Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 september 2005
gepubliceerd op 12 oktober 2005

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus 1960 tot uitvoering van de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in nering en ambacht

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2005011395
pub.
12/10/2005
prom.
22/09/2005
ELI
eli/besluit/2005/09/22/2005011395/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 augustus 1960 tot uitvoering van de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in nering en ambacht


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in nering en ambacht, inzonderheid op artikel 14;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 augustus 1960 tot uitvoering van de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in nering en ambacht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 maart 1977;

Gelet op advies 38.771/1/V van de Raad van State, gegeven op 2 augustus 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 11 augustus 1960 tot uitvoering van de wet van 22 juni 1960 tot invoering van een wekelijkse rustdag in nering en ambacht, wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.In de toeristische gemeenten kan het college van burgemeester en schepenen afwijkingen voor gans het jaar of voor een gedeelte hiervan toestaan, van de koninklijke besluiten die een wekelijkse rustdag voorschrijven.

Onder toeristische gemeenten dient te worden verstaan : 1° de badplaatsen, dat wil zeggen de plaatsen die niet meer dan vijf kilometer van de kust zijn gelegen;2° de toeristische centra, dat wil zeggen de gemeenten of gedeelten van gemeenten waar het toeristisch onthaal wordt verzekerd door instellingen die erkend zijn door de inzake het toerisme bevoegde overheid en voor wier economie het toerisme van essentieel belang is in gevolge de toevloed van toeristen die er verblijven of er voorbij komen wegens het bestaan van bezienswaardigheden, natuurschoon, ondernemingen voor sportieve of culturele ontspanning, kuuroorden, bedevaartsoorden, logies of restauratiegelegenheden.».

Art. 2.In artikel 4, § 1, van hetzelfde besluit vervallen de woorden "in een luchtkuuroord of".

Art. 3.In artikel 5, § 3, van hetzelfde besluit vervallen de woorden "als een luchtkuuroord of".

Art. 4.Onze Minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 september 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLE

^