Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 december 2008
gepubliceerd op 30 december 2008

Koninklijk besluit tot uitvoering van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 in verband met de onevenredig verzwaarde risico's

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2008022699
pub.
30/12/2008
prom.
23/12/2008
ELI
eli/besluit/2008/12/23/2008022699/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 DECEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 in verband met de onevenredig verzwaarde risico's


Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, artikel 49bis, vervangen bij de wet van 13 juli 2006 en gewijzigd bij de wet van 3 juni 2007, artikel 49ter, ingevoegd bij de wet van 13 juli 2006 en artikel 58, § 1, 12°;

Gelet op de wet houdende diverse bepalingen inzake beroepsziekten en arbeidsongevallen en inzake beroepsherinschakeling, artikel 91, 2°;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen, gegeven op 15 september 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 september 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 18 november 2008;

Gelet op advies 45.515/1 van de Raad van State, gegeven op 4 december 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Financiën en de Minister van Werk en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971;2° de verzekeringsonderneming : de verzekeringsonderneming bedoeld in artikel 49 van de wet en het Fonds voor arbeidsongevallen wanneer het de taken bedoeld in artikel 58, § 1, 1° en 3°, van de wet uitvoert;3° het Fonds : het Fonds voor arbeidsongevallen;4° het verzwaard risico : het onevenredig verzwaard risico bedoeld in artikel 49bis, eerste lid, van de wet;5° de observatieperiode : een periode van drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin het Fonds de vaststellingen doet;6° de contributie : de forfaitaire preventiecontributie bedoeld in artikel 49bis van de wet;7° het arbeidsongeval : het arbeidsongeval zoals bedoeld in artikel 7 van de wet, met uitsluiting van het ongeval op de weg naar en van het werk zoals bedoeld in artikel 8 van de wet.

Art. 2.Een verzekerd risico wordt als een verzwaard risico beschouwd indien er in de loop van de observatieperiode in de onderneming minstens vijf ongevallen gebeurden met tijdelijke ongeschiktheid van minstens een dag, de dag van het ongeval niet meegerekend, of met dodelijke afloop, en indien de risico-index op jaarbasis in het laatste kalenderjaar en in een ander kalenderjaar van de observatieperiode minstens tienmaal de risico-index van de activiteitensector waartoe de onderneming behoort, bedraagt.

De risico-index is gelijk aan het product van de frequentie-index en de ernstindex.

De frequentie-index is de verhouding van het totaal aantal tijdens de beschouwde periode geregistreerde arbeidsongevallen die de dood of een volledige ongeschiktheid van ten minste vier dagen, de dag van het ongeval niet meegerekend, tot gevolg hebben, vermenigvuldigd met 25, tot het arbeidsvolume uitgedrukt in voltijdse equivalenten, hetgeen uitgedrukt wordt door de formule : frequentie-index = aantal ongevallen x 25 / aantal voltijdse equivalenten.

De ernstindex is de verhouding van het aantal werkelijk verloren kalenderdagen, beperkt tot 60 dagen, ten gevolge van arbeidsongevallen met de dood of een volledige ongeschiktheid van ten minste één dag, de dag van het ongeval niet meegerekend, tot gevolg vermenigvuldigd met 250, tot het arbeidsvolume uitgedrukt in voltijdse equivalenten, hetgeen uitgedrukt wordt door de formule : ernstindex = aantal werkelijk verloren kalenderdagen x 250 / aantal voltijdse equivalenten.

Voor een dodelijk ongeval worden 60 dagen in rekening gebracht.

Het arbeidsvolume uitgedrukt in voltijdse equivalenten wordt berekend op grond van alle arbeidsprestaties aangegeven aan de instelling belast met de inning van de socialezekerheidsbijdragen, met uitsluiting van de zuiver fictieve prestaties.

De activiteitensector wordt bepaald door de NACE-code van de werkgever, beperkt tot vier cijfers. Telt een aldus bepaalde sector minder dan 10 ondernemingen of minder dan 1000 voltijdse equivalenten, dan wordt de activiteitensector bepaald door de tot drie cijfers beperkte NACE-code van de werkgever.

De eerste observatieperiode loopt over de kalenderjaren 2006, 2007 en 2008.

Indien voor het betrokken jaar het aantal ondernemingen waarvan het verzekerd risico als een verzwaard risico beschouwd wordt, meer dan 100 bedraagt, wordt de toepassing van dit besluit voor het jaar 2009 beperkt tot de 100 ondernemingen waarvan de risico-index de grootste afwijking vertoont in het laatste jaar van de observatieperiode ten opzichte van deze van de activiteitensector waartoe zij behoren. In 2010 en vanaf 2011 zal dit aantal op respectievelijk 150 en 200 gebracht worden De Minister die bevoegd is voor de Arbeidsongevallen heeft de mogelijkheid om dit aantal, na advies van het Beheerscomité van het Fonds, bij een ministerieel besluit genomen vóór 31 mei van het jaar, te wijzigen. Bij ontstentenis blijft het aantal van het vorige jaar van kracht.

