Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 juni 2019
gepubliceerd op 25 september 2019

Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 136/1 en 136/2 van het Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 betreffende de elektronische aanbieding van aanslagbiljetten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2019014704
pub.
25/09/2019
prom.
23/06/2019
ELI
eli/besluit/2019/06/23/2019014704/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 JUNI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 136/1 en 136/2 van het Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 betreffende de elektronische aanbieding van aanslagbiljetten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Sedert een aantal jaren kan de belastingplichtige er voor kiezen om zijn aanslagbiljet in de personenbelasting enkel elektronisch te ontvangen via het systeem van internetbankieren en de applicatie "Zoomit".

De Algemene Administratie van de fiscaliteit heeft er voor gekozen om vanaf het aanslagjaar 2019 voor de elektronische aanbieding van het aanslagbiljet in de personenbelasting geen gebruik meer te maken van het systeem van internetbankieren. Het voormelde aanslagbiljet zal voortaan aan de belastingplichtige worden aangeboden via een beveiligd elektronisch platform van de federale overheid.

Het voorliggend besluit heeft tot doel de artikelen 136/1 en 136/2 van het Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 op dit vlak aan te passen.

Deze artikelen hebben betrekking op de aanbieding van de aanslagbiljetten door middel van een procedure waarbij gebruik wordt gemaakt van informaticatechnieken.

Er wordt tevens een overgangsbepaling voorzien voor het aanslagjaar 2019 voor de belastingplichtigen die hun aanslagbiljet reeds elektronisch aangeboden krijgen via het systeem van het internetbankieren. Wanneer de administratie over een geldig e-mailadres beschikt blijven zij bij voortduur hun aanslagbiljet elektronisch ontvangen, met dien verstande dat dit voortaan zal ter beschikking gesteld worden via een beveiligd elektronisch platform van de Federale Overheid.

In het geval van een gezamenlijke aanslag moet de administratie over het e-mailadres van beide partners beschikken, hetzij een persoonlijk e-mailadres, hetzij een gezamenlijk e-mailadres dat zij beiden hebben opgegeven in MyMinFin of in Tax-on-web op het moment van het akkoord voor het verzenden van het aanslagbiljet via het systeem van internetbankieren.

De belastingplichtigen die in het kader van de elektronische aanbieding van het aanslagbiljet via het systeem van internetbankieren, enkel een bankrekeningnummer en geen e-mailadres aan de administratie hebben meegedeeld, zullen hun aanslagbiljet onder een gesloten omslag toegestuurd krijgen. Zij kunnen er evenwel voor opteren een geldig e-mailadres aan de administratie te bezorgen zodat zij verder het aanslagbiljet elektronisch aangeboden krijgen.

Onderhavig ontwerp van besluit houdt tot slot rekening met alle opmerkingen die de Raad van Staat in zijn advies nr.66.157/3 van 11 juni 2019 heeft gemaakt.

Voor wat betreft de opmerking gemaakt door de Raad van Staat in het randnummer 10 van het bovenvermelde advies, spreekt het voor zich dat het voorliggende besluit niet enkel voor de echtgenoten telt maar eveneens voor de wettelijke samenwonenden. Inderdaad, voor de toepassing van dit besluit heeft de term "echtgenoot" de betekenis zoals bepaald in artikel 2, 2° van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Vice-Eerste minister en Minister van Financiën, A. DE CROO

ADVIES 66.157/3 VAN 11 JUNI 2019 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN DE ARTIKELEN 136/1 EN 136/2 VAN HET KONINKLIJK BESLUIT TOT UITVOERING VAN HET WETBOEK VAN DE INKOMSTENBELASTINGEN 1992 BETREFFENDE DE ELEKTRONISCHE AANBIEDING VAN AANSLAGBILJETTEN' Op 9 mei 2019 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van de artikelen 136/1 en 136/2 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 betreffende de elektronische aanbieding van aanslagbiljetten'.

Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 28 mei 2019. De kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jeroen Van Nieuwenhove en Peter Sourbron, staatsraden, Jan Velaers en Bruno Peeters, assessoren, en Astrid Truyens, griffier.Het verslag is uitgebracht door Frédéric Vanneste, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jo Baert, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 11 juni 2019. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Voorafgaande opmerking 2. Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken.Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als ze te oordelen heeft of het vaststellen of het wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Strekking van het ontwerp 3. Voor het elektronisch aanbieden van aanslagbiljetten gebruikt de FOD Financiën thans het Zoomit-platform (1).In de toekomst zal echter gebruik gemaakt worden van het eBox-systeem, dat het voorwerp is van de wet van 27 februari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/2019 pub. 15/03/2019 numac 2019040657 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox sluiten `inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox' (2). Het om advies voorgelegde ontwerp van besluit strekt ertoe de nodige aanpassingen aan te brengen om de overstap naar het eBox-systeem mogelijk te maken.

