Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 juni 1999
gepubliceerd op 06 januari 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, betreffende de maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012393
pub.
06/01/2000
prom.
22/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/22/1999012393/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JUNI 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, betreffende de maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op titel II;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van van 12 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken, betreffende de maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 26 juli 1996, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996.

Koninklijk besluit van 24 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997.

Bijlage Paritair Comité voor de ondernemingen van technische land- en tuinbouwwerken Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 Maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid (Overeenkomst geregistreerd op 18 juli 1997 onder het nummer 44623/COB/132)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in het kader van titel II van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van artikel 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

De werkgever heeft de mogelijkheid nog toe te treden tot één arbeidsbevorderende maatregel die in artikel 6 beschreven is. De maatregel in artikel 2 is algemeen verplichtend.

Art. 2.De maatregel die directe werking heeft waardoor dit voor de werknemer automatisch rechten opent en de werkgever toelaat nog maar één maatregel te moeten kiezen in het kader van het toepassingsgebied volgens het artikel betreffende de algemene vorming bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997, betreffende de inrichting en de financiering van de vakopleiding.

Art. 3.Procedure.

Bij ontstentenis van een afvaardiging voor arbeiders wordt de toetredingsakte opgesteld overeenkomstig de volgende procedure : - het ontwerp van toetredingsakte wordt door de werkgever aan elke arbeider schriftelijk meegedeeld. Alle vermeldingen over zowel de inhoud als de nadere regels van de voorgestelde maatregelen alsmede de verwachte weerslag op de werkgelegenheid moeten erin opgenomen worden; - gedurende acht dagen vanaf de schriftelijke mededeling stelt de werkgever een register ter beschikking van de arbeiders waarin zij hun opmerkingen mogen schrijven.

Art. 4.De toetredingsakte moet opgesteld worden volgens het model voorzien in bijlage 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Het origineel moet volledig ingevuld, gedateerd en door de werkgever zelf getekend worden en moet vergezeld zijn van het opmerkingenregister. Het verslag of het opmerkingenregister moet gedagtekend en door de werkgever zelf ondertekend zijn.

De toetredingsakte moet aangetekend opgestuurd worden naar de "Tewerkstellingscommissie" van het Waarborg en Sociaal Fonds voor technische land- en tuinbouwwerken, Spastraat 8, 1000 Brussel.

Art. 5.De toetredingsakten worden voor advies voorgelegd aan de Tewerkstellingscommissie. Binnen de vier weken na ontvangst geeft deze commissie advies en legt de toetredingsakten neer bij de Griffie van de dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.

Art. 6.Andere maatregelen waaruit de werkgever moet kiezen om te voldoen aan artikel 1 : - de invoering van een recht op voltijdse of deeltijdse loopbaanonderbreking bovenop het recht op loopbaanonderbreking voorzien door het koninklijk besluit van 6 februari 1997 tot vaststelling van een recht op onderbreking van de beroepsloopbaan in toepassing van artikel 7, § 2, 1° van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, en bovenop het recht op loopbaanonderbreking dat geldt in de sector of de onderneming op 31 december 1996; - de invoering van vrijwillige deeltijdse arbeid met opdeling van de arbeidsplaatsen; - de invoering van flexibele uurroosters, en de beperking van de overuren; - de invoering van een recht op halftijds brugpensioen bovenop het recht op halftijds brugpensioen dat geldt in de sector of de onderneming op 31 december 1996.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 1999.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 1999.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 1997 betreffende de maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid Model van de toetredingsakte Toetredingsakte houdende tewerkstellingsakkoord gesloten ter uitvoering van hoofdstuk IV van titel III van de wet van 26 juli 1996 en van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 (1) Kader voorbehouden aan de griffie Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 1999.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996).Koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997). (2) In te vullen in drukletters.(3) Gelieve aan te kruisen voor welke maatregelen u opteert.U dient 1 maatregel voor te stellen. (4) U kan dit bijvoorbeeld als volgt formuleren : "Er zullen vermoedelijk 'X' personen aangeworven worden in het kader van maatregel 'Y'" (5) De voordelen zijn van toepassing vanaf het kwartaal waarin de indiensttreding plaatsheeft, doch ten vroegste vanaf het trimester dat volgt op de goedkeuring van het tewerkstellingsakkoord.(6) De aandacht wordt gevestigd op het feit dat een valse of onvolledige verklaring aanleiding zou kunnen geven tot de sancties bepaald bij het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaring te doen in verband met de subsidies, vergoedingen en toelagen van elken aard die geheel of gedeeltelijk ten laste van de Staat zijn. (7) Deze periode moet minimum 8 dagen bedragen.

^