Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 april 2002
gepubliceerd op 09 augustus 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, betreffende het sectoraal brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar met het oog op de bevordering van de tewerkstelling, in uitvoering van het protocol van collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1999 betreffende de tewerkstelling en vorming, in uitvoering van Hoofdstuk II, Afdeling IV, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012548
pub.
09/08/2002
prom.
23/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/23/2002012548/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, betreffende het sectoraal brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar met het oog op de bevordering van de tewerkstelling, in uitvoering van het protocol van collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1999 betreffende de tewerkstelling en vorming, in uitvoering van Hoofdstuk II, Afdeling IV, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen, betreffende het sectoraal brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar met het oog op de bevordering van de tewerkstelling, in uitvoering van het protocol van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1999 betreffende de tewerkstelling en vorming, in uitvoering van Hoofdstuk II, Afdeling IV, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 juni 1999 Sectoraal brugpensioen vanaf de leeftijd van 56 jaar met het oog op de bevordering van de tewerkstelling, in uitvoering van het protocol van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 mei 1999 betreffende de tewerkstelling en vorming, in uitvoering van Hoofdstuk II, Afdeling IV, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Overeenkomst geregistreerd op 1 december 1999 onder het nummer 53114/CO/121) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders uit de ondernemingen welke onder het Paritair Comité voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen ressorteren, kleine en middelgrote ondernemingen en andere.

Onder "arbeiders" verstaat men de arbeiders en arbeidsters.

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle arbeiders die gedurende een ononderbroken periode verbonden door een arbeidscontract met een onderneming uit de sector schoonmaak en ontsmetting voorzover dat : 1) zij op het op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst, een beroepsverleden als loontrekkende van 33 jaar kunnen rechtvaardigen;2) zij op het ogenblik van de beëindiging van hun arbeidsovereenkomst kunnen aantonen dat zij minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.46, gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990; 3) zij kunnen genieten van een werkloosheidsvergoeding;4) zij voldoen aan de anciënniteitsvoorwaarden voorzien in artikel 5, alsook aan deze eenparig vastgesteld door de raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid, genoemd "Sociaal Fonds voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen" zo nodig. HOOFDSTUK II. - Doelstelling

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doel een brugpensioenregeling in te stellen met compenserende aanwerving om bij voorrang de tewerkstelling van de jongeren en de werklozen te bevorderen.

Zij werd op punt gesteld op basis van : a) de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, bekrachtigd door het koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975); b) het koninklijk besluit van 7 december 1992 met betrekking tot de toekenning van werkloosheidsvergoedingen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992);c) het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 (in het bijzonder de onderafdeling IIIter van de titel II, hoofdstuk III, afdeling I). HOOFDSTUK III. - Financiering en waarborg

Art. 4.Teneinde de lasten van de eventueel toe te kennen brugpensioenen te verdelen, hebben de sociale partners beslist de verantwoordelijkheid te geven aan het "Sociaal Fonds voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen" de tenlasteneming van de betaling van de bijkomende brugpensioenvergoeding tot op termijn (leeftijd waarop de bruggepensioneerde op het rustpensioen kan aanspraak maken), te aanvaarden of te weigeren.

De sociale partners zijn vastbesloten deze doelstelling te realiseren in het raam van een budget van 27 miljoen BEF voor 1999 en van 27 miljoen BEF voor 2000 waarover het "Sociaal Fonds voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen" beschikt of zal beschikken.

Zij verklaren dat de leden van de raad van beheer van het fonds in dit opzicht zullen moeten handelen.

Teneinde elk probleem te vermijden, wordt er beslist dat het totaal bedrag dat nodig is voor de uitbetaling van elke bruggepensioneerde tot op de leeftijd van het rustpensioen, zal moeten gebudgetteerd worden vanaf het vertrek, rekening houdend met een werkelijke rentevoet (verschil tussen de financiële interest en de inflatie) van 2 pct. verminderd op de beschikbare "enveloppe" en geplaatst op een afzonderlijke rekening. HOOFDSTUK IV. - Leeftijd- en getrouwheidsvoorwaarden aan de sector

Art. 5.De arbeiders die de leeftijd van 56 jaar hebben bereikt en meer, en die een aanwezigheid in de sector rechtvaardigen die voldoende is geweest om in de loop van de 10 laatste jaren, 5 eindejaarspremies verkregen te hebben waaronder minstens één tijdens de laatste twee jaar, zullen van de beschikkingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen genieten, zodra zij de toestemming van de raad van beheer van het fonds hebben gekregen om een eventuele tenlasteneming van hun brugpensioenvergoedingen.

