Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 november 2001
gepubliceerd op 12 december 2001

Koninklijk besluit tot goedkeuring van de beheersovereenkomst te sluiten tussen het Fonds voor de openbare sector aangesloten bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid en de Ministers die Tewerkstelling en Arbeid, Sociale Zaken en Volksgezondheid en Leefmilieu in hun bevoegdheid hebben

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001013197
pub.
12/12/2001
prom.
22/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/22/2001013197/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de beheersovereenkomst te sluiten tussen het Fonds voor de openbare sector aangesloten bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid en de Ministers die Tewerkstelling en Arbeid, Sociale Zaken en Volksgezondheid en Leefmilieu in hun bevoegdheid hebben (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 71, 2°, gewijzigd bij de wet van 24 december 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 februari 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het noodzakelijk is het beheerscontract te sluiten om zo vlug mogelijk bijkomende aanwerving ingevolge de Sociale Maribel mogelijk te maken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het Fonds voor de publieke sector aangesloten bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid opgericht bij koninklijk besluit van 22 november 2001 sluit met de Minister van Werkgelegenheid, de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu de beheersovereenkomst opgenomen in bijlage van dit besluit.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmlilieu, Mevr. M. AELVOET _______ Nota Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.

Wet van 24 december 1999, Belgisch Staatsblad van 27 januari 2000.

Koninklijk besluit van 5 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997.

Bijlage aan het koninklijk besluit van 22 november 2001 Beheersovereenkomst betreffende de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector (Sociale Maribel).

PUBLIEKE SECTOR AANGESLOTEN BIJ DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID A. Partijen bij de overeenkomst.

Artikel 1.Deze beheersovereenkomst wordt gesloten tussen : 1. De Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Ministers van Werkgelegenheid, van Sociale Zaken en van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu in hun bevoegdheid hebben;2. Het `FONDS VOOR DE PUBLIEKE SECTOR AANGESLOTEN BIJ DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID' hierna genaamd Sectoraal fonds, opgericht bij het koninklijk besluit van 22 november 2001 en met als uitsluitend doel het beheer te verzekeren van de sociale Maribel in de publieke sector aangesloten bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, vertegenwoordigd door en respectievelijk Voorzitter en Ondervoorzitter van het Sectoraal fonds. B. Doel van de overeenkomst.

Art. 2.Deze beheersovereenkomst wordt in uitvoering van artikel 71, 2° van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen gesloten. Het beheer van de sociale Maribel geschiedt overeenkomstig de bepalingen van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector, van zijn uitvoeringsbesluiten, van het raamakkoord gesloten op 2 juni 1998 binnen het Comité A en toepasselijk op de publieke sector aangesloten bij de RSZ alsook overeenkomstig de bepalingen voorzien in deze beheersovereenkomst.

C. Bijzondere verplichtingen van het sectoraal fonds.

Art. 3.In de schoot van het Beheerscomité worden een voorzitter en een ondervoorzitter aangeduid.

Art. 4.§ 1. De Minister die Tewerkstelling en Arbeid in zijn bevoegdheden heeft kan een ambtenaar van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid aanwijzen. Die ambtenaar heeft de bevoegdheden zoals omschreven in voornoemd koninklijk besluit van 5 februari 1997, zijn uitvoeringsbesluiten en in deze beheersovereenkomst.

De Minister kan eveneens één plaatsvervanger aanwijzen die tussenkomt indien de aangewezen ambtenaar afwezig of belet is. § 2. De Minister die de Sociale Zaken in zijn bevoegdheden heeft kan een ambtenaar van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu aanwijzen.

De Minister kan eveneens één plaatsvervanger aanwijzen die tussenkomt indien de ambtenaar aangewezen krachtens het eerste lid van deze paragraaf afwezig of belet is. § 3. De ambtenaren aangewezen krachtens dit artikel worden aan de vergaderingen van het beheerscomité uitgenodigd en zetelen met raadgevende stem.

Art. 5.Het Beheerscomité is belast met het opstellen van het model van toetredingsakte die door de werkgevers worden ingediend.

Deze toetredingsakte moet altijd minstens de volgende elementen bevatten : het aantal werknemers aangegeven bij de RSZ met betrekking tot de vier kwartalen die aan het kwartaal van indiening van de akte van kandidatuurstelling voorafgaat; het tewerkstellingsvolume met betrekking tot de vier kwartalen die aan het kwartaal van indiening van de akte van kandidatuurstelling voorafgaat; het aantal netto bijkomende aanwervingen die de werkgever krachtens de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 zou moeten verwezenlijken; het aantal netto bijkomende aanwervingen waartoe de werkgever zich verbindt; de functie, het arbeidsregime en het basisbarema voor iedere nieuwe aan te werven werknemer.

Art. 6.§ 1. Om geldig te kunnen vergaderen en beslissen dienen de stemgerechtigde leden van het Beheerscomité alsook de ambtenaren aangewezen in uitvoering van artikel 4 van deze beheersovereenkomst opgeroepen te zijn tot de vergadering overeenkomstig de bepalingen van het huishoudelijk reglement van het Beheerscomité.

