Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 augustus 2015
gepubliceerd op 14 oktober 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de financiële bijdrage in de vervoerskosten van de werknemers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015201947
pub.
14/10/2015
prom.
23/08/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de financiële bijdrage in de vervoerskosten van de werknemers (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van Paritair Comité voor de audiovisuele sector;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2014, gesloten in het Paritair Comité voor de audiovisuele sector, betreffende de financiële bijdrage in de vervoerskosten van de werknemers.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Genève, 23 augustus 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de audiovisuele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 november 2014 Financiële bijdrage in de vervoerskosten van de werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 24 december 2014 onder het nummer 124789/CO/227) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Huidige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk of vrouwelijk personeel. HOOFDSTUK II. - Gemeenschappelijk openbaar vervoer

Art. 2.De werkgever is ertoe gehouden bij te dragen in de vervoerskosten van de werknemers die regelmatig een gemeenschappelijk openbaar vervoersmiddel gebruiken voor het woon-werkverkeer, volgens de modaliteiten voorzien in huidig hoofdstuk.

Art. 3.Onder "woonplaats" dient te worden verstaan : de effectieve verblijfplaats van de werknemer.

Onder "werkplaats" dient verstaan te worden : de exploitatiezetel van de onderneming waar de werknemer wordt tewerkgesteld.

Onder "gebruik van gemeenschappelijk openbaar vervoer" wordt verstaan : - de treinverplaatsingen op het net van de NMBS voor een traject in 2e klasse; - de verplaatsingen met tram, bus of metro op het net van de MIVB; - de verplaatsingen met bus of tram op het net van de TEC; - de verplaatsingen met bus of tram op het net van DE LIJN; - de gemeenschappelijke openbare vervoersmiddelen die verschillende vervoersmiddelen combineren en/of op verschillende netten (SNCB/STIB/TEC/DE LIJN).

Art. 4.§ 1. Voor wat betreft het door de NMBS georganiseerd treinvervoer, is de tussenkomst van de werkgever gelijk aan 80 pct. van de prijs van de treinkaart in 2de klas voor een overeenstemmende afstand vanaf de eerste kilometer. § 2. Voor wat betreft het gemeenschappelijk openbaar vervoer met uitzondering van het treinvervoer, dient de werkgever tussen te komen voor 80 pct. van de prijs van het gebruikte vervoerbewijs, voor verplaatsingen vanaf 3 kilometer vanaf de vertrekhalte. § 3. Wanneer de werknemer verschillende gemeenschappelijke openbare vervoersmiddelen gebruikt, dient de werkgever tussen te komen voor 80 pct. van de prijs van het gebruikte vervoerbewijs of van de gebruikte vervoerbewijzen, voor verplaatsingen vanaf 3 kilometer vanaf de vertrekhalte.

Art. 5.De werknemer neemt het deel van de kosten dat het deel van de tegemoetkoming van de werkgever overstijgt, te zijner laste alsook de toeslagen in eerste klas of elke eventuele toeslag of boete gevorderd door de openbare vervoersmaatschappij, volgens haar vervoersreglement.

Art. 6.Er wordt de ondernemingen aanbevolen om, zonder bijkomende kosten, een derdebetalersovereenkomst voor het treinvervoer af te sluiten met de NMBS, waarbij de overige 20 pct. door de overheid ten laste worden genomen, zodat de werknemer zou kunnen genieten van kosteloos woon-werkverkeer met de trein, op voorwaarde dat er geen bijkomende kosten zijn voor de werkgever als het derdebetalersysteem zou wegvallen.

Art. 7.De bijdrage van de werkgever in de door de werknemer gedragen vervoerskosten zal maandelijks worden uitbetaald, op dezelfde datum dan die die nageleefd moet worden voor de uitbetaling van de lonen binnen de onderneming, tenzij de werkgever een derdebetalersovereenkomst heeft afgesloten.

Onverminderd de toepassing van artikel 10 van huidige collectieve arbeidsovereenkomst, is de werknemer ertoe gehouden de werkgever het vervoerbewijs of de vervoersbewijzen afgeleverd door de gemeenschappelijke openbare vervoersmaatschappij(en) voor te leggen en/of het geheel van de administratieve formaliteiten te vervullen die het voor de werkgever mogelijk maken om desgewenst een of meerdere derdebetalersovereenkomsten af te sluiten met de NMBS of enige andere gemeenschappelijke openbare vervoersmaatschappij. HOOFDSTUK III. - Verplaatsingen met een privé vervoersmiddel

Art. 8.De bijdrage van de werkgever in de kosten voor het woon-werkverkeer van de werknemer die zijn eigen privé vervoermiddel (wagen of motorfiets) gebruikt, bedraagt 50 pct. van de prijs van de treinkaart voor 1 maand in 2de klas voor hetzelfde aantal kilometers.

De bij dit artikel ingevoerde tegemoetkoming wordt beperkt tot 25 EUR per maand, in een werkregeling van 5 dagen per week.

Deze bijdrage is slechts verschuldigd wanneer de werknemer een afstand aflegt gelijk aan of groter dan 3 kilometer.

De bijdrage vindt slechts plaats voor de dagen van aanwezigheid op het werk.

De bijdrage wordt aan de werknemer maandelijks uitbetaald op dezelfde datum dan die die nageleefd moet worden voor de uitbetaling van de lonen binnen de onderneming.

Art. 9.Het aantal in aanmerking te nemen kilometers wordt in gemeenschappelijk akkoord op ondernemingsvlak vastgelegd.

In geval van betwisting dient verwezen te worden naar het Boek der wettelijke afstanden, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 15 oktober 1969 tot vaststelling der wettelijke afstanden, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 juli 1970. HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 10.De bijdrage van de werkgever in de vervoerskosten waarop de werknemer aanspraak kan maken, is ondergeschikt aan de ondertekening door laatstgenoemde van een verklaring waarin verzekerd wordt dat hij regelmatig een gemeenschappelijk openbaar of privé vervoermiddel gebruikt om zich van zijn woon plaats naar zijn werkplaats te begeven, alsook het aantal effectief afgelegde kilometers.

De werknemer zal op eenvoudig verzoek van de werkgever alle informatie leveren die nodig is voor het beheer van de bijdragen van de werkgever in de vervoerskosten.

De werknemer is ertoe gehouden iedere wijziging in zijn toestand binnen de kortst mogelijk tijd mede te delen.

De werkgever kan op ieder ogenblik de werkelijkheid van de verklaring van de werknemer en de door hem geleverde informatie nagaan.

Art. 11.Huidige collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan de tussenkomsten in de vervoerskosten die worden toegepast binnen de ondernemingen op de dag van haar inwerkingtreding, voor zover deze tussenkomsten minstens evenwaardig zijn aan die voorzien in huidige collectieve arbeidsovereenkomst. De werknemers mogen deze tussenkomsten niet cumuleren met deze voorzien in huidige collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Duur van de overeenkomst

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2015. Ze wordt gesloten voor onbepaalde duur. Ze kan worden opgezegd door elk van de partijen mits een opzegtermijn van drie (3) maanden, die wordt betekend aan de hand van een aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de audiovisuele sector.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 augustus 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^