Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 juni 1999
gepubliceerd op 02 september 1999

Koninklijk besluit tot vaststelling van de ontledingskosten voor monsters van peren van de oogst 1998

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016300
pub.
02/09/1999
prom.
22/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/22/1999016300/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de ontledingskosten voor monsters van peren van de oogst 1998


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten;

Gelet op de wet van 17 maart 1993 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1987 houdende erkenning van provinciale, gemeentelijke of particuliere laboratoria;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 december 1990 betreffende het nemen van monsters van voedingsmiddelen en andere producten;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1994 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 7 oktober 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 januari 1999 betreffende tijdelijke maatregelen met betrekking tot de verhandeling van peren, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 februari 1999 en 4 mei 1999, inzonderheid op artikel 4, § 2;

Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 mei 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 3 juni 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is om onverwijld de door de houders te betalen ontledingskosten voor de door het Bestuur genomen monsters van partijen peren vast te stellen, teneinde deze ontledingen te kunnen financieren;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de door het Bestuur voor de kwaliteit van de grondstoffen en de plantaardige sector (DG4) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw genomen monsters van partijen peren, in de zin van artikel 4 van het koninklijk besluit van 29 januari 1999 betreffende tijdelijke maatregelen met betrekking tot de verhandeling van peren, moet de houder 4 000 frank per ontleding betalen.

Art. 2.De bedragen moeten binnen de dertig dagen na voorlegging van de factuur gestort worden. Wanneer de betaling binnen de negentig dagen volgend op de datum van de factuur niet is geregistreerd op de rekening van het Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten, wordt het bedrag automatisch verhoogd met 20 %, met een minimum van 2 000 frank.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 30 januari 1999.

Art. 4.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, H. VAN ROMPUY

^