Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 juni 2004
gepubliceerd op 20 augustus 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel die ongeregelde diensten, internationale pendeldiensten en/of internationale geregelde diensten uitvoeren

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201936
pub.
20/08/2004
prom.
23/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/23/2004201936/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JUNI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel die ongeregelde diensten, internationale pendeldiensten en/of internationale geregelde diensten uitvoeren (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel die ongeregelde diensten, internationale pendeldiensten en/of internationale geregelde diensten uitvoeren.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 juni 2003 Loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel die ongeregelde diensten, internationale pendeldiensten en/of internationale geregelde diensten uitvoeren (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 2003 onder het nummer 67715/CO/140.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 3.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ongeregelde diensten, internationale pendeldiensten en/of internationale geregelde diensten uitvoeren en die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer, alsook op de werklieden die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen. § 2. Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters.

Voor de toepassing van deze overeenkomst, worden gelijkgesteld met werklieden : 1° de personen verbonden aan een werkgever bedoeld door artikel 1, § 1 van deze overeenkomst door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten, ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan hun arbeidsovereenkomst werd gegeven;2° de personen bedoeld in artikel 3, 5°bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 ter uitvoering van de wet van 27 juni 1969 houdende wijziging van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid van de loontrekkenden. HOOFDSTUK II. - Koopkrachtverhoging

Art. 4.De bedragen vermeld in de artikelen 8, 9, 11, 12, 13, 14, 15, 16 en 17 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 april 1990, met uitzondering van de vermelde ARAB-vergoeding, worden als volgt verhoogd : - op 1 oktober 2003 met 0,5 pct.; - op 1 juli 2004 met 0,5 pct.; - op 1 oktober 2004 met 1 pct. HOOFDSTUK III. - ARAB-vergoeding

Art. 5.Op 1 oktober 2003 stijgt de uurwaarde van de ARAB-vergoeding van 0,97 EUR tot 1 EUR. HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen

Art. 6.Artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 1989, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 9 april 1990, wordt als volgt geherformuleerd : "In geval van volledige of tijdelijke werkloosheid volgens de reglementering van de RVA, dient een uurloon van 9,6944 EUR aangegeven te worden.

Ditzelfde bedrag geldt ook in geval van ziekte, arbeidsongeval en educatief verlof. »

Art. 7.Voor de in de artikelen 2, 3 en 4 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst vermelde bedragen, wordt de verhoging toegepast alvorens een eventuele indexatie op dezelfde datum toe te passen.

Art. 8.Vanaf 1 oktober 2003 wordt een vergoeding voor audio-visuele ondersteuning ter waarde van 10 EUR per maand toegekend aan de chauffeurs die minimum 10 dagprestaties per maand hebben geleverd.

Worden gelijkgesteld met dagprestaties : ziekte, arbeidsongeval, beroepsziekte, vakantie. De gelijkstelling geldt binnen eenzelfde kalendermaand en voor zover er sprake is van één effectieve dagprestatie in diezelfde maand. Op vraag van de partijen zal de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bevestiging vragen van de vrijstelling van deze vergoeding.

Art. 9.De FBAA engageert zich om een bijstandsverzekering voor de chauffeurs die ongeregelde diensten, internationale pendeldiensten en/of internationale geregelde diensten uitvoeren, te onderhandelen en aan te bieden aan haar leden. Hierbij zal ook gewezen worden op de verantwoordelijkheid van de werkgever terzake.

Art. 10.In een door beide partijen goedgekeurd rondschrijven naar de bedrijven zal gewezen worden op de juiste interpretatie van het verloningsstelsel bij gemengde arbeid. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2003 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Elk der ondertekenende partijen kan hieraan evenwel een einde stellen mits betekening van een opzegging van 3 maanden aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^