Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 oktober 2001
gepubliceerd op 23 november 2001

Koninklijk besluit houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis

bron
diensten van de eerste minister
numac
2001021575
pub.
23/11/2001
prom.
23/10/2001
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis


Federale Diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op de voorstellen geformuleerd door de hoofdconservator van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in haar brief van 22 augustus 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis wordt als volgt samengesteld : a) het hoofd van de instelling, dat ambtshalve lid is;b) leden van het leidinggevend wetenschappelijk personeel van de instelling : - Mevr.A. Cahen-Delhaye, d.d. hoofdconservator, departementshoofd; - de heer E. Gubel, departementshoofd; - Mevr. M. Coppens, afdelingshoofd; - Mevr. E. Van der Elst, afdelingshoofd; c) wetenschappelijke personaliteiten gekozen buiten de instelling : - Mevr.E. Bruyninx, professor aan de Universiteit Gent; - de heer A. Gob, professor aan de « Université de Liège », - de heer H. Van Hulst, professor aan de « Université libre de Bruxelles », - de heer M. Waelkens, professor aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Art. 2.De in artikel 1, b) en c) vermelde leden worden benoemd voor een mandaat van vier jaar.

Art. 3.De voorzitter zal worden gekozen onder de leden vermeld in artikel 1, c).

Art. 4.Het hoofd van de instelling zal het ondervoorzitterschap van de Raad waarnemen.

Art. 5.Het mandaat van de leden van de Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, zoals samengesteld bij koninklijk besluit van 5 maart 1997, wordt verlengd voor de periode van 13 juli 2001 tot de datum van inwerkingtreding van onderhavig besluit.

Art. 6.Onderhavig besluit treedt in werking de eerste dag van de maand die volgt op deze tijdens dewelke het gepubliceerd wordt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 5 maart 1997 houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis wordt opgeheven.

Art. 8.Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 oktober 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE

^