Daartoe worden de artikelen 136/1 en 136/2 van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 27/07/2015 numac 2015000371 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel I type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 19/11/2015 numac 2015000628 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel II type koninklijk besluit prom. 27/08/1993 pub. 04/03/2016 numac 2016000121 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. - Officieuze coördinatie in het Duits - Deel III sluiten `tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992' (hierna: KB/WIB 92) gewijzigd (hoofdstuk 1 van het ontwerp).

Voor het aanslagjaar 2019 wordt in een overgangsregeling voorzien (hoofdstuk 2). Beschikt de FOD Financiën over een geldig persoonlijk e-mailadres van een burger - of, in het geval van een gezamenlijke aanslag, over een geldig persoonlijk e-mailadres van beide echtgenoten of wettelijk samenwonenden, dan wel over een geldig gemeenschappelijk e mailadres -, dan blijft het uitdrukkelijk via Tax-on-web of MyMinFin gegeven akkoord om het aanslagbiljet via Zoomit te bezorgen, geldig voor de aanbieding van het aanslagbiljet van het aanslagjaar 2019 via de eBox (artikel 3, eerste en tweede lid). Is dat niet het geval, dan wordt het aanslagbiljet op de gewone wijze bezorgd, namelijk in een gesloten omslag (artikel 3, derde lid), wat eveneens als een geldige kennisgeving moet worden beschouwd (artikel 4).

Het ontworpen besluit treedt op 1 juli 2019 in werking (artikel 5).

Rechtsgrond 4. Rechtsgrond voor het ontworpen besluit wordt in principe geboden door artikel 302, derde lid, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92), dat de Koning ermee belast om de toepassingsmodaliteiten te bepalen van de mogelijkheid om de aanslagbiljetten te ontvangen door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt.5. Voor artikel 4 van het ontworpen besluit zal evenwel een beroep moeten worden gedaan op de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning, gelezen in samenhang met artikel 302, eerste lid, van het WIB 92.De machtiging in artikel 302, derde lid, van het WIB 92 heeft immers uitsluitend betrekking op de elektronische procedure, terwijl dat artikel van het ontworpen besluit handelt over het toezenden in een gesloten omslag.

Vormvereisten 6. Het akkoord van de Minister van Begroting ontbreekt.Dat akkoord is krachtens artikel 5 van het koninklijk besluit van 16 november 1994 `betreffende de administratieve en begrotingscontrole' vereist als voor de ontworpen regeling geen of onvoldoende kredieten bestaan, de ontvangsten erdoor rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen worden beïnvloed of erdoor nieuwe uitgaven kunnen ontstaan.

Onderzoek van de tekst Aanhef 7. De aanhef dient in overeenstemming te worden gebracht met wat hiervoor is opgemerkt over de rechtsgrond van het ontworpen besluit. Er zal dus vooraan in de aanhef een verwijzing naar artikel 108 van de Grondwet toegevoegd moeten worden.

Artikel 1 8. De wijzigingen die artikel 1 van het ontwerp beoogt aan te brengen in artikel 136/1 van het KB/WIB 92, houden onder meer in dat het uitdrukkelijke akkoord van een belastingplichtige met de elektronische procedure voor het toezenden van de aanslagbiljetten inhoudt "dat de belastingplichtige regelmatig nagaat of zijn aanslagbiljet hem door middel van [die] procedure werd aangeboden".Daarenboven wordt bepaald dat de belastingplichtige aan de FOD Financiën een geldig persoonlijk e-mailadres dient mede te delen, "dat hem in staat stelt een kennisgeving te ontvangen waarin hem wordt meegedeeld dat zijn aanslagbiljet hem ter beschikking wordt gesteld op het (...) beveiligd elektronisch platform", maar die kennisgeving vervangt niet "de officiële aanbieding van het aanslagbiljet".

Het valt daarbij op dat enkel wordt voorzien in de mogelijkheid om per e-mail een kennisgeving te sturen, zonder dat de belastingadministratie daartoe verplicht wordt, terwijl de belastingsplichtige er niet mee kan volstaan om een kennisgeving per e-mail af te wachten alvorens de eBox te raadplegen.

