Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 februari 2005
gepubliceerd op 10 maart 2005

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2000 tot vervanging van het koninklijk besluit van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2005011116
pub.
10/03/2005
prom.
22/02/2005
ELI
eli/besluit/2005/02/22/2005011116/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 maart 2000 tot vervanging van het koninklijk besluit van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op artikel 5, § 1, eerste lid, 1° en 3°;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 maart 2000 tot vervanging van het koninklijk besluit van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen, inzonderheid op artikel 2, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 november 2003;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, gegeven op 14 mei 2004;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 24 mei 2004;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Overwegende de Richtlijn 2003/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 maart 2003 tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de kwaliteit van benzine en dieselbrandstof;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 37.775/1, gegeven op 25 november 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie en Energie, van Onze Minister van Volksgezondheid, van Onze Minister van Middenstand, van Onze Minister van Werk en van Onze Minister van Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 maart 2000 tot vervanging van het koninklijk besluit van 26 september 1997 betreffende de benamingen, de kenmerken en het loodgehalte van de benzines voor motorvoertuigen, vervangen bij het koninklijk besluit van 30 november 2003, wordt vervangen als volgt : «

Art. 2.De benzines voor motorvoertuigen die op de markt gebracht worden, worden ingedeeld in twee types : 1° de ongelode benzines : benzine waarvan de verontreiniging door loodverbindingen uitgedrukt in lood, niet meer bedraagt dan 0,005 g Pb/l, met de volgende benamingen : a) Ongelode benzine 95 RON;b) ongelode benzine 98 RON. De ongelode benzines met een zwavelgehalte van maximaal 10 mg/kg, moeten uiterlijk op 1 januari 2005 op een verantwoord evenwichtig gespreide geografische basis beschikbaar zijn op het Belgisch grondgebied.

Vanaf 1 januari 2009 mag enkel dit type benzine op de markt gebracht worden. 2° de gelode benzine : benzine overeenkomstig alle parameters van de norm NBN EN 228 met uitzondering van het loodgehalte dat niet meer mag bedragen dan 0,15 g/l.»

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Economie en Energie, Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Middenstand, Onze Minister van Consumentenzaken en Onze Minister van Leefmilieu, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 februari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie en Energie, M. VERWILGHEN De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Leefmilieu, B. TOBBACK

^