Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 januari 2002
gepubliceerd op 16 april 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende protocol van akkoord 2001-2002

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012185
pub.
16/04/2002
prom.
23/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/23/2002012185/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende protocol van akkoord 2001-2002 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, betreffende protocol van akkoord 2001-2002.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2001 Protocol van akkoord 2001-2002 (Overeenkomst geregistreerd op 7 juni 2001 onder het nummer 57383/CO/226)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.

Art. 2.1. Voorwoord en toepassingsgebied.

Dit akkoord wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2001-2002.

Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken. 2. Koopkracht. - De werkelijke wedden, barema's, huisbarema's inclusief, worden verhoogd met 2 pct. op 1 juli 2001. - De werkelijke wedden van de bedienden die vallen onder het toepassingsgebied van het sectoraal basisbarema en het overgangsbarema A en de huisbarema's hierop gebaseerd worden verhoogd per 1 januari 2002 met 24,79 EUR (1 000 BEF).

De wedden van de bedienden die vallen onder het overgangsbarema B en de huisbarema's hierop gebaseerd worden verhoogd met 12,39 EUR (500 BEF) per 1 januari 2002 en met 12,39 EUR (500 BEF) op 1 december 2002. - De afronding bij overuren in ondernemingen met een tijdsregistratie wordt afgeschaft. Voor de ondernemingen zonder tijdsregistratie blijft artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1998 onverminderd van toepassing. - Loonregeling : bij promotie verloopt de overgang als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tijdens voornoemde perioden wordt de fictieve anciënniteit, indien deze hoger is dan de reële anciënniteit geblokkeerd. - Afwijkende arbeidsregimes : ondernemingen die werknemers tewerkstellen met nachtarbeid, ploegenarbeid, weekendwerk, dienen hieromtrent in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst uit te werken in verband met de betaling van deze toeslagen. Bestaande regelingen blijven van toepassing. - Vanaf 1 januari 2001 gebeurt de indexatie op de werkelijke wedde begrensd tot de eindwedde van klasse 8. 3. Fonds voor bestaanszekerheid. De werkgeversbijdrage voor het fonds voor bestaanszekerheid wordt vastgesteld op 0,50 pct. vanaf 1 oktober 2001 tot 31 december 2002 inclusief de bijdrage bestemd voor de risicogroepen.

Voor het jaar 2001 en 2002 wordt het protocol 1999-2000 betreffende het fonds voor bestaanszekerheid toegepast. De leden van de raad van beheer zullen in die zin de desbetreffende uitgavenposten begroten. 4. Tewerkstellingsmaatregelen. 4.1. Loopbaanonderbreking : het akkoord 1999-2000 wordt verlengd tot 31 december 2001, volgens de modaliteiten van toepassing in de collectieve arbeidsovereenkomst nr 77 van de Nationale Arbeidsraad; 4.2. Tijdskrediet : Het tijdskrediet, beneden de 50 jarige leeftijd, in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van de Nationale Arbeidsraad wordt vanaf 1 januari 2002 van 1 op 3 jaar gebracht. De drempel wordt vastgesteld op 5 pct. van de bedienden van de onderneming conform de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van de Nationale Arbeidsraad. Voor het leidinggevend personeel (cfr. sociale verkiezingen) en voor vertrouwensposten in toepassing van het koninklijk besluit van 1965 dient voorafgaand het akkoord verkregen te worden van de werkgever; 4.3. Landingsbanen : - halftijdse arbeidsregelingen vanaf 50-jarige leeftijd worden opgenomen in de drempel van 5 pct. (cfr. pt. 4.2.); - 4/5 tijdskrediet vanaf 50-jarige leeftijd (onbeperkt aantal) met een verhoogde aanvullende vergoeding van 74,37 EUR (3 000 BEF) per maand gefinancierd door het fonds voor bestaanszekerheid. Dit bedrag wordt verminderd met de vergoedingen toegekend door een regionale en/of communautaire overheid; 4.4. Halftijds brugpensioen vanaf 55-jarige leeftijd; 4.5. Stressbestrijding en arbeidsbeleving : de werkgroep algemene zaken zal sectorale onderzoekscriteria bepalen met als doel een sectoraal onderzoek te laten geschieden in het kader van de stressbestrijding en van de arbeidsbeleving bij de bedienden; 4.6. Artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de vakantie, het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en de regionale verlofdagen : wordt de sectorale vakantiedag vanaf 1 januari 2002 toegekend aan de bedienden die in dienst waren op 1 januari van het vakantiejaar; 4.7. Halve verlofdagen : artikel 7, § 1 : zonder afbreuk te doen van het aantal verlofdagen kunnen wat het tijdstip ervan betreft afwijkende regelingen getroffen worden op ondernemingsvlak; 4.8. Voor alle sectorale tewerkstellingsmaatregelen kunnen de bedienden die ervan gebruik maken, voor zover ze in overeenstemming zijn met gemeenschaps- of regionale ondersteunende maatregelen, een beroep doen op de daartoe voorziene aanmoedigingspremies. 5. Functieclassificatie. De functieclassificatiecommissie zal tegen juni 2002 een actualisering doorvoeren van de bestaande en eventuele nieuwe voorbeeldfuncties. De gevolgen ervan op het sectoraal barema zullen worden onderzocht door de werkgroep algemene zaken.

