Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 juni 2004
gepubliceerd op 26 augustus 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot instelling van het sectoraal Fonds voor de tweede pijler voor arbeiders van de voedingsindustrie

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201933
pub.
26/08/2004
prom.
23/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/23/2004201933/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JUNI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot instelling van het sectoraal Fonds voor de tweede pijler voor arbeiders van de voedingsindustrie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot instelling van het sectoraal Fonds voor de tweede pijler voor arbeiders van de voedingsindustrie.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Wet van 28 april 2003, Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, Ed. 2.; erratum, Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003.

Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 Instelling van het sectoraal Fonds voor de tweede pijler voor arbeiders van de voedingsindustrie (Overeenkomst geregistreerd op 28 november 2003 onder het nummer 68706/CO/118) HOOFDSTUK I. - Doelstelling, toepassingsgebied en werking in de tijd

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst stelt het Fonds tweede pijler voor de arbeiders van de voedingsindustrie in, hierna genoemd Fonds 2de pijler PC 118, en regelt de statuten van dit fonds.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders en de arbeidsters die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

Art. 3.De partijen vragen de algemeenverbindendverklaring aan.

Art. 4.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 oktober 2003 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één der partijen, - mits naleving van artikel 10 van de wet op de aanvullende pensioenen van 28 april 2003 (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, Ed. 2; erratum, Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003), hierna WAP genoemd, en - middels een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan alle organisaties die erin vertegenwoordigd zijn.

Art. 6.De opzegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft automatisch de ontbinding van het Fonds 2de pijler PC 118 tot gevolg.

In dat geval wijst het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid de vereffenaars aan, bepaalt hun machten en bezoldigingen en duidt de bestemming van het vermogen aan. HOOFDSTUK II. - Oprichting, benaming, maatschappelijke zetel, doel, bestaansduur

Art. 7.Met ingang van 1 oktober 2003 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, zoals bedoeld in de wet van 7 januari 1958, betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, onder de benaming « Fonds 2e pijler PC 118 ».

Art. 8.Het « Fonds 2e pijler PC 118 » is opgericht volgens de bepalingen van hoofdstuk III van de WAP.

Art. 9.Het « Fonds 2e pijler PC 118 » heeft als enig doel de inrichting van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie.

Art. 10.De opdracht tot inrichting van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel is beperkt tot : - de organisatie van de doorstroming van de noodzakelijke gegevens; - de organisatie van de financiële stroom; - het toezicht op de algemene werking en op de resultaten van de verzekeringsinstelling; - het toezicht op het solidariteitsluik, beheerd door de pensioeninstelling; - de informatie aan de aangeslotenen en van hun werkgevers; - de vaststelling van de modaliteiten en procedures die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 11.De maatschappelijke zetel van het « Fonds 2e pijler PC 118 » is gevestigd te 1000 Brussel, Grote Markt, 10. HOOFDSTUK III. - Beheer

Art. 12.Het « Fonds 2e pijler PC 118 » wordt beheerd door een raad van beheer die paritair samengesteld is uit afgevaardigden van alle werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties die zetelen in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

Art. 13.De raad bestaat uit tien effectieve leden, en tien plaatsvervangende leden, waarvan telkens de ene helft afgevaardigden van de werkgeversorganisaties, en de andere helft afgevaardigden van de werknemersorganisaties.

Art. 14.Het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid wijst de leden van de raad van beheer aan onder de afgevaardigden van de werkgevers- en werknemersorganisaties van de fondsen voor bestaanszekerheid van de sector. Hun mandaat duurt drie jaar.

Art. 15.Om de drie jaar, duidt de raad van beheer in zijn midden, een voorzitter en ondervoorzitter aan. Deze zijn herkiesbaar.

Art. 16.De raad van beheer vergadert op bijeenroeping van de voorzitter.

Art. 17.De voorzitter is gehouden de raad bijeen te roepen minstens tweemaal per jaar en telkens wanneer ten minste twee leden van de raad erom verzoeken.

Art. 18.In de oproeping moet de dagorde vermeld staan. De verslagen worden opgemaakt door de secretaris, aangewezen door de raad van beheer, en ondertekend door degene die de vergadering heeft voorgezeten.

Art. 19.De beslissingen worden éénparig genomen.

Art. 20.De stemming is geldig voor zover eraan deelgenomen wordt door tenminste één vertegenwoordiger van elke organisatie.

Art. 21.Er kan slechts worden gestemd over de punten die op de dagorde voorkomen.

Art. 22.De raad van beheer heeft tot opdracht het « Fonds 2e pijler PC 118 » te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig blijken voor zijn goede werking.

Art. 23.De raad van beheer bezit de meest uitgebreide machten voor het beheren en het besturen van het pensioenfonds.

Art. 24.De raad van beheer treedt in al zijn handelingen op en handelt in rechte bij monde van de voorzitter of van de beheerder daartoe afgevaardigd.

Art. 25.De raad van beheer kan zijn machten geheel of ten dele overdragen aan één of meerdere van zijn leden of zelfs aan derden.

Art. 26.De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan ingevolge hun beheer ten opzichte van de verbintenissen van het fonds. HOOFDSTUK IV. - Financiële doorstroom

Art. 27.De bijdragen voor de financiering van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel worden uitsluitend vastgelegd bij collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid die algemeen verbindend verklaard worden.

Art. 28.Deze bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 29.Zoals artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, het voorschrijft zijn de wijzen van berekening, van inning, van invordering van deze bijdragen en van eventuele bijdrageopslagen en verwijlintresten dezelfde als deze die gelden voor sociale zekerheidsbijdragen.

Art. 30.Deze bijdragen worden integraal doorgestort naar de pensioeninstelling. Het « Fonds 2e pijler PC 118 » beschikt op geen enkele andere manier over deze bijdragen.

Art. 31.Het « Fonds 2e pijler PC 118 » kan beschikken over werkingsmiddelen toegekend door de Waarborg- en Sociale Fondsen van de voedingsindustrie om de bestuurskosten te dekken. HOOFDSTUK V. - Begrotingen en rekeningen

Art. 32.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.

Art. 33.In afwijking op de vorige paragraaf begint het eerste dienstjaar op 1 oktober 2003 en eindigt op 31 december 2004.

Art. 34.Elk jaar wordt, uiterlijk tijdens de maand december, een begroting voor het volgende jaar ter goedkeuring voorgelegd aan het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

Art. 35.Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar afgesloten. De afsluiting en de balans moeten op rekenplichtig gebied voldoende omschreven zijn.

Art. 36.De raad van beheer, alsmede de bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid door het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid aangewezen revisor, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.

Art. 37.De balans, samen met bovengenoemde schriftelijke verslagen, moeten uiterlijk tijdens de maand juli ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid worden voorgelegd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^