Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 juli 2004
gepubliceerd op 11 augustus 2004

Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonome overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2004014165
pub.
11/08/2004
prom.
22/07/2004
ELI
eli/besluit/2004/07/22/2004014165/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 JULI 2004. - Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten van het inzetten van personeelsleden van het autonome overheidsbedrijf Belgacom in de gemeenten in het kader van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de Programmawet van 22 december 2003, inzonderheid op artikel 475, derde lid, 2° en laatste lid, zoals ingevoegd bij de Programmawet van juli 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 en 30 april en 3 mei 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 29 april 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 10 mei 2004;

Gelet op het akkoord van het Paritair comité van het autonoom overheidsbedrijf Belgacom, gegeven op 1 juni 2004;

Gelet op het protocol nr. 2004/04 van 13 mei 2004 van het Sectorcomité V -Binnenlandse zaken;

Gelet op het advies nr. 37398/4 van de Raad van State, gegeven op 5 juli 2004 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten over de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Dit koninklijk besluit is van toepassing op de statutaire personeelsleden van Belgacom die ingezet worden voor het project bedoeld in artikel 2, 2° van het koninklijk besluit van juli 2004 betreffende de bepaling van het project en het vereist aantal in te zetten personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven in het kader van de veralgemening van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart. HOOFDSTUK II. - Begripsbepaling

Art. 2.Voor de toepassing van dit koninklijk besluit moet verstaan worden onder : 1° "stafdienst P&O" : stafdienst Personeel en Organisatie van de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken; 2° "het project" : het project bedoeld in artikel 2, 2° van het koninklijk besluit van ... juli 2004 betreffende de bepaling van het projecten het vereist aantal in te zetten personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven in het kader van de veralgemening van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart; 3° "het autonoom overheidsbedrijf" : Belgacom; 4° "het personeelslid" : het statutair personeelslid van Belgacom dat overeenkomstig de interne reglementering zich kandidaat heeft gesteld voor het project bedoeld in artikel 2, 2° van het koninklijk besluit van ... juli 2004 betreffende de bepaling van het project en het vereist aantal in te zetten personeelsleden van de autonome overheidsbedrijven in het kader van de veralgemening van de uitreiking van de elektronische identiteitskaart; 5° "SELOR" : Selectiebureau van de Federale overheid;6° "de gemeente" : de dienst waar het personeelslid effectief tewerkgesteld wordt. HOOFDSTUK III. - Modaliteiten van het inzetten

Art. 3.Het autonoom overheidsbedrijf bezorgt aan de stafdienst P&O de lijst van de personeelsleden die in aanmerking komen voor het competentieprofiel en functiebeschrijving, opgemaakt door de stafdienst P&O. Deze personeelsleden worden door SELOR aan een selectietest onderworpen.

Art. 4.Op geografisch vlak zal de stafdienst P&O de laureaat een functie aanbieden in de gemeente van zijn keuze. Bij zijn kandidaatstelling dient het personeelslid vijf gemeenten waar hij wenst tewerkgesteld te worden, te vermelden, in volgorde van voorkeur.

De gemeente maakt haar keuze uit de aangeboden laureaten, motiveert deze en deelt haar keuze mee aan de stafdienst P&O.

Art. 5.De laureaat gekozen door een gemeente wordt voor een periode van drie jaar ingezet in de Federale overheidsdienst Binnenlandse zaken - Algemene directie Instellingen en bevolking - Dienst Rijksregister.

Deze laureaten worden door de Federale overheidsdienst Binnenlandse zaken ter beschikking gesteld van de gemeenten voor de periode van drie jaar.

Art. 6.Elk personeelslid krijgt van de Algemene directie Instellingen en bevolking - Dienst Rijksregister - van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse zaken voorafgaand aan het inzetten de nodige opleiding teneinde zijn taak van registratiebeambte in een bevolkingsdienst te kunnen uitvoeren.

Art. 7.Het inzetten eindigt : 1° tijdens het eerste jaar of na afloop van het eerste jaar, mits een opzeg van 1 maand, op verzoek van het personeelslid;2° op elk moment, mits een opzeg van 1 maand, op verzoek van het autonoom overheidsbedrijf;3° bij een evaluatievermelding "onvoldoende", gegeven door zijn functionele chef;4° indien het ingezette personeelslid een tuchtsanctie wordt opgelegd overeenkomstig artikel 9, met uitzondering van de blaam;5° na drie maand ononderbroken ziekte;6° van rechtswege bij het verstrijken van de periode van het inzetten, bedoeld in artikel 5. HOOFDSTUK IV. - Administratieve en geldelijke toestand van de ingezette personeelsleden Afdeling I. - De Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken

Art. 8.Behoudens de afwijkende bepalingen opgenomen in dit besluit, is het administratief en geldelijk statuut van het rijkspersoneel van toepassing op het ingezette personeelslid.

