Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 augustus 2005
gepubliceerd op 13 oktober 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012231
pub.
13/10/2005
prom.
24/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 2003 Arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 4 september 2003 onder het nummer 67339/CO/303.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen, met uitzondering van het onthaalpersoneel met fooien bezoldigd.

Onder "werknemer" verstaat men : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Werknemers A. Arbeiders : definitie van sommige functies en minimumuurlonen

Art. 2.1. Functieclassificatie : zonder contact met het cliënteel.

Categorie I : a) schoonmaakpersoneel - het personeel voor de schoonmaak van de gebouwen en de zalen; - toiletpersoneel (per uur betaald). b) onderhoudspersoneel - de ongeschoolde klusjesmannen.c) de geschoolde arbeiders die belast zijn met het technisch onderhoud van de gebouwen, de zalen en het materieel. Categorie II : - toezichtpersoneel : controle en preventie inzake veiligheid der complexen en interveniëren in geval van urgenties en/of in een crisissituatie.

Categorie III : Definitie : Opérateur - montage en démontage van films; - bewaking gedurende de voorstelling; - kwaliteitscontrole van beeld en geluid; - kleine herstellingen; - "maintenance" in het eigen werklokaal en van de machines. a) beginnend opérateur.b) hulpoperateur : na 6 maanden dienst als beginnend operator.c) vakbekwaam opérateur : na 1 200 gepresteerde uren in de sector (de 6 maanden inbegrepen) of bij ontstentenis hiervan, 2 effectieve dienstjaren tewerkgesteld zijn in deze functie van operateur in dezelfde onderneming.2. Functieclassificatie : met contact met het cliënteel a) hostesses en stewards - onthaal van klanten; - controle van de tickets; - begeleiding van klanten naar de zitplaatsen; - controle op de veiligheid, handhaving van orde en netheid van de zalen, foyer en gangen tijdens de vertoningsuren; - verkoop van snoepartikelen, dranken, ijs, programma in de zalen. b) hostesses-kassiersters en stewards-kassiers - voorwaarde "zie a) " en tewerkgesteld aan de kassa naar rato van 10 tot 50 pct.van hun arbeidstijd; - verkoop van de tickets; - info over de film aan de klanten; - afsluiten van de kassa. c) parkeerbegeleiders - het verkeer ordelijk laten verlopen op de parkeerruimtes en de toegang daartoe.d) toonbankpersoneel - verkoop van snoepartikelen, drank, chips, ijs, popcorn en fast-food; - aanmaak van popcorn en andere fast-food; - stockbeheer; - controleren van de veiligheid, orde en reinheid van de bar en de verkoopspunten en bij tussentijd de taak van deze ruimten opnieuw in orde te zetten; - verantwoordelijk voor de speelruimte. e) gekwalificeerd barman - personeel, waarvan de functie uitsluitend toegewezen is aan een bepaalde ruimte waar ook sterke dranken worden geschonken, al dan niet met bediening aan tafel. Categorie V : Groepsverantwoordelijken A. Hoofdoperateur : - zie de functie operateur; - werkschema; - controle op het werk van de andere operateurs; - controle van de brandweermannen en van de technische inspectie; - controle volgens het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming.

B. Andere groepsverantwoordelijken : - zie functie en eveneens verantwoordelijk voor het uitwerken van het werkplan; - en/of de controle en begeleiding van het werk van de personeelsleden over wie hij/zij de leiding heeft; a) chef-schoonmaak;b) chef-onderhoud;c) chef-hostesses/stewards;d) chef-parkeerbegeleiders.

