Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 december 1998
gepubliceerd op 09 januari 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten

bron
ministerie van justitie
numac
1998010099
pub.
09/01/1999
prom.
23/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/23/1998010099/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 april 1919 tot inrichting van gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten, gewijzigd bij de wetten van 21 augustus 1948, 27 maart 1969, 2 december 1982 en 18 juli 1991, bij het koninklijk besluit van 5 augustus 1991 en bij de wet van 5 augustus 1992;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 1998;

Gelet op het advies van de raad van overleg van de gerechtelijke politie, gegeven op 18 december 1998;

Gelet op het protocol nr. 187 van 22 december 1998 van Sectorcomité III-Justitie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de commissaris-generaal van de gerechtelijke politie met ingang van 1 maart 1999 met verlof voorafgaand aan de pensionering zal zijn;

Overwegende dat twee adjunct-commissarissen-generaal en vier hoofdcommissarissen van de gerechtelijke politie ingevolge de toepassing van artikel 245 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, worden gepensioneerd vanaf de publicatiedatum van deze wet;

Overwegende dat het dringend noodzakelijk is aanwijzingen voor het vervullen van deze leidinggevende mandaten te doen ten einde de continuïteit van de dienst van de gerechtelijke politie, in het bijzonder de uitvoering van de gespecialiseerde gerechtelijke opdrachten, te verzekeren;

Overwegende dat de gerechtelijke politie sedert 1 januari 1998 een nieuwe loopbaan heeft; dat deze omwille van de daarin gestelde bevorderingsvereisten nog niet volledig is ontplooid waardoor het potentieel aan kandidaten voor deze leidinggevende mandaten helemaal niet overeenstemt met dat wat kan worden verwacht wanneer alle nieuwe betrekkingen van de loopbaan zouden ingenomen zijn; dat het huidige potentieel volledig ontoereikend is voor een adequate selectie;

Overwegende dat het bijgevolg dringend noodzakelijk is, ten einde zonder uitstel te kunnen aanwijzen voor de leidinggevende mandaten van de gerechtelijke politie, tijdelijk de voorwaarden voor aanwijzing tot die mandaten uit te breiden;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 22, eerste lid van het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 1998, worden de woorden "naar de procureurs-generaal, die allen verzocht worden", vervangen door de woorden "naar het college van procureurs-generaal, dat verzocht wordt".

Art. 2.In artikel 39 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) In het tweede lid worden tussen de woorden "verhinderd," en "dan" de woorden "onder meer in geval van vacature," ingevoegd.b) Het wordt aangevuld met de volgende leden : « Is de commissaris-generaal van de gerechtelijke politie afwezig of verhinderd, onder meer in geval van vacature, dan wordt hij vervangen door het hoofd van de afdeling "operationele ondersteuning en opsporing" van het commissariaat-generaal van de gerechtelijke politie bij de parketten. In afwijking van het vorige lid kan de commissaris-generaal van de gerechtelijke politie of de adjunct-commissaris-generaal van de gerechtelijke politie die afwezig of verhinderd is, onder meer in geval van vacature, vervangen worden door de gerechtelijk officier die de minister van Justitie daartoe aanwijst na advies van het college van procureurs-generaal. »

Art. 3.Artikel 85 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 85.Om benoemd te worden tot laboratoriumcommissaris moet de kandidaat houder zijn van een diploma dat toegang verleent tot een betrekking van niveau 1 bij de rijksdiensten met als specialisatie een exacte of natuurwetenschap of een dienstanciënniteit van ten minste vier jaar tellen in de graad van laboratoriuminspecteur, gerechtelijk inspecteur, inspecteur voor gerechtelijke identificatie of inspecteur-elektrotechnicus.

De gegadigde voor de graad van laboratoriuminspecteur moet houder zijn van het voor de werving vereiste diploma met als specialisatie een exacte of natuurwetenschap of fotografie. »

Art. 4.De artikelen 90 en 91 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 5.Artikel 92 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De graad van commissaris van de dienst telecommunicatie kan alléén bij wijze van werving worden toegekend.

De inspecteur-elektrotechnicus of de afdelingsinspecteur-elektrotechnicus die geslaagd is voor het vergelijkend wervingsexamen voor de graad van commissaris van de dienst telecommunicatie wordt, in geval hij wordt aangeworven, onmiddellijk in vast verband benoemd. Op hem zijn de statutaire regels van de tot gerechtelijk commissaris bevorderde gerechtelijk agent van toepassing.

De gegadigde voor de graad van commissaris van de dienst telecommunicatie moet houder zijn van het diploma van burgerlijk ingenieur of industrieel ingenieur met als specialisatie elektronika of telecommunicatie. »

Art. 6.Artikel 93 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De gegadigde voor de graad van inspecteur-elektrotechnicus moet houder zijn van het voor de werving vereiste diploma met als specialisatie elektronika of telecommunicatie"

Art. 7.Artikel 94 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 8.In artikel 97 van hetzelfde besluit wordt § 1 opgeheven.

Art. 9.Artikel 117, tweede lid van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Voor de bevordering bedoeld in artikel 112, geschiedt de evaluatie overeenkomstig de artikelen 30 en 33 tot 35. In de andere gevallen geschiedt ze overeenkomstig de artikelen 30 tot 35. Voor de bevorderingen bedoeld in de artikelen 109 en 111 geschiedt ze bovendien overeenkomstig de artikelen 118 en 119. »

Art. 10.Artikel 145 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « De geslaagden voor het bekwaamheidsexamen voor de geschrapte graad van operateur bij de gerechtelijke identificatie behouden hun aanspraken op benoeming tot de graad van inspecteur voor gerechtelijke identificatie. »

Art. 11.Een artikel 146bis, luidend als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde besluit : «

Art. 146bis.In afwijking van de artikelen 4, 2°, 5, 2°, en 6, 2°, moet de gegadigde, om respectievelijk tot commissaris-generaal, adjunct-commissaris-generaal of hoofdcommissaris van de gerechtelijke politie te worden aangewezen, gerechtelijk officier zijn. »

Art. 12.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Artikel 11 houdt op uitwerking te hebben op 1 januari 2001.

Art. 13.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

^