Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 december 1997
gepubliceerd op 04 juni 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012832
pub.
04/06/1998
prom.
23/12/1997
ELI
eli/besluit/1997/12/23/1997012832/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 DECEMBER 1997. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de bevordering van de werkgelegenheid de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 december 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

Bijlage Paritair Subcomité voor de bosontginningen Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 Bevordering van de werkgelegenheid de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 1997 onder het nummer 44233/COB/125.01, door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid op 27 juni 1997 goedgekeurd als tewerkstellingsakkoord zonder directe uitwerking met toepassing van het koninklijk besluit van 24 februari 1997) (2) HOOFDSTUK I.- Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.

Met werklieden bedoelt men de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van hoofdstuk IV van titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, en van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in uitvoering van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. HOOFDSTUK III. - Maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid

Art. 3.De maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid bedoeld in dit hoofdstuk hebben geen rechtstreekse uitwerking, zij vereisen een toetreding, volgens de procedure voorzien in de artikelen 6, 7 en 8.

Art. 4.Om voor iedere bijkomende aanwerving van de vermindering van sociale zekerheidsbijdragen zoals voorzien in artikel 30, § 1 van de wet van 26 juli 1996 te genieten dienen de ondernemingen twee maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid te kiezen, waarvan er minstens één moet voorkomen uit de maatregelen voorzien in artikel 5 van deze overeenkomst. De tweede maatregel kan op het niveau van de onderneming uitgewerkt worden.

Art. 5.De ondertekenende partijen bevelen aan om volgende maatregelen toe te passen op ondernemingsvlak : - invoering van flexibele uurroosters en beperking van de overuren; - verhoging van het percentage werknemers dat recht heeft op loopbaanonderbreking van 1 naar 2 pct.

Art. 6.In ondernemingen met een ondernemingsraad, of bij ontstentenis, een vakbondsafvaardiging, deelt de werkgever aan dit orgaan de twee maatregelen mede die hij voorziet toe te passen in de onderneming, tot bevordering van de werkgelegenheid.

Na overleg en akkoord tussen de partijen betreffende de twee weerhouden maatregelen alsmede hun inhoud, hun toepassingsmodaliteiten en de te verwachten weerslag op de werkgelegenheid, vult de werkgever het formulier in bijlage in en laat het mede ondertekenen, naargelang het geval, door de secretaris van de ondernemingsraad of door de vakbondsafvaardiging.

Dit formulier wordt vervolgens overgemaakt, bij aangetekend schrijven, aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, die het na advies van het beperkt comité, zoals voorzien in artikel 8, neerlegt op de griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen.

Art. 7.In de ondernemingen waar geen enkel orgaan bestaat waarvan sprake in artikel 6, deelt de werkgever aan iedere arbeider en arbeidster de twee maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid mede die hij voorziet toe te passen in zijn onderneming. Hij preciseert in dit document hun inhoud, de toepassingsmodaliteiten alsmede de verwachte weerslag op de werkgelegenheid.

Gedurende acht dagen vanaf de schriftelijke mededeling stelt de werkgever een register ter beschikking van de werknemers waarin zij hun opmerkingen mogen schrijven. Na deze termijn van acht dagen vult de werkgever het formulier in bijlage aan deze overeenkomst in en stuurt het, bij aangetekend schrijven, met een kopie van de mededeling aan de arbeiders en arbeidsters alsook het register, aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, die het dossier neerlegt op de griffie van de Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen.

Art. 8.De voorzitter van het paritair subcomité stuurt kopie van de toetredingsakte aan de woordvoerders van de organisaties vertegenwoordigd in het paritair subcomité, die zullen zetelen als adviescomité.

Indien de woordvoerders schriftelijke opmerkingen formuleren binnen de veertien dagen na datum van versturing van de kopies van de toetredingsakten roept de voorzitter van het paritair subcomité de partijen samen om een gefundeerd advies uit te brengen.