De oproepingstermijn wordt op minstens zeven dagen gesteld. Mits akkoord van alle leden bedoeld in dit artikel kan de oproepingstermijn ingekort worden.

Het quorum wordt bepaald in het huishoudelijk reglement.

Het Beheerscomité kan een beslissing nemen, ongeacht het aantal aanwezige leden ten aanzien van de dossiers die, tijdens de vorige vergadering, het voorwerp van een beslissing niet konden uitmaken gezien het feit dat het vereiste quorum niet bereikt was.

Het huishoudelijk reglement van het Beheerscomité wordt goedgekeurd door de Ministers die deze beheersovereenkomst hebben getekend. § 2. Indien de vertegenwoordigers, hetzij van de werknemers, hetzij van de Regeringen, een unaniem negatief advies geven betreffende bepaalde dossiers, kunnen de vertegenwoordigers van de andere groep de betrokken dossiers ter beslissing voorleggen aan de ondertekenende Ministers, vergezeld van het voorstel van verdeling van bijkomende jobs waarop wel een akkoord werd bekomen.

Art. 7.De ambtenaren aangewezen in uitvoering van artikel 4 van deze beheersovereenkomst kunnen om de bijeenroeping van een vergadering van het Beheerscomité verzoeken. De Voorzitter van het Comité is ertoe gehouden het Comité bijeen te roepen binnen de 14 dagen te rekenen vanaf het versturen van het verzoek tot bijeenroeping.

Deze ambtenaren ontvangen een afschrift van alle documenten met betrekking tot de toepassing van de reglementering betreffende de sociale Maribel en van deze beheersovereenkomst, met inbegrip van de notulen van de vergaderingen van het Beheerscomité.

Het beheerscomité deelt hem tevens, op zijn verzoek, elk document of bericht mee.

Art. 8.Wanneer het Beheerscomité de toekenning van de jobs voorstelt in toepassing van artikel 4 van het koninklijk besluit van 22 november 2001, is het Beheerscomité er toe gehouden de volgende regels na te leven : 1) De bepalingen van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 en de uitvoeringsbepalingen ervan;2) de regels omschreven in deze beheersovereenkomst. Het voorstel van verdeling van bijkomende jobs dat aan de Ministers ter beslissing wordt overgemaakt moet altijd gemotiveerd zijn.

Het moet alle kandidatuurstellingen vermelden en, voor elke werkgever, de toekenningen en weigeringen van bijkomende jobs motiveren.

Art. 9.Het Sectoraal fonds stuurt aan de Ministers die deze beheersovereenkomst ondertekenen een afschrift van de notulen van de vergaderingen van het Beheerscomité.

D. Overige bepalingen betreffende de uitvoering van de Sociale Maribel in de publieke sector aangesloten bij de R.S.Z.

Art. 10.Het Sectoraal fonds is onderworpen aan het beginsel van de gelijkheid ten aanzien van de gebruikers, met name de begunstigden van de Sociale Maribel.

Dit principe impliceert in het bijzonder dat alle aanvragen onpartijdig moeten behandeld worden.

Art. 11.De tussenkomst van het Sectoraal Fonds in de loonkost van de bijkomende werknemers aangeworven in toepassing van voornoemd koninklijk besluit van 5 februari 1997 is beperkt tot de bezoldigde, effectieve of daarmee gelijkgestelde prestaties.

Art. 12.De tussenkomst van het Sectoraal fonds wordt gestort in de maand van ontvangst van de trimestriële prestatiestaten en voor de eerste maal na voorlegging van de kopies van de arbeidsovereenkomsten van de nieuw aangeworven werknemers.

Het Beheerscomité stelt het model van trimestriële prestatiestaten vast.

Art. 13.Het Beheerscomité van het Sectoraal fonds legt ter goedkeuring van de Ministers die deze beheersovereenkomst ondertekenen voor : - het gedetailleerd ontwerp betreffende de administratiekosten van het Sectoraal Fonds; - de jaarrekeningen van het Sectoraal fonds.

Art. 14.Inzake de bewaring van alle documenten betreffende de sociale Maribel en/of het neerleggen van deze documenten bij een dienst van dit Ministerie is het Sectoraal fonds er toe gehouden de onderrichtingen na te leven die aan het Fonds zullen meegedeeld worden door het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid - Administratie van de Collectieve arbeidsbetrekkingen.

E. Slotbepalingen.

Art. 15.Ingeval van wijziging van de reglementering met betrekking tot de sociale Maribel alsook indien het raamakkoord gesloten in uitvoering van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 ophoudt van kracht te zijn zullen de ondertekenende partijen de gevolgen van de daardoor geschapen toestand onderzoeken en de nodige schikkingen treffen om het hoofd te bieden aan de toestand.

Art. 16.Deze beheersovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 december 2001 en is voor een duur van één jaar gesloten.

De beheersovereenkomst wordt stilzwijgend verlengd van jaar tot jaar zolang het raamakkoord gesloten in uitvoering van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector of de wetgeving de tussenkomst van het Sectoraal fonds in het beheer van de sociale Maribel voorziet.

Deze beheersovereenkomst werd opgesteld in vier exemplaren. Een origineel exemplaar wordt ter bewaring gegeven aan de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 22 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^