Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 maart 2006
gepubliceerd op 30 mei 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de beroepsclassificatie

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200766
pub.
30/05/2006
prom.
22/03/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 MAART 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de beroepsclassificatie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de beroepsclassificatie.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 2005 Beroepsclassificatie (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 2005 onder het nummer 77051/CO/119) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen van handel in voedingswaren, met uitsluiting van de handel in bier en drinkwaters en de technische functies van slagerij, spekslagerij en penserij. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Bepalingen

Art. 2.Al naargelang de hun toegewezen post worden de arbeiders ingedeeld in vijf categorieën, rekening houdend met de hierna beschreven bekwaamheden en criteria : Categorie 1 Behoort tot de eerste categorie, het personeel dat de meest elementaire werkzaamheden verricht, waarvoor slechts een eenvoudige voorafgaande informatie dient gegeven te worden.

Het personeel dat werkzaamheden verricht die technische vakkundigheid, bijzondere persoonlijke verantwoordelijkheid of behandeling van zware goederen vereisen, behoort niet tot deze categorie.

Voorbeelden van arbeiders die tot de eerste categorie behoren : - personeel voor de schoonmaak; - personeel belast met het inpakken en uitpakken van de goederen; - personeel belast met eenvoudige werkzaamheden voor het voorverpakken van de goederen; - personeel belast met het merken, etiketteren en/of bekleden van goederen; - personeel belast met licht werk bij het behandelen, het opslaan van goederen en/of van het aanvullen van de afdelingen; - personeel belast met de boodschappen; - personeel belast met het toezicht op en de bewaking van de installaties.

Categorie 2 Behoort tot de tweede categorie, het personeel dat eenvoudige werkzaamheden verricht zonder bijzondere voorafgaande kennis, waarvoor meestal slechts een elementaire inwijding is vereist.

Voorbeelden : - personeel belast met het laden en lossen van vrachtwagens; - personeel voor schoonmaak en onderhoud in open lucht; - personeel belast met het aanvullen van de afdelingen, waarbij iets moet worden ingevuld of aangestipt op fiches; - personeel belast met het in- of uitpakken van goederen die met omzichtigheid moeten behandeld worden of van zware goederen; - personeel belast met wassen van flessen; - personeel belast met het bijeenhalen van goederen voor verzending (= afleverbaar bij de veilingen); - personeel belast met het ordenen van leeggoed.

Categorie 3 Behoort tot de derde categorie, het personeel dat, volgens duidelijk gegeven richtlijnen, eenvoudige werkzaamheden verricht waarvoor een kennis van het werk is vereist die is verworven na praktische opleiding.

Voorbeelden : - personeel belast met het begeleiden van goederenvervoer; - personeel belast met (hulp bij) de receptie van goederen; - personeel belast met het besturen van eenvoudige motorheftuigen of motortrektuigen; - hulp- of reserve -heftruckgeleider.

Categorie 4 Behoort tot de vierde categorie, het personeel dat gespecialiseerde werkzaamheden verricht volgens duidelijk gegeven richtlijnen, waarvoor de kennis is verworven door ervaring.

Voorbeelden : - personeel belast met het verzamelen van orders; - personeel belast met het besturen van een heftruck; - personeel belast met het begeleiden van goederenvervoer en het ontvangen; - personeel belast met de receptie van goederen en het controleren van de hoeveelheid en de kwaliteit; - personeel belast met de controle van de bestellingen (bij de verzending); - personeel belast met het besturen van de voertuigen met een nuttig laadvermogen van minder dan acht ton.

Categorie 5 Behoort tot de vijfde categorie, het personeel dat gekwalificeerde arbeid verricht waarvoor tegelijkertijd zijn vereist : - kennis van de stiel, verworven door een bewezen ervaring of door een vakopleiding die blijkt uit een getuigschrift van vakbekwaamheid; - en aandacht, oordeel en initiatief in het kader van de richtlijnen die werden gegeven voor de uitvoering van het werk.

Voorbeelden : - personeel belast met het besturen van voertuigen met een nuttig laadvermogen van tenminste acht ton; - personeel belast met het besturen van voertuigen en het ontvangen; - personeel belast met het besturen van voertuigen en bijkomstig belast met sommige lichte werkzaamheden van onderhoud en herstelling van voertuigen; - personeel belast met het koffiebranden; - personeel verantwoordelijk voor bottel- of wasmachines.

Art. 3.Metselaars, mecaniciens, schrijnwerkers, uitbeners, enz... worden, wat de loonschaal betreft, onder het regime geplaatst van de paritaire comités die bevoegd zijn voor de ondernemingen waar deze beroepen gewoonlijk worden uitgeoefend.

Art. 4.De functies of werkzaamheden die zijn vermeld in elke categorie gelden als voorbeeld. De arbeiders die niet vermelde functies of werkzaamheden uitoefenen zullen worden geklasseerd volgens de criteria die voor elke categorie vastgesteld zijn en eventueel naar analogie met de gegeven voorbeelden.

Art. 5.Om in een welbepaalde categorie ondergebracht te worden, moet de arbeider de functies die door de criteria en/of voorbeelden werden voorzien, gewoonlijk uitoefenen.

Art. 6.De arbeider mag gedurende een scholingsperiode in de functie worden geklasseerd in de categorie die onmiddellijk lager ligt dan deze waarin de functie is geklasseerd die hij uitoefent. De duur van deze scholingstijd bedraagt ten hoogste drie maand.

Art. 7.Wanneer een arbeider functies uitoefent die in verschillende categorieën zijn voorzien (polyvalentie), dient daarmee rekening te worden gehouden bij de vaststelling van de beloning.

Art. 8.Wanneer een arbeider een andere arbeider moet vervangen die een functie uitoefent van een hogere categorie, dient daarmee rekening te worden gehouden bij de vaststelling van de beloning voor de periode van vervanging.

Art. 9.De werkgevers zullen aan de arbeiders de categorie meedelen waarin zij ingedeeld zijn. Deze mededeling wordt gedaan bij de indienstneming, op het tijdstip dat de classificatie een wijziging ondergaat of ook nog bij het overhandigen van de jaarlijkse afrekening der lonen.

In ieder geval wordt de classificatie medegedeeld op verzoek van de arbeider.

Art. 10.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst doen geen afbreuk aan de voor de arbeiders meer voordelige classificaties voorzien in op het vlak van de ondernemingen gesloten overeenkomsten.

Bovendien blijven de vóór 1 april 1978 verworven gunstiger individuele toestanden verworven. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt, vanaf 1 januari 2006 de overeenkomst van 13 juli 1977 van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren tot vaststelling van een classificatie van de werklieden en werksters van de handel in voedingswaren, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 22 december 1977, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 18 februari 1978.

Art. 12.Deze overeenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en houdt op van kracht te zijn op 30 maart 2007.

Op 1 april van elk jaar wordt zij stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar, behoudens opzegging door één der partijen uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de overeenkomst per aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren die de leden van dit paritair comité hiervan inlicht.

OPMERKING Het staat vast dat de scholingsperiode van ten hoogste drie maand ten einde is op het ogenblik dat de werknemer bekwaam is alleen de functie uit te oefenen. Van dat ogenblik af zal de werknemer bezoldigd worden met het voor de functie voorziene loon.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 maart 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^