Daarover om uitleg verzocht, heeft de gemachtigde het volgende doen kennen: "Het is inderdaad zo dat er niet zwart op wit staat dat de belastingplichtige een e mail gaat ontvangen. § 2 van het artikel 136/1 bepaalt evenwel dat er een geldig e mailadres moet meegedeeld worden dat hem in staat stelt een kennisgeving te ontvangen waarin hem wordt meegedeeld dat zijn aanslagbiljet hem ter beschikking wordt gesteld op het elektronisch platform. Met die kennisgeving wordt wel degelijk een e-mail bedoeld. Indien nodig kan dit nog in het verslag aan de Koning en/ of het KB expliciet worden gesteld." Al is het kennisgeven via e-mail niet 100% betrouwbaar wat het afleveren van het bericht betreft (het opgegeven e-mailadres kan niet meer werkzaam zijn of het bericht kan om een of andere technische reden niet ter bestemming geraken), toch is het minste wat van de belastingdienst kan worden gevraagd dat in elk geval een kennisgeving naar het opgegeven e mailadres wordt verzonden (zonder te hoeven controleren of het bericht ook effectief aankomt, althans indien niet blijkt dat het e-mailadres niet meer geldig is). Een verplichting daartoe zou in de ontworpen bepaling moeten worden opgenomen (3).

Aldus zal de belastingplichtige ervan kunnen uitgaan dat, als een geldig e-mailadres is opgegeven, hij in normale omstandigheden een e-mail zal ontvangen waarbij hij verwittigd wordt dat het aanslagbiljet in de eBox te vinden is.

De verplichting voor de belastingplichtige om zo nodig regelmatig te controleren of het aanslagbiljet via de eBox is aangeboden, blijft echter overeind. De gemachtigde heeft daaromtrent de volgende uitleg verstrekt: "Artikel 136, § 1, tweede lid is niet gewijzigd ten opzichte van de nu bestaande tekst. Deze passage is erin opgenomen als een soort noodbepaling om te voorkomen dat de belastingplichtige bijvoorbeeld zou stellen dat, alhoewel het bericht naar het correcte e-mailadres verstuurd werd, hij dit nooit ontvangen heeft en hij dus niet in de mogelijkheid was om kennis te nemen van zijn aanslagbiljet. Door dergelijke passage op te nemen wordt dit voorkomen. § 3, 3° van artikel 136/1 vangt dit enkel op voor het geval het e-mailadres niet meer geldig is. In dit geval wordt er dan ook een papieren aanslagbiljet verstuurd." Artikel 3 9. In artikel 3, eerste lid, van het ontwerp wordt bepaald in welke gevallen een uitdrukkelijk gegeven akkoord wat de aanbieding van het aanslagbiljet via Zoomit betreft, ook geldig blijft voor het via de eBox aanbieden van het aanslagbiljet voor het aanslagjaar 2019. Op de vraag wat er voor de navolgende aanslagjaren dan gebeurt, reageerde de gemachtigde als volgt: "Het gaat hier inderdaad ook over de aanslagjaren volgend op 2019. Er had moeten staan `2019 en volgende'. We zullen dit aanpassen." Daarmee kan worden ingestemd. 10. Artikel 3, tweede lid, van het ontwerp spreekt alleen over "echtgenoten", maar die regeling dient ook te gelden voor wettelijk samenwonenden die evenzeer gezamenlijk aangeslagen worden. Artikel 5 11. Uiteraard kan de voorziene datum van inwerkingtreding slechts gehandhaafd worden als bij het in voetnoot 2 bedoelde koninklijk besluit de datum vanaf wanneer de FOD Financiën dient te voorzien in een elektronische uitwisseling via de eBox effectief ook op 1 juli 2019 wordt bepaald. De griffier A. Truyens De voorzitter J. Baert _______ Nota's (1) Dat is een platform voor internetbankieren.(2) De Koning dient, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de datum te bepalen vanaf wanneer onder meer de FOD Financiën dient te voorzien in een elektronische uitwisseling via de eBox (artikel 13 van de wet van 27 februari 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/02/2019 pub. 15/03/2019 numac 2019040657 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet inzake de elektronische uitwisseling van berichten via de eBox sluiten).De gemachtigde heeft aangekondigd dat daartoe kortelings een ontwerp van koninklijk besluit aan de afdeling Wetgeving zal worden voorgelegd. (3) Een vermelding in het verslag aan de Koning volstaat niet. 23 JUNI 2019. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 136/1 en 136/2 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 betreffende de elektronische aanbieding van aanslagbiljetten FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 302, derde lid, ingevoegd door artikel 25 van de wet van 17 juni 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/06/2013 pub. 28/06/2013 numac 2013003202 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling sluiten houdende fiscale en financiële bepalingen en bepalingen betreffende de duurzame ontwikkeling;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 april 2019;

Gelet op het advies 66.157/3 van de Raad van State, gegeven op 11 juni 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1 - Wijzigingen aan het Koninklijk Besluit ter uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992

Artikel 1.In artikel 136/1 van het Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd door het koninklijk besluit van 7 februari 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/02/2014 pub. 14/02/2014 numac 2014003043 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 302, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende de aanbieding van aanslagbiljetten door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt sluiten worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1, wordt vervangen als volgt: " § 1.Wanneer de belastingplichtige uitdrukkelijk akkoord gaat met de werkwijze uiteengezet in artikel 302, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ofwel via Tax-on-web bij het invullen van de aangifte, ofwel via MyMinFin, wordt zijn aanslagbiljet uitsluitend aangeboden via een beveiligd elektronisch platform van de Federale Overheid.