Art. 3.Het Fonds stelt jaarlijks vast of het verzekerd risico een verzwaard risico is op grond van de gegevens bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 16 december 1987 houdende organisatie en werking van een centrale gegevensbank bij het Fonds voor arbeidsongevallen en in bovengenoemd artikel 2, vijfde en zesde lid.

Het Fonds stelt de betrokken verzekeringsonderneming vóór 30 november van het jaar schriftelijk in kennis van de verzwaarde risico's met vermelding van de identiteit en de grootte van de onderneming zoals bedoeld in artikel 5, derde lid, de reden waarom het een verzwaard risico betreft en de gegevens waarop de berekening gebaseerd is. Het Fonds bezorgt de werkgever en de diensten belast met het toezicht op het welzijn op het werk een afschrift van deze kennisgeving. De verzekeringsonderneming meldt de ontvangst van de kennisgeving per kerende post aan het Fonds.

De betrokken verzekeringsonderneming is deze die op het ogenblik van de kennisgeving door het Fonds de werkgever op 1 januari van het daaropvolgend jaar verzekert op grond van het repertorium bedoeld in artikel 2, tweede lid, b, van het bovengenoemde koninklijk besluit van 16 december 1987.

Indien de betrokken verzekeringsonderneming op 1 januari van het daaropvolgend jaar de werkgever niet meer verzekert, stelt zij het Fonds daarvan onverwijld in kennis, die dan schriftelijk de nieuwe verzekeringsonderneming verwittigt.

Art. 4.Binnen dertig dagen na de ontvangst van de kennisgeving van het Fonds notificeert de betrokken verzekeringsonderneming met een aangetekende brief het bestaan van een verzwaard risico aan de werkgever. Deze brief vermeldt de elementen opgenomen in de kennisgeving van het Fonds, de berekening van de contributie, de termijn voor betaling en de gevolgen op de contractuele verplichtingen zoals die uit de toepassing van artikel 49ter van de wet voortvloeien.

Art. 5.De contributie is verschuldigd voor het jaar waarin de verzekeringsonderneming overeenkomstig artikel 4 het bestaan van een verzwaard risico notificeert aan de werkgever.

De contributie wordt zonder tussenpersoon betaald aan de betrokken verzekeringsonderneming. Indien echter op 1 januari van het erop volgend jaar een verzekeringscontract aanvangt bij een andere verzekeringsonderneming, dient de betaling vanaf die datum te geschieden aan deze laatste verzekeringsonderneming.

De contributie wordt forfaitair vastgesteld op basis van de grootte van de onderneming. Zij bedraagt 3.000 euro voor de ondernemingen met minder dan 50 voltijdse equivalenten en wordt verhoogd met 2.000 euro per bijkomende schijf van 50 voltijdse equivalenten, maar wordt beperkt tot 15.000 euro. Het aantal voltijdse equivalenten vastgesteld overeenkomstig artikel 2, vijfde lid, is dat van het laatste jaar van de observatieperiode.

De bedragen bedoeld in het vorig lid en in artikel 49bis, zesde lid, van de wet worden op 1 januari van ieder jaar en voor het eerst op 1 januari 2010 gekoppeld aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 20 juli 2000 betreffende de uniformering van de spilindexen in de sociale materies ter gelegenheid van de invoering van de euro. De voormelde bedragen zijn gekoppeld aan de vereffeningscoëfficiënt van kracht op 1 januari 2009.

Art. 6.De opslag bedoeld in artikel 49bis, derde lid, van de wet wordt vastgesteld op 10 % van het verschuldigd bedrag.

Art. 7.De verzekeringsonderneming stelt aan de werkgever vóór 30 juni van het jaar volgend op de notificatie en na betaling van de contributie een actieplan voor met concrete preventiemaatregelen teneinde een herhaling van arbeidsongevallen die aanleiding hebben gegeven tot de toepassing van dit besluit te voorkomen.

De werkgever brengt onverwijld het voorgestelde actieplan en de voorgestelde maatregelen ter kennis van de interne of de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk en, al naar gelang het geval, van het comité voor preventie en bescherming op het werk, van de syndicale afvaardiging of van de werknemers zoals bedoeld in hoofdstuk VIII van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk teneinde in samenspraak met hen het actieplan op te stellen.

Art. 8.Het verslag van de verzekeringesondernemingen aan het Fonds, waarin artikel 49bis, zesde lid, 4°, van de wet voorziet, wordt in het jaarverslag van de preventiediensten van de verzekeringsondernemingen ingevoegd.

Art. 9.In artikel 2, 1°, e, van het koninklijk besluit van 16 december 1987 houdende organisatie en werking van een centrale gegevensbank bij het Fonds voor Arbeidsongevallen worden de woorden « en 14° » ingevoegd tussen de woorden « artikel 58, § 1, 11° » en « van ».

Art. 10.Op 1 januari 2009 treden in werking : 1° de artikelen 54, 55 en 70 van de wet van 13 juli 2006 houdende diverse bepalingen inzake beroepsziekten en arbeidsongevallen en inzake beroepsherinschakeling;2° dit besluit.

Art. 11.De minister bevoegd voor Financiën en de Minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 december 2008.

ALBERT Par le Roi : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Werk, Mevr. J. MILQUET

^