Voor de toepassing van dit artikel worden, voor de berekening van de getrouwheid aan de sector, de periodes van loopbaanonderbreking geneutraliseerd.

Art. 6.De werkgevers verbinden zich ertoe : a) de brugpensioen-afdanking waarvan hier sprake is toe te kennen aan de werknemers die hiervoor de toestemming hebben gekregen van de raad van beheer van het fonds voor een eventuele tenlasteneming van hun brugpensioenvergoedingen;b) ze te vervangen in het raam bepaald door het koninklijk besluit van 7 december 1992 (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992) betreffende de toekenning van werkloosheidsvergoedingen bij conventioneel brugpensioen. HOOFDSTUK V. - Bedrag van de bijkomende brugpensioenvergoeding, geen cumul, eventuele afhouding

Art. 7.§ 1. De arbeiders die beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in de artikelen 2, 5 en 6 hebben recht op een aanvullende vergoeding die gelijk is aan het resultaat van de volgende bewerking : te waarborgen inkomen = 1/2 (netto referteloon - werkloosheidsuitkering), met als minimum een forfaitaire maandelijkse geïndexeerde vergoeding van 7 152 BEF (177,2934 EUR) ten laste van het "Sociaal Fonds voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen".

Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt vastgesteld op het ogenblik dat het recht op die vergoeding voor de betrokken werknemer ingaat. Zodra het bedrag is vastgesteld kan het alleen nog gewijzigd worden door een aanpassing aan de ontwikkeling van het indexcijfer van de consumptieprijzen, volgens de modaliteiten van toepassing inzake werkloosheidsvergoedingen, overeenkomstig de beschikkingen van de wet van 2 augustus 1971 en als gevolg van de jaarlijkse herziening door de Nationale Arbeidsraad, in het licht van de ontwikkeling van de regelingslonen.

Het nettoreferteloon van de bruggepensioneerde wordt berekend op basis van volgende formule : (Brutojaarloon aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. tijdens de laatste 12 maanden die zijn voorafgegaan aan de aanvraag van brugpensioen) x 21,65 x 1 095/Aantal gepresteerde dagen tijdens dezelfde periode § 2. Zodra zij genieten van een bijkomende vergoeding brugpensioen ten laste van het "Sociaal Fonds voor de schoonmaak- en ontsmettingsondernemingen" zullen de arbeiders lid van één van de representatieve werknemersorganisaties gefedereerd op het nationaal vlak, niet meer de bijkomende werkloosheidsvergoeding, noch de bijzondere vergoeding voor arbeiders in geval van ontslag om economische redenen ten laste van het fonds kunnen genieten. HOOFDSTUK VI. - Compenserende aanwerving

Art. 8.De werkgever waarvan één of meerdere arbeiders kunnen genieten van de bovenvermelde beschikkingen moet aan deze arbeider(s) samen met de andere geschikte documenten bestemd voor de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling één of meer formulier(en) "C4 brugpensioen" zorgvuldig ingevuld overhandigen, dit wil zeggen één of meer verklaringen door dewelke hij zich verbindt hem (hen) te vervangen tijdens de bepaalde periode (in principe 36 maanden) door één of meer personen die aan de criteria bepaald in artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 (Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1994) beantwoorden. HOOFDSTUK VII. - Bijzondere werkgeversbijdragen

Art. 9.De bijzondere werkgeversbijdragen, worden gedragen door het "Sociaal Fonds van de schoonmaak- en de ontsmettingsondernemingen". HOOFDSTUK VIII. - Geldigheid

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 mei 1999 en treedt buiten werking op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 april 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^