Dit akkoord houdt in dat de belastingplichtige regelmatig nagaat of zijn aanslagbiljet hem door middel van de in het vorige lid vermelde procedure werd aangeboden."; 2° paragraaf 2, wordt vervangen als volgt: "De belastingplichtige deelt aan de administratie via Tax-on-web of MyMinFin een geldig persoonlijk e-mailadres mee.De administratie zal op dit e-mailadres aan de belastingplichtige een kennisgeving sturen waarin hem wordt meegedeeld dat zijn aanslagbiljet hem ter beschikking wordt gesteld op het in § 1, eerste lid bedoelde beveiligd elektronisch platform.";

De in het eerste lid bedoelde kennisgeving vervangt echter niet de officiële aanbieding van het aanslagbiljet in het in § 1, eerste lid, bedoelde beveiligd elektronisch platform."; 3° in § 3, eerste lid, 2°, worden de woorden "internetbankieren" vervangen door de woorden "het in § 1, eerste lid, bedoelde beveiligd elektronisch platform"; 4° paragraaf 3, 3° wordt vervangen als volgt: "3° aan de administratie een e-mailadres heeft meegedeeld dat op het ogenblik van de elektronische aanbieding van het aanslagbiljet niet meer geldig is.";

Art. 2.In artikel 136/2 van hetzelfde Koninklijk besluit, ingevoegd door het koninklijk besluit van 7 februari 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/02/2014 pub. 14/02/2014 numac 2014003043 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 302, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende de aanbieding van aanslagbiljetten door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.In het geval van een gemeenschappelijke aanslag moet elke echtgenoot het in artikel 136/1, § 2, bedoelde e-mailadres opgeven.

In het geval beide echtgenoten hetzelfde hierboven bedoelde e-mailadres hebben opgegeven, wordt verondersteld dat beide echtgenoten op de hoogte zijn van de kennisgeving van de verzending van het aanslagbiljet en zij dus beiden in de mogelijkheid zijn om hun rechten, meer in het bijzonder inzake het bezwaar, uit te oefenen."; 2° in § 3, 1°, worden de woorden "de echtgenoot die zijn inkomsten in de linkerkolom van de aangifte in de personenbelasting aangeeft, "vervangen door de woorden "één van de echtgenoten";3° paragraaf 3, 3°, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 2 - Overgangsbepalingen

Art. 3.Indien de Federale Overheid Financiën beschikt over een geldig persoonlijk e-mailadres dat aan de administratie werd meegedeeld ofwel via Tax-on-web ofwel via MyMinFin, blijft het in artikel 136/1, § 1, van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 bedoelde uitdrukkelijk gegeven akkoord wat de aanbieding van het aanslagbiljet via het systeem van internetbankieren betreft, ook geldig voor de aanbieding van het aanslagbiljet met betrekking tot het aanslagjaar 2019 en volgende via het in het bovenvermelde artikel 136/1, § 1, eerste lid, zoals gewijzigd door artikel 1, 1°, van onderhavig besluit bedoelde beveiligd elektronisch platform van de Federale Overheid.

In het geval van een gezamenlijke aanslag dient de administratie ofwel over een geldig persoonlijk e-mailadres van beide echtgenoten ofwel over een geldig gezamenlijk e-mailadres te beschikken.

Indien er, in het kader van de aanbieding van het aanslagbiljet via het systeem van internetbankieren, geen geldig persoonlijk e-mailadres aan de administratie via de in het eerste lid vermelde kanalen werd meegedeeld, zal het aanslagbiljet onder gesloten omslag worden overgemaakt.

Art. 4.De overmaking van het aanslagbiljet onder gesloten omslag aan de belastingplichtige voor de aanslagjaren waarvoor deze expliciet gekozen had voor de aanbieding ervan via het systeem van internetbankieren, is een geldige kennisgeving van het aanslagbiljet die het beginpunt is van de termijn bepaald in artikel 371, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. HOOFDSTUK 3 - Inwerkingtreding

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2019.

Art. 6.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 juni 2019.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste minister en Minister van Financiën, A. DE CROO

^