Nochtans, zoals bepaald in artikel 6, § 3, laatste lid van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 (Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997), bij ontstentenis van goedkeuring van de toetreding binnen een termijn van vier weken na de voorlegging van het volledig dossier, wordt de toetreding geacht te zijn goedgekeurd en dit vanaf de dag waarop het volledig dossier werd medegedeeld aan het beperkt comité. HOOFDSTUK IV. - Brugpensioen

Art. 9.Overeenkomstig het artikel 10, § 2 van de wet van 3 april 1995 houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling, wordt de leeftijd voor het brugpensioen voor de arbeiders en arbeidsters vastgesteld op 58 jaar, en dit onder de voorwaarden zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen. HOOFDSTUK V. - Vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen

Art. 10.Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid, in toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996, wordt er voorzien om via het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", "Bosuitbatingsfonds" genaamd, de inspanning van 0,10 pct. der niet begrensde brutolonen in 1997 en 1998 te gebruiken om opleidings- en herscholingsacties voor de arbeiders.

Art. 11.In toepassing van artikel 3 van zijn statuten wordt het "Bosuitbatingsfonds" belast met de uitvoering van de desbetreffende bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met de inning van de bijdragen en met de organisatie van de opleidings- en tewerkstellingsinitiatieven ten behoeve van de risicogroepen.

Art. 12.Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden onder "risicogroepen" bedoeld de personen die aan één van de volgende criteria beantwoorden : - de laaggeschoolde of onvoldoende geschoolde jongeren; - de werkzoekenden; - de werklieden van de sector die door ondernemingen tewerkgesteld zijn en die getroffen worden door economische werkloosheid; - de laaggeschoolde of onvoldoend geschoolde werklieden van de sector; - de werklieden van de sector die minstens 50 jaar oud zijn; - de werklieden met een handicap; - de werklieden van de sector wiens beroepskwalificatie aan de technische vooruitgang niet meer is aangepast of het risico lopen het niet meer te zijn. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen en geldigheidsduur

Art. 13.De ondertekenende partijen verbinden er zich toe om gedurende de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst geen nieuwe eisen te stellen inzake de inhoud van deze overeenkomst en de sociale vrede te bewaren.

Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.(2) Koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden in toepassing van de artikelen 7, § 2, 30, § 2 en 33 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 11 maart 1997). Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, en de vormingsinitiatieven ten behoeve van risicogroepen Model van akte van toetreding Voorzitter van het Paritair Subcomité 125.01, Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen, Belliardstraat 51, 1040 Brussel.

Toetredingsakte in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 betreffende de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling. 1. Identificatie van de werkgever. 1.1. Naam en voornaam of firmanaam : . . . . . 1.2. Woonplaats of sociale zetel : . . . . . 1.3. Telefoon : . . . . . 1.4. Identiteit en functie van de ondertekenaar(s) : . . . . . .................. 1.5. Inschrijvingsnummer bij de R.S.Z. : . . . . . 1.6. Aantal werknemers op het moment van de opstelling van de toetredingsakte : . . . . . 2. Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling weerhouden op het niveau van de onderneming. 2.1. Eerste weerhouden maatregel : . . . . . 2.2. Precisering van de inhoud van de eerste maatregel : . . . . . 2.3. Toepassingsmodaliteiten van de eerste maatregel : . . . . . 2.4. Verwachte weerslag van de eerste maatregel op de werkgelegenheid : . . . . . 2.5. Tweede weerhouden maatregel : . . . . . 2.6. Precisering van de inhoud van de tweede maatregel : . . . . . 2.7. Toepassingsmodaliteiten van de tweede maatregel : . . . . . 2.8. Verwachte weerslag van de tweede maatregel op de werkgelegenheid : . . . . . 3. Gevolgde procedure. 3.1. Deze maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid werden besproken (*) : - in de ondernemingsraad; - met de vakbondsafvaardiging. 3.2. Deze maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid werden aan de arbeiders en arbeidsters voorgelegd volgens de procedure voorzien in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 betreffende de maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid (*) ja - neen.

De ondertekenaars bevestigen op hun eer dat deze verklaring oprecht en volledig is.

Gedaan te , op (handtekening(en) en identiteit van de ondertekenaar(s)). (*) Schrappen wat niet past.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 december 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^