Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 september 2005
gepubliceerd op 14 december 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005202490
pub.
14/12/2005
prom.
23/09/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

23 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 september 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 november 2001 Waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen (Overeenkomst geregistreerd op 19 december 2001 onder het nummer 60351/CO/201) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werknemers" verstaan : het mannelijk en vrouwelijk bedienden-personeel.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing : - op de bedienden die gewoonlijk zijn tewerkgesteld gedurende een periode die minder dan een kalendermaand bedraagt; - op de personen die zijn tewerkgesteld in een familieonderneming waar gewoonlijk alleen bloedverwanten, aanverwanten of pleegkinderen arbeid verrichten onder het uitsluitend gezag van de vader, de moeder of de voogd.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het gewaarborgd minimum maandinkomen van 6 juli 1999 en die van 15 juni 2001. HOOFDSTUK II. - Beginselen

Art. 4.Een gemiddeld minimum maandinkomen van 47 066 BEF (1.166,74 EUR) wordt gewaarborgd aan de bedienden van 21 jaar of ouder die normale voltijdse arbeidsprestaties leveren en voorzover ze tewerkgesteld worden in ondernemingen met minder dan 20 werknemers.

Art. 5.Een gemiddeld minimum maandinkomen van 46 026 BEF (1.140,95 EUR) wordt gewaarborgd aan de bedienden van 21 jaar of ouder niet normale voltijdse arbeidsprestaties leveren en voorzover ze tewerkgesteld worden in ondernemingen met 20 of meer werknemers.

In de ondernemingen die 20 werknemers of meer tewerkstellen wordt dit gemiddeld minimum maandinkomen op 1 oktober 2001 verhoogd met 500 BEF (12,39 EUR).

Art. 6.Een gemiddeld minimum maandinkomen van 48 359 BEF (1.189,79 EUR) wordt gewaarborgd aan de bedienden van 21 jaar of ouder, die normale arbeidsprestaties leveren en zes maanden anciënniteit hebben in de onderneming en voor zover deze onderneming minder dan 20 werknemers tewerkstelt.

Art. 7.Een gemiddeld maandinkomen van 47 318 BEF (1.172,98 EUR) word gewaarborgd aan de bedienden van 21 jaar of ouder, die normale arbeidsprestaties leveren en zes maanden anciënniteit hebben in de onderneming en voorzover deze onderneming 20 werknemers of meer tewerkstelt.

In de ondernemingen die 20 werknemers of meer tewerkstellen wordt dit gemiddeld minimum maandinkomen op 1 oktober 2001 verhoogd met 500 BEF (12,39 EUR).

Art. 8.Een gemiddeld minimum maandinkomen van 49 822 BEF (1.235,06 EUR) wordt gewaarborgd aan de bedienden van 22 jaar of ouder, die normale voltijdse arbeidsprestaties leveren en twaalf maanden anciënniteit hebben in de onderneming en voorzover deze onderneming minder dan 20 werknemers tewerkstelt.

Art. 9.Een gemiddeld minimum maandinkomen van 48 782 BEF (1.209,27 EUR) wordt gewaarborgd aan de bedienden van 22 jaar of ouder, die normale voltijdse arbeidsprestaties leveren en twaalf maanden anciënniteit hebben in de onderneming en voorzover deze onderneming 20 of meer werknemers tewerkstelt.

In de ondernemingen die 20 werknemers of meer tewerkstellen wordt de bovengemelde gemiddelde minimum maandinkomen op 1 oktober 2001 verhoogd met 500 BEF (12,39 EUR).

Art. 10.De bedienden van minder dan 21 jaar, die normale voltijdse arbeidsprestaties leveren, hebben recht op een gemiddeld minimum maandinkomen dat gelijk is aan navolgende percentages van het gewaarborgd inkomen bepaald bij de artikelen 4 tot en met 9 : - op 20 jaar : 94 pct.; - op 19 jaar : 88 pct.; - op 18 jaar : 82 pct.; - op 17 jaar : 76 pct.; - op 16 jaar : 70 pct.

Art. 11.Onder "normale voltijdse arbeidsprestaties" worden verstaan : de werkelijk geleverde arbeid, ten belope van de wekelijkse arbeidsduur, zoals deze is vastgesteld bij artikel 19 van de arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978.

Art. 12.Voor het bediendenpersoneel dat met onvolledige dienstbetrekking is tewerkgesteld, wordt het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, bepaald in de artikelen 4 tot en met 9 berekend naar rata van de duur van de maandelijkse arbeidsprestaties.

