Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 juni 2011
gepubliceerd op 04 augustus 2011

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2011202992
pub.
04/08/2011
prom.
23/06/2011
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 JUNI 2011. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 juni 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET ____ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2009 Toekenning van een sociaal voordeel (Overeenkomst geregistreerd op 19 januari 2011 onder het nummer 102845/CO/303.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.

Onder "werknemers" verstaat men : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.Aan de in artikel 1 bedoelde werknemers wordt, ten laste van de werkgevers, een sociaal voordeel toegekend. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten en bedrag

Art. 3.§ 1. Het sociaal voordeel wordt toegekend aan de rechthebbende die krachtens een arbeidsovereenkomst verbonden is bij een in artikel 1 bedoelde onderneming, in de loop van het sociaal dienstjaar dat loopt van 1 januari tot 31 december. § 2. Het bedrag van het sociaal voordeel wordt als volgt vastgesteld : - 8,5 EUR per maand voor het sociaal dienstjaar 2009 (met een maximum van 102 EUR per jaar); - 9 EUR per maand vanaf het sociaal dienstjaar 2010 (met een maximum van 108 EUR per jaar).

Vanaf het voordeel voor het sociaal dienstjaar 2010 hebben de bruggepensioneerden het recht op een sociaal voordeel dat 50 pct. bedraagt van bovenvermeld bedrag. § 3. Dit sociaal voordeel geldt zowel voor voltijds als voor deeltijds tewerkgesteld personeel, ongeacht de aard van de arbeidsovereenkomst (voor een bepaalde of een onbepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk).

Het recht op dit sociaal voordeel beperkt zich tot de werknemers die lid zijn van één van de representatieve werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.

Art. 4.In de periode van 15 april tot 31 mei, volgend op het sociaal dienstjaar, verzendt het "Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen", hierna fonds genoemd, aanvraagattesten aan alle werknemers die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen.

Dit attest is in dubbel opgemaakt en vermeldt onder meer het aantal begonnen maanden tewerkstelling in het sociaal dienstjaar alsmede het bedrag van de premie.

Art. 5.De bijdrage-inning voor de financiering van dit sociaal voordeel wordt als volgt vastgesteld : Van 1 april 2007 tot 31 maart 2010 : zal elke werkgever voor elke werknemer een bijdrage ten bedrage van 0,30 pct. van de bruto loonmassa van elk kwartaal in deze periode zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, afdragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Het eerste kwartaal dat hiertoe in aanmerking kwam is bijgevolg het 2e kwartaal van het jaar 2007.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zal de bijdragen rechtstreeks innen.

Vanaf 1 april 2010 : zal elke werkgever voor elke werknemer een bijdrage ten bedrage van 0,20 pct. van de bruto loonmassa van elk kwartaal zoals aangegeven bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid afdragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Het eerste kwartaal dat hiertoe in aanmerking komt, is het 2e kwartaal van het jaar 2010.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zal de bijdragen rechtstreeks innen.

Het "Sociaal Fonds voor de exploitatie van bioscoopzalen", met als zetel Koningsstraat 241 te 1210 Brussel, is gemachtigd om deze gelden, geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, in ontvangst te nemen op bankrekeningnummer 732-6292985-64 van het fonds.

Art. 6.Op voorlegging van dit attest betalen de vakorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, binnen de maand het sociaal voordeel uit aan de rechthebbende leden.

Indien een rechthebbende op het ogenblik van de betaling overleden is, wordt het sociaal voordeel betaald aan de overlevende echtgeno(o)t(e) of wettelijke samenwonende.

Het attest van sociaal voordeel wordt, bij wijze van onderlinge controle, door tenminste twee van de vakorganisaties, vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen afgestempeld.

Art. 7.De werknemersorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, zenden hun afrekeningen van de uitbetaalde attesten door aan het fonds, die de vooruitbetaalde bedragen van de premies aan de vakorganisaties terugbetaalt binnen de 30 dagen na toezending. De vertegenwoordiger van de indienende werknemersorganisatie verklaart elke afrekening voor echt.

Deze afrekening moet op straffe van nietigheid ten laatste overgemaakt worden aan het sociaal fonds op 31 december van het tweede jaar volgend op de betaalperiode.

De attesten zelf worden door de werknemersorganisaties voor controle ter beschikking gehouden van het fonds gedurende drie kalenderjaren volgend op het sociaal dienstjaar.

Art. 8.Een vergoeding van 0,5 EUR per betaald attest wordt toegekend aan de betrokken werknemers- en werkgeversorganisaties die binnen het paritair subcomité vertegenwoordigd zijn. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt vanaf 1 mei 2009 de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 februari 2008, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de toekenning van een sociaal voordeel (koninklijk besluit van 18 september 2008 - Belgisch Staatsblad van 3 november 2008).

Zij heeft uitwerking met ingang vanaf 1 mei 2009 en is gesloten voor een onbepaalde duur.

Zij kan op verzoek van de meest gerede partij worden opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden; deze opzegging moet per aangetekende brief worden gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 juni 2011.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^