Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 oktober 2003
gepubliceerd op 04 november 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2003021216
pub.
04/11/2003
prom.
23/10/2003
ELI
eli/besluit/2003/10/23/2003021216/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 OKTOBER 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van verscheidene bepalingen betreffende de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, inzonderheid op artikel 1, § 3, 9°, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 juni 2002, artikel 95, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 juli 2001 en 10 juni 2002, artikel 96 en artikel 98, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 juli 2001 en 19 juli 2003, en artikel 10;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een kabinet van een lid van een Regering of van een College van een Gemeenschap of een Gewest, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2003, artikel 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2003, artikel 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2003, artikel 8, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2003, artikel 10, artikel 11, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2003, artikel 12, artikel 13, artikel 14, artikel 16, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2003, artikel 17 en artikel 18;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 2 september 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 4 september 2003;

Gelet op het protocol nr. 467 van 7 oktober 2003 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de secretariaten en beleidsorganen vanaf de vorming van de nieuwe regering werden geïnstalleerd om zo de continuïteit van het regeringswerk te verzekeren, hierbij echter rekening houdend met de bepalingen van het Regeerakkoord ten aanzien van de modernisering van de federale overheidsdiensten;

Overwegende dat het zich opdringt zonder verwijl de beslissingen van de Ministerraad betreffende de begroting die wordt toegekend aan de secretariaten, cellen algemene beleidscoördinatie en cellen algemeen beleid van de regeringsleden evenals aan de beleidscellen in de reglementaire teksten te concretiseren;

Op de voordracht van Onze Eerste minister en Onze minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen

Artikel 1.In artikel 1, § 3, 9°, van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 juin 2002, wordt het woord « beleidscel » ingevoegd tussen het woord « secretariaat » en de woorden « cel algemene beleidscoördinatie ».

Art. 2.In het opschrift van Afdeling 1 van Hoofdstuk XI van hetzelfde besluit, worden de woorden « een beleidscel » ingevoegd tussen de woorden « bij een secretariaat » en de woorden « bij de cel algemene beleidscoördinatie ».

Art. 3.In artikel 95 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 juli 2001 en 10 juni 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « de beleidscel » ingevoegd tussen de woorden « het secretariaat » en de woorden « de cel algemene beleidscoördinatie »;2° in het tweede lid wordt het woord « onbezoldigd » vervangen door het woord « bezoldigd ».

Art. 4.Artikel 96 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgend lid : « De betrokken personeelsleden kunnen vervangen worden binnen de perken van de personeelsenveloppe van hun dienst van oorsprong. ».

Art. 5.In artikel 98, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2001, wordt het woord « beleidscel » ingevoegd tussen het woord « secretariaat » en de woorden « cel algemene beleidscoördinatie ». HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst

Art. 6.In de Nederlandse tekst van het koninklijk besluit van 7 november 2000 houdende oprichting en samenstelling van de organen die gemeenschappelijk zijn aan iedere federale overheidsdienst, wordt het opschrift van afdeling 3 van hoofdstuk 1 vervangen als volgt : « Afdeling 3 - De beleidscel ».

Art. 7.In artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 juli 2001 en 19 juli 2003, worden in de Nederlandse tekst de woorden « Cel Beleidsvoorbereiding » vervangen door het woord « beleidscel ».

Art. 8.In artikel 10, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden in de Nederlandse tekst de woorden « Cel Beleidsvoorbereiding » vervangen door het woord « beleidscel ». HOOFDSTUK III. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een Regering of van een College van een Gemeenschap of Gewest

Art. 9.Het opschrift van afdeling 2 van hoofdstuk 1 van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 betreffende de invulling van de beleidsorganen van de federale overheidsdiensten en betreffende de personeelsleden van de federale overheidsdiensten aangewezen om deel uit te maken van een Regering of van een College van een Gemeenschap of Gewest, wordt vervangen als volgt : « De beleidscel ».

Art. 10.In artikel 2, § 1, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2003, worden in de Nederlandse tekst de woorden « cellen beleidsvoorbereiding » vervangen door het woord « beleidscellen ».

Art. 11.Artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2003, wordt vervangen als volgt : «

Art. 4.De uitvoerende personeelsleden van de beleidscellen worden aangewezen door de minister of staatssecretaris binnen de perken van de budgettaire middelen die hiertoe worden toegekend. ».

