Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 april 2015
gepubliceerd op 05 mei 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende het sectoraal akkoord 2013-2014

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015201881
pub.
05/05/2015
prom.
23/04/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 APRIL 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende het sectoraal akkoord 2013-2014 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2013, gesloten in het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen, betreffende het sectoraal akkoord 2013-2014.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 april 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2013 Sectoraal akkoord 2013-2014 (Overeenkomst geregistreerd op 5 maart 2014 onder het nummer 119829/CO/321) A. Toepassingsgebied Onderhavige collectieve overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers en werkneemsters van het Paritair Comité voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen (PC 321), met uitsluiting van de onderneming Multipharma CVBA (Lennikse Baan 900, 1070 Brussel, BTW BE 0401.985.519 - RSZ 000-0108026-95) en de onderneming De Voorzorg Hasselt CVBA (Walenstraat 77, 3500 Hasselt, BTW BE 401.364.224, RSZ 000-0631449-62) voor wat betreft de bepalingen van het hoofdstuk G. B. Tewerkstelling 1. Werken met voldoende bezetting De sociale partners bevelen aan dit vanaf 1 januari 2014 als vast punt op de agenda te laten plaatsen van de sociale overlegorganen, meer bepaald : - de werkgever brengt de ondernemingsraad trimestrieel op de hoogte van het aantal eenheden (werknemers) en het aantal gepresteerde uren, hetzij omgerekend in voltijdse betrekkingen; - de werkgever brengt de syndicale afvaardiging jaarlijks op de hoogte van de evolutie en de vooruitzichten inzake de tewerkstelling binnen de onderneming. 2. Onthaalprocedure voor nieuwe werknemers en interims De sociale partners bevelen de werkgevers van de sector aan de wettelijke regels correct toe te passen.Eventuele problemen kunnen op niveau van het paritair comité worden gebracht binnen het aangepaste kader (indien individueel bedrijf : verzoeningsbureau).

C. Vervoerskosten 1. Loonplafond Onder voorbehoud van goedkeuring door de juridische dienst van de FOD, wordt vanaf 1 december 2013 het loonplafond voor tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten opgeheven.2. Feitelijke indexatie Onder voorbehoud van goedkeuring door de juridische dienst van de FOD, wordt de tussenkomst van de werkgever in de vervoerskosten woon-werkverkeer met een persoonlijk vervoermiddel, vanaf 1 december 2013 opgetrokken tot 75 pct.het gemiddelde van de prijs van een treinkaart in 2de klasse.

D. Toeslag zaterdagwerk In de ondernemingen zonder gelijkwaardige bedrijfsregeling over een toeslag voor werk op zaterdagen, wordt vanaf 1 december 2013 een toeslag van 50 pct. bovenop het normale loon betaald voor arbeidsprestaties na 13 uur op zaterdagen.

E. Tijdskrediet De bestaande sectorale stelsels worden maximaal omgezet in de nieuwe stelsels van tijdskrediet onder collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103. Concreet betekent dit de volgende vormen van tijdskrediet : - Tijdskrediet zonder motief (FTE 1 jaar) : o Alle categorieën hebben recht op 1 jaar voltijds tijdskrediet zonder motief met een plafond van 10 pct.berekend op het totaal van het personeelsbestand; o Enkel werknemers van categorie 1 tot en met 4 hebben recht op 1/2 of 1/5 tijdskrediet zonder motief met een plafond van 10 pct. berekend op het personeelsbestand van werknemers van categorie 1 tot en met 4. - Tijdskrediet met motief (36 maanden) : o Alle categorieën hebben recht op voltijds tijdskrediet met motief, met een plafond van 10 pct. berekend op het totaal van het personeelsbestand; o Enkel werknemers van categorie 1 tot en met 4 hebben recht op 1/2 of 1/5 tijdskrediet met motief, met een plafond van 10 pct. berekend op het personeelsbestand van werknemers van categorie 1 tot en met 4;

Werknemers van categorie 5 en meer hebben recht op 1/2 of 1/5 tijdskrediet met motief, met een plafond van 5 pct. berekend op het personeelsbestand van werknemers van categorie 5 en meer. - Landingsbanen vanaf 55 jaar : o Enkel werknemers van categorie 1 tot en met 4 hebben recht op 1/2 of 1/5 tijdskrediet in het stelsel van landingsbanen onder de toepassingsvoorwaarden van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 : o 1/2 : minimum 3/4 van een voltijdse tewerkstelling in de 2 voorgaande jaren; o 1/5 : minimum een voltijdse of een 4/5 tewerkstelling in de 2 voorgaande jaren. - Landingsbanen vanaf 50 jaar met 28 jaar beroepsloopbaan : o Enkel werknemers van categorie 1 tot en met 4 hebben recht op 1/5 tijdskrediet in het stelsel van landingsbanen vanaf 50 jaar met 28 jaar beroepsloopbaan onder de toepassingsvoorwaarden van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103.