Art. 13.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder gemiddeld minimum maandinkomen verstaan : - het maandloon dat is gewaarborgd door de loonschalen die zijn vastgesteld door het paritair comité, de collectieve arbeidsovereenkomsten of de individuele arbeidsovereenkomsten voor bedienden. In het maandloon moet zowel het vaste als het veranderlijke gedeelte worden begrepen; - de tegenwaarde per maand van de premies en andere voordelen, eventueel in natura betaald, worden toegekend krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten, ondernemingsovereenkomsten, individuele arbeidsovereenkomsten voor bedienden of de gebruiken.

Art. 14.Worden evenwel uitgesloten voor de bepaling van het gemiddeld minimum maandinkomen : - de aanvullingen voor overwerk bepaald door artikel 29, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1978; - de voordelen welke worden bedoeld in de bepalingen van artikel 19, § 2, van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders; - de premies of vergoedingen die worden uitgekeerd wegens werkelijke door de bedienden gedragen kosten; - de wettelijke en aanvullende sociale prestaties die worden toegekend naar aanleiding van schorsingsperiode van de arbeidsovereenkomst zoals ziekte-uitkeringen, werkloosheidsuitkeringen bij gedeeltelijke werkloosheid, enkel en dubbel vakantiegeld. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 15.§ 1. Op het ogenblik van de betaling van de premie voorzien in hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, zoals aangevuld met de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel, tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden, wordt een afrekening opgemaakt van de betaalde maandlonen alsook van de andere toegekende voordelen, waarvan sprake in artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, gedurende de voorafgaande twaalf maanden of het effectief gepresteerde gedeelte van deze twaalf maanden. § 2. Wanneer de afrekening waarvan sprake in § 1 lager is dan het totaal van de maandbedragen van het gemiddeld minimum maandinkomen dat wordt gewaarborgd door deze collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode waarvoor de afrekening vermeld in § 1 werd opgemaakt, wordt het verschil als complement betaald op het ogenblik van de betaling van de premie waarvan sprake in hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999, vermeld onder § 1. § 3. In geval van beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de in dit artikel voorziene datum wordt de gebeurlijke aanpassing gedaan op het ogenblik zelf van de beëindiging.

Art. 16.Voor de bedienden die volledig of gedeeltelijk met een veranderlijk loon worden betaald, wordt het gemiddeld minimum maandinkomen berekend op basis van het gemiddelde van de maandinkomens van de laatste twaalf maanden of op het effectief gepresteerde gedeelte van deze twaalf maanden.

Voor de bepalingen van het gemiddeld minimum maandinkomen wordt geen rekening gehouden met ovolledige werkmaanden. HOOFDSTUK IV. - Koppeling aan het indexcijfer der consumptieprijzen

Art. 17.Het bedrag van het gemiddeld minimum maandinkomen vastgesteld in de artikelen 4 tot en met 9 staat tegenover het referte-indexcijfer 108,34 spil van de stabilisatieschijf 106,22-110,51.

Mits in acht name van de beschikkingen van het koninklijk besluit nr. 156 tot wijziging van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld en het koninklijk besluit nr. 180 van 30 september 1982 houdende bepaalde maatregelen inzake loonmatiging, is het gemiddeld minimum maandinkomen gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 1999 vermeld in artikel 15, § 1. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2001 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Art. 19.Zij mag slechts worden opgezegd door een van de ondertekenende partijen en zulks mits een opzegging van drie maanden die wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de zelfstandige kleinhandel en aan de ondertekenende organisaties van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 20.Deze opzegging neemt een aanvang op de eerste dag van de maand die volgt op deze waarin zij wordt betekend.

Art. 21.De organisatie die het initiatief neemt van de opzegging moet de redenen ervan opgeven en gelijktijdig opbouwende voorstellen neerleggen die door de andere organisaties in het paritair comité moeten worden besproken binnen een termijn van een maand na hun ontvangst.

Art. 22.Bij ontstentenis van een akkoord vóór het verstrijken van de opzeggingstermijn blijven de voordelen en verplichtingen die voortvloeien uit deze collectieve arbeidsovereenkomst hun uitwerking hebben ten overstaan van de werkgevers en bedienden die zijn bedoeld in artikel 1, tot op het ogenblik dat een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst met een maximumtermijn van twaalf maanden, te rekenen vanaf het verstrijken van de opzeggingstermijn, wordt gesloten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 september 2005.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^