Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 januari 2006
gepubliceerd op 06 april 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012820
pub.
06/04/2006
prom.
23/01/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JANUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de vezelcement;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Besluit :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de vezelcement, betreffende conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 januari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de vezelcement Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juni 2005 Conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 2 september 2005 onder het nummer 76266/CO/106.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de vezelcement (PSC 106.03) en de arbeid(st)ers, tewerkgesteld door deze werkgevers. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.In de periode van 1 juli 2005 tot en met 30 juni 2007 wordt in toepassing van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen de regeling brugpensioen uitgebreid tot de arbeid(st)ers van 58 jaar en ouder die worden afgedankt om elke andere dan dringende reden.

Artikel 3.De leeftijdsvoorwaarde van 58 jaar dient vervuld te zijn in de periode tussen 1 juli 2005 en 30 juni 2007 en bovendien op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst een einde neemt.

Art. 4.De aanvragers van de brugpensioenregeling vanaf 58 jaar zullen zich ertoe verbinden bij het bereiken van een volledige beroepsloopbaan, doch uiterlijk op 65 jaar, over te schakelen naar elke andere geldende pensioenregeling volgens de wettelijke mogelijkheden op dat ogenblik.

Bijgevolg ontslaan zij de werkgever van de verplichting tot de verdere betaling van de aanvullende vergoeding brugpensioen vanaf dat ogenblik, in zoverre de door hen ontvangen uitgekeerde bedragen hoger liggen dan de brugpensioenregeling en in elk geval definitief bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 5.Alle brugpensioenen vanaf 58 jaar zullen gefinancierd worden volgens de bepalingen van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 januari 1985 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid.

De volledige financiering van de kosten, voortvloeiend uit elke brugpensioenregeling, zowel deze ingevoerd in het raam van de bevordering van de tewerkstelling als andere, valt integraal ten laste van de respectievelijke ondernemingen. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2005 en treedt buiten werking op 30 juni 2007 Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 januari 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^