Art. 3.§ 1. De conventionele minimumuurlonen en de werkelijk uitbetaalde uurlonen worden als volgt verhoogd : - vanaf 1 oktober 2003 : + 0,05 EUR; - vanaf 1 april 2004 : + 0,05 EUR. § 2. Er wordt een begin van anciënniteitopbouw vastgelegd voor de baremalonen van het arbeiderspersoneel met ingang vanaf 1 januari 2004 : - na 2 jaar dienst : + 0,04 EUR; - na 4 jaar dienst : + 0,03 EUR; - na 6 jaar dienst : + 0,02 EUR; - na 8 jaar dienst : + 0,01 EUR. Indien deze verhoging samenvalt met een indexaanpassing, dan wordt eerst de conventionele verhoging toegepast en dan de indexatie. § 3. De minimum uurlonen worden op 1 oktober 2003 als volgt bepaald en dit voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur (met inbegrip van de verhoging van 0,05 EUR op alle uurlonen op 1 oktober 2003) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.Werklieden van minder dan 18 jaar.

De lonen van de werklieden, die minder dan 18 jaar oud zijn, zijn gelijk aan 90 pct. van de minimumuurlonen, vastgesteld bij artikel 3.

B. Werknemers die hoofdzakelijk intellectuele arbeid verrichten

Art. 5.Beroepenclassificatie De functies van het bediendepersoneel worden in vijf categorieën gerangschikt : Categorie I : uitvoerend personeel Kantoorbediende - typiste.

Categorie II : administratief medewerker(ster) : voert taken uit op eigen initiatief receptionist - telefonist secretaresse; kassier; de taak van kassier behelst onder andere : a) verkoop van tiketten;b) info over de film aan het cliënteel;c) informatie en invullen van documenten naar de verschillende officiële instanties, zoals SABAM, Economische Zaken, stad- of gemeentediensten (taksen), filmhuizen;a) afsluiten van de kassa. Categorie III : hulpboekhouder.

Categorie IV : chef kassier(ster); chef toonbankpersoneel; boekhouder : in bioscopen met minder dan 5 zalen; zaalchef : in de bioscopen met minder dan 5 zalen.

Categorie V : voor de bioscopen met minstens 5 zalen : assistent manager; zaalchef; boekhouder.

Voor de categorieën IV en V, wordt onder "zaalchef" verstaan : de hiërarchische chef van het personeel. Hij is belast met het toezicht over de zaal en is verantwoordelijk voor de goede uitvoering van de richtlijnen die door het ondernemingshoofd worden gegeven.

Art. 6.§ 1. De minimum maandlonen en de werkelijk uitbetaalde maandlonen worden als volgt verhoogd : - vanaf 1 oktober 2003 : + 8,23 EUR; - vanaf 1 april 2004 : + 8,23 EUR. Deze verhogingen stemmen overeen met een voltijdse arbeidsovereenkomst van 38 uren per week. Deze bedragen worden pro rata toegekend voor de deeltijdse arbeidsovereenkomsten. § 2. De minimum maandlonen van de bedienden worden op 1 oktober 2003 als volgt bepaald en dit voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uur (met inbegrip van de verhoging van 8,23 EUR op 1 oktober 2003) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK III. - Premies

Art. 7.Het arbeiderspersoneel heeft recht op een jaarlijks uit te betalen anciënniteitpremie. Vanaf 2003, bedraagt die premie : - 150 EUR tussen 3 en minder dan 6 jaar dienst; - 300 EUR tussen 6 en minder dan 9 jaar dienst; - 450 EUR vanaf 9 jaar dienst.

De anciënniteit wordt verworven op het niveau van het bedrijf en/of van de groep en moet niet ononderbroken zijn. De anciënniteit wordt berekend in functie van de contractduur van de individuele arbeidsovereenkomsten, zonder onderscheid tussen voltijdse of deeltijdse prestaties en wordt berekend op datum van 1 augustus van elk kalenderjaar.

De premie is betaalbaar samen met het loon voor augustus.

Art. 8.§ 1. Voor de prestaties tijdens wettelijke feestdagen wordt er vanaf 1 april 2001 een premie toegekend van 17,35 EUR per feestdag aan het personeel met één jaar ononderbroken dienst in de onderneming of in de groep. Deze premie wordt betaald pro rata de effectieve prestaties op basis van 1/10e per volledig uur. § 2. Vanaf 1 januari 2004, wordt deze premie opgetrokken tot 2,00 EUR per effectief gepresteerde uur. § 3. Deze premie geldt voor al het personeel ongeacht het soort contract of de prestatieduur vermeld in de individuele arbeidsovereenkomst.

