Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 mei 2006
gepubliceerd op 31 mei 2006

Koninklijk besluit ter uitvoering van de richtlijn 2004/112/EG van de Commissie van 13 december 2004 en tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 oktober 1998 ter uitvoering van de richtlijn 95/50/EG van de Raad van 6 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2006014117
pub.
31/05/2006
prom.
23/05/2006
ELI
eli/besluit/2006/05/23/2006014117/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 MAART 2006. - Koninklijk besluit ter uitvoering van de richtlijn 2004/112/EG van de Commissie van 13 december 2004 en tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 oktober 1998 ter uitvoering van de richtlijn 95/50/EG van de Raad van 6 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over de weg, de spoorweg of de waterweg, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985 en 28 juli 1987, en op artikel 3 gewijzigd bij de wet van 03 mei 1999;

Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 05 april 1995, 04 augustus 1996 en 27 november 1996, en op artikel 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 oktober 1998 ter uitvoering van de richtlijn 95/50/EG van de Raad van 06 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg;

Gelet op het advies van de raadgevende commissie administratie - nijverheid, gegeven op 11 oktober 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 november 2005;

Overwegende dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit zijn betrokken;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals die bepaling vervangen is bij de wet van 02 april 2003;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Economie en Onze Minister van Mobiliteit en van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 oktober 1998 ter uitvoering van de richtlijn 95/50/EG van de Raad van 06 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, wordt een nieuw eerste lid ingevoegd, luidend als volgt : « Dit besluit zet de richtlijn 95/50/EG van de Raad van 06 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, gewijzigd bij de richtlijn 2001/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van 07 mei 2001 en de richtlijn 2004/112/EG van de Commissie van 13 december 2004, om in Belgisch recht. » Artikel 7, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt als volgt gewijzigd : « Indien tijdens een controle over de weg één of meer van de in bijlage II vermelde inbreuken van risicocategorie I worden vastgesteld, mag de controleambtenaar de bestuurder van het betrokken voertuig bevelen zijn voertuig op een plaats te parkeren die in het hoofdstuk 8.4 van het A.D.R. bepaalde veiligheidsgaranties biedt, zolang de tekortkomingen niet zijn verholpen. De bestuurder is verplicht de bevelen van de controleambtenaar op te volgen. De kosten die te wijten zijn aan het doorrijverbod, zijn ten laste van de overtreder. » Bijlagen I, II en III van het koninklijk besluit van 19 oktober 1998 ter uitvoering van de richtlijn 95/50/EG van de Raad van 6 oktober 1995 betreffende uniforme procedures voor de controle op het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg worden vervangen respectievelijk door bijlagen I, II en III van dit besluit.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 3.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Onze Minister van Economie en Onze Minister van Mobiliteit zijn ieder wat hun betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 23 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage II INBREUKEN In het kader van dit besluit bevat de volgende niet-volledige lijst, ingedeeld in drie risicocategorieën (waarvan categorie I de ernstigste is), een leidraad voor wat als inbreuk dient te worden beschouwd.

Bij de bepaling van de juiste risicocategorie moet rekening worden gehouden met de specifieke omstandigheden; de bepaling hiervan wordt overgelaten aan de controlerende instantie/functionaris ter plaatse.

Tekortkomingen die niet onder de risicocategorieën worden genoemd, worden aan de hand van de beschrijvingen van de categorieën ingedeeld.