Het resultaat van het onderzoek kan geen kostenverhogend effect hebben op de collectieve arbeidsovereenkomst periode 2001 en 2002. 6. Opleiding. Per jaar en per bediende zal er gemiddeld op het niveau van de technische bedrijfseenheid één (1) dag toegekend worden voor het volgen van vormings- en/of opleidingsinitiatieven, training on the Job. De rapportering gebeurt op het niveau van de onderneming met de geëigende overlegorganen. 7. Mobiliteit. Het bestaande terugbetalingsplafond voor de verplaatsing van en naar het werk, ongeacht het vervoermiddel, wordt afgeschaft vanaf 1 april 2001. De terugbetaling van verplaatsingskosten van en naar het werk, ongeacht het vervoermiddel, overeenkomstig de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de werkgeverstussenkomst in de vervoerskosten wordt op 60 pct.gebracht.

De werkgroep algemene zaken zal een procedure en de modaliteiten vaststellen omtrent de uitwerking van een sectoraal mobiliteitsplan. 8. Tweede pensioenpijler. De werkgroep algemene zaken zal een onderzoek laten instellen naar de opportuniteit van een tweede pensioenpijler op sectoraal vlak rekening houdende met de reeds bestaande aanvullende pensioenstelsels op het niveau van de individuele onderneming en met de nieuwe reglementering ter zake. 9. Ondernemingsoverleg. In toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 tot vaststelling van het statuut van de vakbondsafvaardiging, kunnen de afgevaardigden in hun communicatie een beroep doen op het ondernemings-E-mail systeem. Hieromtrent zal op ondernemingsvlak een regeling uitgewerkt worden. 10. Aanbevelingen. Regionale overlegplatforms : de werkgroep algemene zaken zal de modaliteiten van samenstelling en werking bespreken aangaande de oprichting van sectorale subregionale overlegplatforms.

Deze overlegplatforms hebben tot doel de sectorale mobiliteitsplannen en de opleidingsplannen verder in te vullen. 11. Sociale vrede. De vakbonden verbinden zich ertoe geen acties te zullen ondernemen of ondersteunen, die indruisen tegen de geest van het sociaal akkoord voor de jaren 2001 en 2002.

Verder gaan de ondertekenende vakbonden de verbintenis aan geen verdere eisen te stellen, noch op het vlak van de sector noch op het vlak van de ondernemingen, die uitwerking hebben vóór 1 januari 2003.

Deze verbintenis slaat op de verdere eisen zoals financiële voordelen en niet bekomen voordelen die deel uitmaakten van het eisenprogramma ingediend op het vlak van de sector en bindt eveneens alle individuele personen die onder de toepassing van de overeenkomst ressorteren.

De bedragen die voortkomen van de werkgeversbijdrage voor het sociaal fonds met betrekking tot de jaren 2001 en 2002 voor de syndicale premie zullen slechts ter beschikking worden gesteld na afloop van elk der betrokken jaren; deze terbeschikkingstelling is afhankelijk van de eerbiediging van de sociale vrede tijdens dat jaar, zowel op het vlak van de sector als op het vlak van de ondernemingen, door elk van de ondertekenende vakbonden.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001; zij wordt gesloten voor de duur van twee jaar.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^