Art. 12.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 10.§ 1. De leden van de beleidscellen, de cellen algemeen beleid of de cel algemene beleidscoördinatie, de experten in de cellen algemeen beleid, de uitvoerende personeelsleden van deze cellen en de medewerkers van de secretariaten, die behoren tot het federaal administratief openbaar ambt, een dienst van de Staat, een autonoom overheidsbedrijf, een dienst of een bestuur die afhangt van de Gemeenschappen, de Gewesten, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of de Franse Gemeenschapscommissie, of een gesubsidieerde onderwijsinrichting, genieten een weddecomplement, vastgesteld door de minister of de staatssecretaris binnen de perken van de daartoe toegekende budgettaire middelen. Dit weddecomplement wordt beschouwd als een toelage. Voor de personen die de hoedanigheid hebben van vast benoemde ambtenaar wordt dit weddecomplement in aanmerking genomen voor de berekening van het vakantiegeld en de eindejaarstoelage.

Indien zij niet behoren tot de diensten of instellingen bedoeld in het eerste lid, genieten zij een wedde vastgesteld door de minister of de staatssecretaris binnen de perken van de budgettaire middelen die hiertoe worden toegekend. § 2. De vaste experten van de beleidsraden en de auditcomités ontvangen zitpenningen vastgesteld door de minister of de staatssecretaris binnen de perken van de budgettaire middelen die hiertoe worden toegekend.

De experten van de beleidsraden belast met een bijzondere opdracht, kunnen op hun verzoek een toelage of een wedde genieten binnen de perken van de budgettaire middelen die hiertoe worden toegekend. § 3. In afwijking van § 1, wordt aan de autobestuurders toegekend : 1° een maandelijkse forfaitaire toelage van 272,22 euro;2° een forfaitaire vergoeding met een maximumbedrag van 2478,20 euro per jaar. Deze toelagen kunnen worden verhoogd binnen de perken van de budgettaire middelen die hiertoe worden toegekend.

Het besluit van de Regent van 30 maart 1950 de toekenning regelend van toelagen wegens buitengewone prestaties en het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfkosten toegekend aan de leden van de ministeries zijn op hen niet van toepassing. ».

Art. 13.Artikel 11 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2003, wordt vervangen als volgt : «

Art. 11.§ 1. De geldelijke toestand van de leden, experten en uitvoerende personeelsleden van de cellen en van de medewerkers van de secretariaten, bedoeld in artikel 10, § 1, eerste lid, wordt geregeld als volgt : 1° indien zij behoren tot een federale overheidsdienst of een wetenschappelijke instelling van de Staat, blijft hun werkgever hun wedde verder uitbetalen zonder dat dit gecompenseerd wordt door de minister of staatssecretaris;2° indien zij niet behoren tot een federale overheidsdienst of een wetenschappelijke instelling van de Staat, blijft hun werkgever hun wedde verder uitbetalen, maar betaalt de minister of de staatssecretaris, indien de werkgever hierom verzoekt, hem de wedde terug, desgevallend verhoogd met de werkgeversbijdrage. § 2. De terugbetaling van de bezoldiging van personeelsleden die behoren tot een bestuur of een dienst die afhangt van de Gemeenschappen, de Gewesten, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of de Franse Gemeenschapscommissie, wordt verricht overeenkomstig de voorwaarden die de betrokken Regering of het betrokken College vaststelt naar analogie met artikel 20. ».

Art. 14.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 15.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « van de leden bedoeld in het artikel 6, eerste lid, van de experten bedoeld in artikel 6, derde lid, van de uitvoerende personeelsleden bedoeld in het artikel 7, » worden vervangen door de woorden « de personen bedoeld in artikel 10, § 1, en »;2° de woorden « en van de medewerkers bedoeld in artikel 9 » worden geschrapt.

Art. 16.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 14.De stagiairs die onderworpen zijn aan het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, aangewezen om deel uit te maken van een secretariaat, een beleidscel, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid, zijn onderworpen, wat de verplichtingen van hun stage betreft, aan het hiërarchische gezag van het orgaan waartoe zij behoren. ».

Art. 17.In artikel 16 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2003, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « bedoeld in artikelen 11, § 3, 12 en 13 van dit besluit » geschrapt;2° in het derde lid worden in de Franse tekst de woorden « du niveau et du grade » geschrapt.

Art. 18.In artikel 17, § 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden « in de artikelen 10 en 11 » vervangen door de woorden « in artikel 10 ».

Art. 19.In artikel 18, § 1, van hetzelfde besluit, worden de woorden « bedoeld in de artikelen 12 en 13 van dit besluit » geschrapt. HOOFDSTUK IV. - Inwerkingtreding

Art. 20.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 12 juli 2003.

Art. 21.Onze Eerste Minister en Onze Ministers en Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 oktober 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Ambtenarenzaken, Mevr. M. ARENA

^