Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 mei 2001
gepubliceerd op 20 juni 2001

Koninklijk besluit houdende sommige bepalingen betreffende de loopbaan van personeelsleden van het Ministerie van Ambtenarenzaken

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
2001002041
pub.
20/06/2001
prom.
23/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/23/2001002041/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 MEI 2001. - Koninklijk besluit houdende sommige bepalingen betreffende de loopbaan van personeelsleden van het Ministerie van Ambtenarenzaken


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 maart 1995 betreffende de loopbaan van de ambtenaren belast met de opdrachten van de Dienst voor Overheidsopdrachten en Subsidies van het Ministerie van Ambtenarenzaken, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 6 juli 1997;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 mei 2000 houdende diverse bepalingen betreffende de reorganisatie van het Federaal Aankoopbureau;

Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van Ambtenarenzaken, gegeven op 29 juni 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 juli 2000;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 8 december 2000;

Gelet op het protocol nr. 100/2 van 7 februari 2001 van het Sectorcomité I - Algemeen bestuur;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat, in het kader van de verbetering van de werking van het Federaal Aankoopbureau in het Ministerie van Ambtenarenzaken, in het bijzonder om de samenhang te verzekeren van de werkzaamheden van voornoemd Federaal Aankoopbureau als gespecialiseerd tussenpersoon voor de federale administraties voor hun aankopen van goederen en diensten en om meteen ook de raadgevende en adviesbevoegdheden inzake overheidsopdrachten voor de federale administraties functioneel te groeperen bij de Dienst Overheidsopdrachten van de Kanselarij van de Eerste Minister waarvan de knowhow ter zake sedert lang terdege vaststaat, de Dienst voor Overheidsopdrachten en Subsidies die één der functionele onderafdelingen van het Federaal Aankoopbureau vormt zo spoedig mogelijk dient te worden afgeschaft en de personeelsleden van dit Bureau die nu specifiek verbonden zijn aan die Dienst voor andere taken of opdrachten van het Ministerie van Ambtenarenzaken binnen de kortste termijn dienen te worden gereaffecteerd;

Overwegende dat deze reorganisatie die bij koninklijk besluit van 22 mei 2000 wordt bewerkstelligd op haar beurt vereist dat, bij wijze van overgangsmaatregel, de continuïteit van de bijzondere bepalingen van geldelijke aard die van toepassing zijn op het personeel van de Dienst voor Overheidsopdrachten en Subsidies bij hoogdringendheid wordt verzekerd;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de leden van het Rijkspersoneel die voor het Ministerie van Ambtenarenzaken aangewezen zijn en die op 1 juni 2000 bekleed zijn met de graad van adjunct-adviseur voor overheidsopdrachten (afgeschafte graad), eerstaanwezend assistent voor overheidsopdrachten of assistent voor overheidsopdrachten.

Art. 2.§ 1. Kan een bevordering door verhoging in weddeschaal bekomen, de adjunct-adviseur voor overheidsopdrachten (afgeschafte graad) die ten minste negen jaar graadanciënniteit heeft. § 2. De adjunct-adviseur voor overheidsopdrachten (afgeschafte graad) wordt bevorderd tot de graad van adviseur voor overheidsopdrachten volgens de regels van de vlakke loopbaan. In afwijking van artikel 65, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, kan hij slechts tot deze graad worden bevorderd indien hij ten minste achttien jaar graadanciënniteit heeft. § 3. Kan een bevordering door verhoging in weddeschaal bekomen, binnen de perken van de vacante betrekkingen, de adviseur voor overheidsopdrachten die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft.

Art. 3.§ 1. Kan een bevordering door verhoging in weddeschaal bekomen, de assistent voor overheidsopdrachten die ten minste acht jaar graadanciënniteit heeft. § 2 Kan een bevordering door verhoging in weddeschaal bekomen, binnen de perken van de vacante betrekkingen, de eerstaanwezend assistent voor overheidsopdrachten die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft.

Art. 4.Het koninklijk besluit van 22 maart 1995 betreffende de loopbaan van de ambtenaren belast met de opdrachten van de Dienst voor Overheidsopdrachten en Subsidies van het Ministerie van Ambtenarenzaken, gewijzigd bij koninklijk besluit van 6 juli 1997, wordt opgeheven.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2000.

Art. 6.Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 mei 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE

^