Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 november 2000
gepubliceerd op 30 december 2000

Koninklijk besluit tot vaststelling van de voor het luchtverkeer te gebruiken seinen

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
2000014285
pub.
30/12/2000
prom.
23/11/2000
ELI
eli/besluit/2000/11/23/2000014285/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voor het luchtverkeer te gebruiken seinen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 30 april 1947 tot goedkeuring van het Verdrag inzake de internationale burgerlijke luchtvaart, ondertekend te Chicago op 7 december 1944, inzonderheid op bijlage 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 september 1994 tot vaststelling van de vliegverkeersregelen;

Gelet op het ministerieel besluit van 9 juli 1957 tot vaststelling van de voor het luchtverkeer te gebruiken optische seinen, gewijzigd door het ministerieel besluit van 24 januari 1978;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies van de Raad van State, Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Dit besluit stelt de voor het luchtverkeer te gebruiken seinen vast. Deze seinen mogen enkel voor de aangegeven doeleinden worden gebruikt. Geen enkel ander sein dat met deze seinen verward kan worden, mag worden gebruikt.

Diegene voor wie het sein bestemd is, dient zich onmiddellijk te houden aan de instructies overeenkomend met dit sein. HOOFDSTUK II. - Nood- en spoedseinen

Art. 2.De hierna volgende seinen, samen of afzonderlijk gebruikt, betekenen dat er ernstig en onmiddellijk gevaar dreigt en onmiddellijk om hulpverlening wordt verzocht : 1° een radiotelegrafisch of op enige andere wijze uitgezonden sein, bestaande uit de lettergroep SOS ( .- - - . ) van de morsecode; 2° een radiotelefonisch noodsein, aangegeven met het woord MAYDAY;3° een noodbericht verstuurd via gegevensverbinding dat hetzelfde begrip weergeeft als het woord MAYDAY;4° afzonderlijke met korte tussenpozen afgeschoten vuurpijlen of lichtkogels die een rood licht voortbrengen;5° een rode parachutefakkel.

Art. 3.Via de hierna volgende seinen, samen of afzonderlijk gebruikt, geeft een luchtvaartuig kennis van moeilijkheden die tot landen nopen, zonder dat onmiddellijke hulpverlening wordt vereist : 1° het herhaaldelijk aansteken en doven van de landingslichten;2° het herhaaldelijk aansteken en doven van de navigatielichten op zodanige wijze dat het signaal niet kan worden verward met knipperende navigatielichten.

Art. 4.De hierna volgende seinen, samen of afzonderlijk gebruikt, betekenen dat een luchtvaartuig een zeer dringend bericht wil overbrengen betreffende de veiligheid van een luchtvaartuig, schip of ander vervoermiddel, of van een persoon aan boord of in zicht : 1° sein dat radiotelegrafisch of op enige andere wijze wordt overgebracht en bestaat uit de lettergroep XXX;2° radiotelefonisch spoedsein, bestaande uit de woorden PANNE, PANNE;3° via gegevensverbinding verstuurd spoedbericht dat hetzelfde begrip uitdrukt als de woorden PANNE, PANNE. HOOFDSTUK III. - Te gebruiken seinen in geval van onderschepping

Art. 5.De seinen die moeten worden gebruikt in geval van onderschepping zijn vastgesteld in bijlage 1 bij dit besluit. HOOFDSTUK IV. - Optische seinen om een luchtvaartuig te waarschuwen dat het zonder machtiging in een gereglementeerd, verboden of gevaarlijk gebied vliegt, of dat het op het punt staat in zulk gebied binnen te vliegen

Art. 6.Overdag of 's nachts waarschuwt een reeks met tussenpozen van tien seconden van op de grond afgevuurde projectielen, die uiteenspatten in rode en groene sterren of lichten, een luchtvaartuig dat het zonder machtiging in een verboden, gereglementeerd of gevaarlijk gebied vliegt, of dat het op het punt staat in zulk gebied binnen te vliegen, en dat het de nodige maatregelen dient te nemen. HOOFDSTUK V. - Seinen voor het verkeer op het luchtvaartterrein

Art. 7.De licht- en pyrotechnische seinen gegeven door de luchtvaartterreinverkeersleiding zijn vastgesteld in bijlage 2 bij dit besluit.

Art. 8.Seinen waarmee luchtvaartuigen de ontvangst van berichten melden. 1° tijdens de vlucht : a) overdag : de vleugels doen waggelen. Dit sein wordt niet gebruikt op de dwarswindbaan en in de eindnadering. b) 's nachts : tweemaal de landingsschijnwerpers doven en aansteken of, indien het hiermee niet is uitgerust, de navigatielichten.2° op de grond : a) overdag : de rolroeren of het richtingsroer bewegen;b) 's nachts : tweemaal de landingsschijnwerpers doven en aansteken of, indien het hiermee niet is uitgerust, de navigatielichten.

Art. 9.Optische seinen op de grond.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 2. - Seinen door de bestuurder van een luchtvaartuig

gericht aan een seingever

Art. 11.Deze seinen zijn bedoeld om gebruikt te worden door een bestuurder in de cockpit waarbij zijn handen goed zichtbaar zijn voor de seingever en indien nodig verlicht zijn.

De motoren worden genummerd te beginnen van rechts naar links ten opzichte van de seingever die met het gezicht naar het luchtvaartuig staat (dit wil zeggen dat motor nr. 1 de uiterste linkermotor is).

Art. 12.Het ogenblik waarop de bestuurder een vuist maakt of de vingers van zijn hand strekt, geeft respectievelijk het ogenblik aan waarop hij de remmen aanhaalt of losgooit. 1° Remmen aan : de arm, met gestrekte vingers, horizontaal voor het aangezicht heffen, daarna de hand sluiten.2° Remmen los : de arm, met gesloten hand horizontaal voor het gezicht heffen, daarna de vingers strekken.

Art. 13.Wat betreft de wielblokken, geeft de bestuurder de volgende seinen : 1° Plaats de wielblokken : de armen gespreid, de handpalmen naar voren gericht, de handen op zodanige wijze naar binnen bewegen dat ze kruisen voor het aangezicht.2° Verwijder de wielblokken : handen gekruist voor het aangezicht, de handpalmen naar voren, de armen naar buiten toe bewegen.

Art. 14.Klaar om de motor(en) aan te zetten : de bestuurder steekt het aantal vingers van een hand op dat overeenstemt met het nummer van de aan te zetten motor. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen

Art. 15.De watervliegtuigen op het water blijven onderworpen aan de bepalingen ter voorkoming van de aanvaringen op zee ingevoerd bij het koninklijk besluit van 18 mei 1983 tot : 1° het verlenen van uitwerking aan de wijzigingen gebracht in het Reglement en de Bijlagen, gevoegd bij het Verdrag van 1972 inzake de internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee;2° wijziging van het koninklijk besluit van 20 juni 1977 houdende uitvoering van de wet van 24 november 1975 houdende goedkeuring en uitvoering van voormeld Verdrag, bijgevoegd Reglement en zijn Bijlagen.

Art. 16.Het ministerieel besluit van 9 juli 1957 tot vaststelling van de voor het luchtverkeer te gebruiken optische seinen, gewijzigd door het ministerieel besluit van 24 januari 1978, wordt opgeheven.

Art. 17.Artikel 46 van het koninklijk besluit van 15 september 1994 wordt opgeheven.

Art. 18.Onze Minister bevoegd voor de luchtvaart is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 november 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 23 november 2000 tot vaststelling van de voor het luchtverkeer te gebruiken seinen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT

^