F. Opleiding Overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 05/12/2007 numac 2007012348 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 22/10/2007 numac 2007012617 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 januari 1972 tot vaststelling van het aantal leden van bepaalde paritaire comités type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 24/10/2007 numac 2007011506 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 augustus 1998 betreffende de voor de bouw bestemde producten type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 22/10/2007 numac 2007012615 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 juni 1989 tot vaststelling van het aantal leden van het Paritair Comité voor het vervoer type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 22/10/2007 numac 2007012616 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 oktober 1996 tot vaststelling van het aantal leden van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken sluiten, verbinden de sociale partners er zich toe een collectieve arbeidsovereenkomst af te sluiten die bevestigt dat de deelnemingsgraad aan de beroepsopleiding voor het geheel van de sector jaarlijks met 5 pct. zal verhoogd worden voor de jaren 2013 en 2014.

In het kader van de uitvoering van dit engagement zal elke werkgever een opleidingsplan opstellen.

G. Risicogroepen Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de ondernemingen Multipharma CVBA (Linnikse Baan 900, 1070 Brussel, BTW BE 0401.985.519, RSZ 000-0108026-95) en De Voorzorg Hasselt CVBA (Walenstraat 77, 3500 Hasselt, BTW BE 401.364.224, RSZ : 000-0631449-62). 1. Categorieën en toekenningsvoorwaarden Overeenkomstig het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4e lid van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) (Belgisch Staatsblad van 8 april 2013), dient 0,05 pct.van de loonmassa aan te rekenen op deze nieuwe bijdrage, voorbehouden te worden ten gunste van één of meerdere groepen opgesomd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten. Van de 0,05 pct. van de loonmassa waarvan hiervoor bepaald, dient de helft besteed te worden aan de werknemers bepaald in artikel 2 van het koninklijk besluit.

De ondernemingen die een persoon uit één van de hierna vermelde risicogroepen voor onbepaalde duur aanwerft, kunnen een eenmalige forfaitaire toelage ("aanwervingspremie") ten laste van het "Sociaal Fonds voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen" bekomen : - werknemers van de sector van minstens 50 jaar; - werknemers van de sector van minstens 40 jaar bedreigd met ontslag (in opzeg of in ondernemingen met moeilijkheden); - langdurige laaggeschoolde werklozen (tot 1 jaar na de aanwerving); - werknemers met een handicap of blijvende ongeschiktheid; - jonge werknemers jonger dan 26 jaar in alternerend leren of in instapstages (minstens 0,025 pct. van de 0,05 pct.).

De aanwervingspremie wordt toegekend wanneer de werknemer 6 maanden anciënniteit in het contract van onbepaalde duur heeft bereikt in de onderneming.

De aanwervingspremie wordt slechts toegekend aan uitvoerend personeel, dit is de "gebaremiseerde werknemer", met uitsluiting van kaderpersoneel en mangement.

Er kan per werknemer slechts één premie aan de werkgever toegekend worden. 2. Financiering Teneinde de financiering te verzekeren van de aanwervingspremie, zijn de werkgevers bedoeld in het eerste artikel een bijdrage verschuldigd van 0,10 pct.berekend op de brutolonen van de werknemers.

Ze wordt geheven en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

De uitbetaling van de aanwervingspremies geschiedt bij beslissing van de raad van bestuur van het "Sociaal Fonds voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen".

In voorkomend geval, kan het "Sociaal Fonds voor de groothandelaars-verdelers in geneesmiddelen" de nodige beslissingen nemen om het bedrag van de aanwervingspremie, om zo een overschrijding te voorkomen van de financiële middelen, voortvloeiend uit de bijdragen van 0,10 pct.. 3. Evaluatie De bepalingen van dit hoofdstuk worden ingevoerd voor bepaalde duur - ze zijn van toepassing op de aanwervingen die plaats vinden tussen 1 januari 2014 en 31 december 2015. Na afronding van de tussenkomsten voor de aanwervingen binnen deze 2 jaren wordt een evaluatie gehouden onder de ondertekenende partijen.