Art. 9.De personeelsleden worden met minimaal het behoud van hun geldelijke anciënniteit van het autonoom overheidsbedrijf, ingezet overeenkomstig hun diploma : 1° hetzij in de graad van administratief assistent met inschaling in de weddenschaal CA1;2° hetzij in de graad van administratief medewerker met inschaling in de weddenschaal DA3.

Art. 10.De gemeente duidt de functionele chef van het personeelslid aan en deelt zijn coördinaten mee aan het autonoom overheidsbedrijf.

Het personeelslid moet de arbeidsorganisatie eerbiedigen die geldt in de gemeente inclusief de arbeidsduur, feestdagen en het arbeidsreglement.

Art. 11.De personeelsleden worden geëvalueerd door hun functionele chef. De functionele chef bezorgt het evaluatieverslag aan de stafdienst P&O. De opstart van de tuchtprocedure vereist tevens een voorafgaand verslag van de functionele chef.

Art. 12.In afwijking van het artikel 12, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, behoudt het personeelslid zijn verlofdagen van het vorige en van het lopende jaar, voorzover deze nog niet werden opgenomen. Het autonoom overheidsbedrijf deelt bij de start van het project aan de stafdienst P&O het resterend aantal verlofdagen van de betrokken personeelsleden mee.

Verloven en afwezigheden dienen geviseerd te worden door de functionele chef en vervolgens overgemaakt te worden aan de stafdienst P&O.

Art. 13.Tijdens de periode dat het personeelslid is ingezet, kan hij door de gemeente verplicht worden opleidingen te volgen, met het oog op het vervullen van zijn taak als registratiebeambte. Afdeling II. - Bij het autonoom overheidsbedrijf

Art. 14.De laureaat die gekozen is door een gemeente, overeenkomstig artikel 4, § 2, wordt door het autonoom overheidsbedrijf in verlof wegens opdracht gesteld voor de periode, bepaald in artikel 5.

Het verlof wegens opdracht eindigt van rechtswege wanneer het inzetten beëindigd wordt.

Art. 15.Het autonoom overheidsbedrijf betaalt aan het personeelslid een in zijn paritair comité overeengekomen aanvullende premie op het loon uit om voor de drie jaar het verschil te compenseren tussen zijn brutoverloning als ingezet personeelslid bij de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken en zijn brutoverloning bij het autonoom overheidsbedrijf. HOOFDSTUK V. - Eventueel behoud van het ingezet personeelslid in de gemeente

Art. 16.De gemeente die na de periode bedoeld in artikel 5 het personeelslid verder tewerkstelt als statutair personeelslid van de gemeente, ontvangt van het autonoom overheidsbedrijf op het ogenblik dat zij de garantie op statutaire tewerkstelling geeft, een éénmalige financiële tegemoetkoming zoals overeengekomen tussen het autonoom overheidsbedrijf en de minister van Overheidsbedrijven.

De maand volgend op het ogenblik dat de gemeente de garantie geeft dat het personeelslid bij hen als statutair zal worden tewerkgesteld na de periode van het inzetten, zal het autonoom overheidsbedrijf aan het personeelslid de in zijn paritair comité overeengekomen eenmalige premie uitbetalen.

TITEL IV. - Regeling betreffende van de weddenkost van de ingezette personeelsleden

Art. 17.De personeelskost van bovenvermelde personeelsleden wordt gedragen door het "Bijzonder Fonds voor het dekken van allerhande werkingskosten ontstaan bij de uitvoering van prestaties ten voordele van openbare autoriteiten of openbare of privé-organismen" of zijn rechtsopvolger "de Staatsdienst met afzonderlijk beheer belast met het beheer van de identiteitskaarten". Belgacom stort éénmalig bij de start van het inzetten de tussen hen en de Minister van Overheidsbedrijven overeengekomen financiële tussenkomst in deze personeelskost.

De overeengekomen bijkomende financiële tussenkomst in deze personeelskost wordt gestort, op het ogenblik dat de gemeente de garantie geeft dat het personeelslid bij hen als statutair zal worden tewerkgesteld na de periode van het inzetten.

TITEL V. - Slotbepalingen

Art. 18.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 19.Onze Minister van Overheidsbedrijven en Onze Minister van Binnenlandse Zaken worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juli 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^