Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 juni 2020
gepubliceerd op 31 juli 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de sectorale hospitalisatieverzekering voor bedienden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020202382
pub.
31/07/2020
prom.
22/06/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 JUNI 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de sectorale hospitalisatieverzekering voor bedienden (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de sectorale hospitalisatieverzekering voor bedienden.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 juni 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsbladvan 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 januari 2020 Sectorale hospitalisatieverzekering voor bedienden (Overeenkomst geregistreerd op 5 maart 2020 onder het nummer 157491/CO/215)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2020 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2015 (registratienummer 127091/CO/215).

Art. 3.Vanaf 1 juli 2015 werd overeenkomstig artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 februari 2014 houdende het akkoord van sociale vrede 2014 (registratienummer 121190/CO/215) en overeenkomstig artikel 3 van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" voorzien in een sectorale hospitalisatieverzekering die overeenstemt met de sectorale hospitalisatieverzekering voor de arbeiders van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.

Enkel de bedienden die minstens 5 opeenvolgende kalenderdagen in de sector werken, worden aangesloten bij de sectorale hospitalisatieverzekering.

Art. 4.Met betrekking tot de sectorale hospitalisatieverzekering treedt het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" op als verzekeringsnemer. De raad van bestuur van het sociaal waarborgfonds beslist welke verzekeringsonderneming als verzekeraar optreedt, evenals de mate waarin de verschillende mogelijke risico's worden gedekt.

Art. 5.De werkgeversbijdrage nodig voor de financiering van de sectorale hospitalisatieverzekering is begrepen in de algemene werkgeversbijdrage, voorzien in de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf".

Art. 6.In de raad van bestuur van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" werd beslist dat ondernemingen die reeds een eigen polis voor een hospitalisatieverzekering hebben ten voordele van hun bedienden het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" hiervan in kennis moeten stellen vóór 1 juli 2015 indien zij het behoud van hun eigen ondernemingspolis wensen.

Deze ondernemingen die reeds een eigen polis voor een hospitalisatieverzekering hebben ten voordele van hun bedienden hebben op die wijze de mogelijkheid die regeling te behouden en hun bedienden dus niet te laten toetreden tot de sectorale hospitalisatieverzekering.

Deze ondernemingen zijn er evenwel toe gehouden hun bedienden schriftelijk te raadplegen met betrekking tot de keuze om al dan niet toe te treden tot de sectorale hospitalisatieverzekering. Deze raadpleging gebeurt in de ondernemingsraad, bij ontstentenis met de syndicale delegatie of, bij ontstentenis van beide organen, op basis van een nominatieve lijst, ondertekend door minstens twee derden van de bedienden ter goedkeuring of afkeuring van een toetreding tot de sectorpolis.

Art. 7.Ondernemingen die hun eigen polis voor een hospitalisatieverzekering behouden, kunnen op een latere datum ook nog toetreden tot de sectorale hospitalisatieverzekering via dezelfde procedure als deze bedoeld in het voorgaande artikel, doch slechts na akkoord van de raad van bestuur van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf".

Art. 8.De bedienden van de ondernemingen die op 1 januari 2015 reeds een eigen polis voor een hospitalisatieverzekering hadden ten voordele van hun bedienden en die al dan niet toetreden tot de sectorale hospitalisatieverzekering zien af van nieuwe eisen ten laste van hun werkgever. De hospitalisatieverzekering die zij via hun werkgever genoten, dient te worden beschouwd als een vrijwillige voorafname vanwege hun werkgever op de invoering van een sectorale hospitalisatieverzekering.

Art. 9.Bedienden die genieten van een hospitalisatieverzekering vanwege hun werkgever kunnen geen beroep doen op de sectorale hospitalisatieverzekering.

De ondernemingen die een eigen polis voor een hospitalisatieverzekering behouden, kunnen de verhoogde werkgeversbijdrage aan het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" ten belope van 0,15 pct. terugvorderen van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" op voorwaarde dat zij aantonen nog steeds over een eigen polis te beschikken.

Art. 10.De raad van bestuur van het "Sociaal Waarborgfonds voor de bedienden van het kleding- en confectiebedrijf" bepaalt de administratieve modaliteiten voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zowel in hoofde van de werkgevers als in hoofde van de bedienden. Deze worden op eenvoudig verzoek van de betrokkenen door het sociaal waarborgfonds meegedeeld.

De toelichting betreffende de aard, de omvang en de toekenningsvoorwaarden van dit voordeel wordt permanent ter beschikking gesteld via de volgende website : http://www.swfkleding.be.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 juni 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^