Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 april 2002
gepubliceerd op 04 juni 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012605
pub.
04/06/2002
prom.
23/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/23/2002012605/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de uitzendarbeid Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juni 2001 Vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten (Overeenkomst geregistreerd op 13 augustus 2001 onder het nummer 58536/CO/322)

Artikel 1.Kader en doelstelling van deze collectieve arbeidsovereenkomst Door het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de vorming en tewerkstelling van uitzendkrachten wensen de ondertekenende partijen de verbintenissen te onderschrijven die aangegaan zijn in het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000.

Art. 2.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op : a. de uitzendbureaus, bedoeld bij artikel 7, 1 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;b. de uitzendkrachten, bedoeld bij artikel 7, 3 van genoemde wet van 24 juli 1987, die door deze uitzendbureaus worden tewerkgesteld.

Art. 3.Inspanningen inzake vorming van uitzendkrachten De werkgever verbindt er zich toe bijkomende vorming en opleiding te voorzien voor de uitzendkrachten.

Ter ondersteuning van deze maatregel betaalt de werkgever een bijdrage van 0,30 pct. op het loon aan het "Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten". In correlatie hiermee wordt een trekkingsrecht ingesteld ten gunste van de werkgevers die aantonen vormingsinspanningen te hebben geleverd. De modaliteiten tot uitoefening van dit trekkingsrecht worden door het "Sociaal Fonds voor de uitzendkrachten" vastgesteld.

Art. 4.Directe werking Deze overeenkomst heeft een directe werking. Alle werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de uitzendarbeid zijn er automatisch door gebonden.

Art. 5.Duur van de overeenkomst Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Zij wordt gesloten voor een bepaalde duur en treedt buiten werking op 31 december 2002.

Zij kan, met een opzegtermijn van 3 maanden, door elk van de partijen worden opgezegd per aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 april 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^