directeur van het Instituut in haar brief van 12 oktober 2005;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Wetenschappelijke Raad van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium wordt als volgt samengesteld : a) De Algemeen Directeur van de instelling, dat ambtshalve lid is;b) leden van het leidinggevend wetenschappelijk personeel van de instelling; - Mevr. C. Ceulemans wd. Departementshoofd; - Mevr. H. De Clercq, wd. Departementshoofd. c) wetenschappelijke prominenten gekozen buiten de instelling : - Mevr.K. Bartik, professor aan de "Université libre de Bruxelles"; - de heer P. Hoffsummer, professor aan de "Université de Liège"; - Mevr. K. Van der Stighelen, professor aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Art. 2.De in artikel 1, b) en c) vermelde leden worden benoemd voor een mandaat van vier jaar.

Art. 3.De Voorzitter zal worden gekozen onder de leden vermeld in artikel 1, c).

Art. 4.De Algemeen Directeur van de instelling zal het ondervoorzitterschap van de Raad waarnemen.

Art. 5.Het mandaat van de leden van de Wetenschappelijke Raad van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, zoals samengesteld bij koninklijk besluit van 21 juni 2001, wordt verlengd voor de periode van 24 juli 2005 tot de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 6.Het koninklijk besluit van 21 juni 2001 houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Art. 8.Onze Minister van Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN

^