H. Inschakeling gehandicapten De werkgevers verbinden zich ertoe, in de mate van het mogelijke, te onderzoeken hoe zij werknemers aan het werk kunnen houden die sterk verminderde fysieke bekwaamheden hebben al dan niet veroorzaakt door een ongeval (beroeps- of privé) of door een ziekte (beroeps- of privé).

In geval van gedeeltelijke ongeschiktheid en met het oog op een maximale beperking van de ontslagen omwille van medische overmacht, zullen de ondertekenende partijen van deze collectieve arbeidsovereenkomst alles in het werk stellen om de betrokken werknemers aan het werk te houden, dit in overleg met de preventieadviseur, het CBPW (of bij gebrek, de vakbondsafvaardiging), de externe arbeidsgeneesheer, de "AWIPH" of de "VOP" met het oog op de bevordering van de tewerkstelling van gehandicapten daar waar dit mogelijk blijkt.

De ondertekenende partijen van deze collectieve arbeidsovereenkomst bevelen eveneens de regionale subsidies aan te wenden ("AWIPH" en "VOP") bij de aanwerving van gehandicapten met het oog op de bevordering van de tewerkstelling van gehandicapten daar waar dit mogelijk blijkt.

I. Maximale verlenging van SWT-stelsels 1. Werkloosheid met bedrijfstoeslag op 60 jaar De werknemers van 60 jaar en ouder hebben, rekening houdend met de wettelijke voorwaarden, recht op werkloosheid met bedrijfstoeslag.2. Werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58 jaar De leeftijd voor werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt behouden op 58 jaar tot 31 december 2014, daarbij rekening houdend met de wettelijke voorwaarden.3. Werkloosheid met bedrijfstoeslag op 56 jaar en 40 jaar beroepsloopbaan De leeftijd voor werkloosheid met bedrijfstoeslag voor werknemers met meer dan 40 jaren loondienst wordt behouden op 56 jaar tot 31 december 2015, daarbij rekening houdend met de wettelijke voorwaarden. J. Syndicale faciliteiten Ter oplossing van het groeiende aantal bedrijven met meerdere sites, wordt volgende optrekking van het aantal effectieve mandaten vakbondsafgevaardigden voorgesteld : - na de sociale verkiezingen van 2016 wordt het aantal effectieve mandaten opgetrokken naar maximum het aantal sites van minstens 50 werknemers; - de vakbonden leggen onder elkaar de verdeling van het nieuwe aantal mandaten vast. Indien hierover geen consensus kan gevonden worden, zal de verdeling plaats vinden op basis van de resultaten van de sociale verkiezingen; - de bijkomende mandaten moeten worden gespreid over de sites waar nog geen vakbondsafgevaardigden aanwezig zijn; - het aantal vervangende mandaten blijft behouden; - bedrijven waar deze problematiek al geregeld wordt, behouden deze bestaande bedrijfsregelingen.

K. Paritaire werkgroep uniek sectoraal barema per functie Een sectorale werkgroep wordt opgestart met het oog op het uitwerken van een uniek sectoraal barema per functie, ongeacht een arbeiders- of bediendenstatuut.

De werkgroep zal van start gaan eenmaal de interprofessionele besprekingen rond het eenheidsstatuut afgerond zijn, meer bepaald rond de thema's : opzegtermijnen, carensdag, gewaarborgd loon en jaarlijkse vakantie. De werkgroep heeft tot doel haar conclusies neer te leggen tegen eind 2014, met de bedoeling deze tijdens de sectoronderhandelingen 2015-2016 te evalueren.

De werkzaamheden van de werkgroep zijn beperkt tot het uitwerken van unieke sectorale barema's per functie en slaan niet op andere aspecten van het werknemersstatuut.

De invoering van de nieuwe barema's moet kostenneutraal zijn en kunnen geen kostenverhogend effect met zich meebrengen.

Met het oog op een vlotte overgang van de oude barema's naar de nieuwe, zal een overgangsperiode worden voorzien.

Zolang de werkzaamheden van de werkgroep lopen, zal deze problematiek niet op bedrijfsniveau worden aangekaart.

L. Geldigheidsduur Dit akkoord treedt in werking op 1 januari 2013 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2014, met uitzondering van de bepalingen waar een andere ingangs- en/of einddatum is voorzien.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 april 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^