Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 april 2002
gepubliceerd op 31 mei 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij, tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten van de werklieden en werksters

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012550
pub.
31/05/2002
prom.
23/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/23/2002012550/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij, tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten van de werklieden en werksters (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de leerlooierij;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de leerlooierij, tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten van de werklieden en werksters.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de leerlooierij Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001 Vaststelling van de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten van de werklieden en werksters (Overeenkomst geregistreerd op 24 augustus 2001 onder het nummer 58635/CO/128.01)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werklieden en op de werksters, hierna genoemd de werklieden, en op de werkgevers van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de leerlooierij.

Art. 2.De werklieden en werksters die, om zich naar hun werk te begeven, een verplaatsing moeten doen van meer dan 5 kilometer hebben recht, ten laste van de werkgever, op een terugbetaling van de prijs van een treinkaart van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen, 2de klasse.

Als aantal te vergoeden kilometers worden in aanmerking genomen deze van het afgelegde traject voor de afstanden tussen woning en werkplaats.

Art. 3.In afwijking van artikel 2 bedraagt de bijdrage van de werkgever voor de verplaatsingen vanaf 5 kilometer, berekend vanaf de vertrekhalte voor de werknemer die gebruik maakt van het gemeenschappelijk openbaar vervoer, met uitzondering van het vervoer per spoorwegen, de effectief door de werknemer betaalde prijs.

Art. 4.De in artikelen 2 en 3 bedoelde terugbetaling van de kosten geschiedt maandelijks.

Art. 5.Onverminderd de bij artikelen 2 en 3 voorziene bepalingen blijven gunstiger toestanden inzake het vervoer en terugbetaling van vervoerskosten op het vlak van de onderneming behouden.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor een onbepaalde duur gesloten. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 april 2001. Zij kan opgezegd worden door één der partijen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de leerlooierij.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 21 december 1971 (koninklijk besluit van 13 juni 1972) tot vaststelling van de tussenkomst van de werkgevers in de vervoerskosten van de werklieden en werksters, tewerkgesteld in de leerlooierijen, zeemtouwerijen en witlooierijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 april 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^