Wanneer er sprake is van verschillende inbreuken per vervoerseenheid, wordt voor de rapportage (zie bijlage III van dit besluit) alleen de ernstigste risicocategorie vermeld. 1. Risicocategorie I Wanneer er bij het niet in acht nemen van de desbetreffende ADR-bepalingen een hoog risico op dodelijke slachtoffers, ernstig letsel voor personen of significante aantasting van het milieu ontstaat, zullen er normaal gesproken onmiddellijk afdoende corrigerende maatregelen worden genomen, zoals het blokkeren van het voertuig. Dergelijke gevallen zijn : (1) de gevaarlijke goederen mogen niet worden vervoerd;(2) lekkage van gevaarlijke stoffen;(3) vervoer met een verboden of ongeschikt vervoermiddel;(4) bulkvervoer in een container die qua constructie niet geschikt is;(5) vervoer in een voertuig zonder adequaat goedkeuringscertificaat;(6) het voertuig voldoet niet langer aan de goedkeuringsnormen en levert een direct gevaar op (anders ingedeeld in risicocategorie II);(7) er wordt een niet-goedgekeurde verpakking gebruikt;(8) de verpakking voldoet niet aan de verpakkingsinstructie die van toepassing is;(9) er wordt niet voldaan aan de speciale bepalingen voor gezamenlijke verpakking;(10) er wordt niet voldaan aan de voorschriften inzake beladen en vastzetten;(11) er wordt niet voldaan aan de voorschriften inzake het gezamenlijk laden van colli;(12) er wordt niet voldaan aan de voorschriften inzake de maximaal toelaatbare vulling van tanks of colli;(13) er wordt niet voldaan aan de voorschriften inzake de beperking van de hoeveelheden die in één vervoerseenheid mogen worden vervoerd;(14) vervoer van gevaarlijke goederen zonder vermelding van hun aanwezigheid (bijvoorbeeld documenten, kenmerking en etikettering van de colli, grote etiketten en kenmerking op het voertuig );(15) vervoer zonder grote etiketten en kenmerking op het voertuig;(16) er ontbreekt informatie over de stof die wordt vervoerd waardoor kan worden vastgesteld of er sprake is van een inbreuk van risicocategorie I ( bijvoorbeeld UN-nummer, correcte vervoersnaam, verpakkingsgroep );(17) de chauffeur heeft geen geldig certificaat van een beroepsopleiding;(18) er wordt vuur of een niet reglementaire zaklamp gebruikt;(19) het rookverbod wordt niet in acht genomen.2. Risicocategorie II Wanneer er bij het niet in acht nemen van de desbetreffende ADR-bepalingen een risico op letsel voor personen of aantasting van het milieu ontstaat, zullen er normaal gesproken afdoende corrigerende maatregelen worden genomen, zoals aanpassing op de controleplaats indien dit mogelijk en van toepassing is, maar uiterlijk bij het voltooien van het vervoerstraject van dat moment. Dergelijke gevallen zijn : (1) de vervoerseenheid bestaat uit meer dan een aanhanger/oplegger;(2) het voertuig voldoet niet langer aan de goedkeuringsnormen maar levert geen direct gevaar op;(3) het voertuig bevat geen operationele brandblusser, zoals vereist; een brandblusser kan nog als operationeel worden beschouwd als alleen de voorgeschreven verzegeling en/of de vervaldatum ontbreken; dit gaat echter niet op als duidelijk zichtbaar is dat de brandblusser niet langer operationeel is, bijvoorbeeld als de drukmeter op 0 staat; (4) het voertuig bevat niet de uitrusting die krachtens het ADR of de schriftelijke instructies vereist is;(5) er is niet voldaan aan de beproevings- en inspectiedata en gebruiksperiode voor verpakkingen, IBC's of grote verpakkingen;(6) er worden colli met een beschadigde verpakking, IBC of grote verpakking of beschadigde ongereinigde lege verpakkingen vervoerd;(7) vervoer van verpakte goederen in een container die qua constructie niet geschikt is;(8) de tanks/tankcontainers (ook als ze leeg en ongereinigd zijn) zijn niet correct gesloten;(9) vervoer van een combinatieverpakking met een buitenverpakking die niet correct gesloten is;(10) onjuiste etikettering, kenmerking of grote etiketten;(11) er zijn geen schriftelijke instructies in overeenstemming met het ADR of de schriftelijke instructies hebben geen betrekking op de vervoerde goederen;(12) het voertuig staat niet onder afdoende toezicht of is niet juist geparkeerd.3. Risicocategorie III Wanneer er bij het niet in acht nemen van de desbetreffende bepalingen een gering risico op letsel voor personen of aantasting van het milieu ontstaat en wanneer afdoende corrigerende maatregelen niet op de controleplaats behoeven te worden genomen, maar later bij de onderneming kunnen worden genomen. Dergelijke gevallen zijn : (1) de omvang van grote etiketten of etiketten of de grootte van letters, cijfers of symbolen op grote etiketten of etiketten voldoet niet aan de voorschriften;(2) in de documentatie voor het vervoer ontbreekt andere informatie dan onder risicocategorie I (punt 16) wordt vermeld;(3) het opleidingscertificaat bevindt zich niet in het voertuig, maar er zijn gegevens waaruit blijkt dat de chauffeur dit wel heeft. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 23 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 23 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, M. VERWILGHEN De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^