Art. 9.Sector-eigen premie Rekening houdend met de eigenheden van deze sector - weekendactiviteit, flexibiliteit en polyvalentie - wordt vanaf 1 juli 2003 een kwartaalpremie betaald van 20 EUR. De premie wordt pro rata toegekend aan de werknemers met een deeltijdse overeenkomst.

Deze premie is niet geïndexeerd.

Deze premie wordt toegekend aan alle werknemers waarvan een grote flexibiliteit en polyvalentie wordt gevraagd te weten : kassiersters, hostesses, stewards, opérateurs, fastline-, schoonmaak- en onderhoudspersoneel met minstens één jaar ononderbroken dienst op het ogenblik van elke kwartaalbetaling of onderbroken dienst waarbij de anciënniteit voortvloeit uit de overgang van een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde duur naar een arbeidsovereenkomst voor een onbepaalde duur.

In de loop van elk betrokken kwartaal moet de werknemer effectieve arbeidsprestaties geleverd hebben (één prestatie volstaat) en mag hij of zij niet onwettig afwezig zijn geweest. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen

Art. 10.§ 1. De minimumlonen die bepaald zijn bij hoofdstuk II, alsook de werkelijk betaalde lonen en wedden aan de werklieden en bedienden die in deze collectieve arbeidsovereenkomst worden bedoeld, zijn gekoppeld aan het indexcijfer der consumptieprijzen maandelijks vastgesteld door het Ministerie van Economische Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ; zij schommelen overeenkomstig dit hoofdstuk en de in voege zijnde wettelijke bepalingen. § 2. Zij staan tegenover het referentie-indexcijfer 111,02. § 3. Dit referentie-indexcijfer 111,02 vormt de spil van de stabilisatieschijf 108,83 tot 113,23. De minimumlonen alsook de werkelijk betaalde lonen en wedden van de werklieden en bedienden, zoals bepaald in § 1 van dit artikel, schommelen met 2 pct. volgens de hierna vermelde stabilisatieschijven wanneer het maandelijks indexcijfer der consumptieprijzen de grens van een stabilisatieschijf overschrijdt. Deze grens wordt de spil van een nieuwe stabilisatieschijf.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. De duizendsten van de cijfers bedoeld in § 3 van dit artikel worden afgerond tot het onmiddellijk hogere honderdste of verwaarloosd, naargelang het duizendste de waarde 5 al dan niet bereikt. § 5. Bij de berekening van de aanpassingen van de uurlonen, bedoeld in artikel 3, wordt er rekening gehouden met vijf cijfers na de komma.

Het vijfde cijfer na de komma wordt afgerond naar de hogere eenheid wanneer het 5 of meer bedraagt, en verwaarloosd indien dit niet het geval is. § 6. Bij de berekening van de aanpassingen van de maandlonen ingevolge de koppeling aan de consumptieprijzen, bedoeld in artikel 6, wordt er rekening gehouden met drie cijfers na de komma. Het derde cijfer na de komma wordt afgerond naar de hogere eenheid wanneer het 5 of meer bedraagt, en verwaarloosd indien dit niet het geval is.

Art. 11.De verhogingen en verminderingen van de lonen die zijn voorzien in hoofdstuk II, ingevolge de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen, treden in werking de eerste dag van de maand welke volgt op deze waarvan het indexcijfer van de consumptieprijzen de grens van de van kracht zijnde stabilisatieschijf overtreft. Bij gelijktijdige conventionele verhoging der lonen wordt de indexatie toegepast na deze verhoging met inbegrip van de afrondingsregels. HOOFDSTUK V. - Arbeidsduur

Art. 12.De wekelijkse arbeidsduur bedraagt 38 uren.

Art. 13.De grens van de arbeidsduur vastgesteld op 38 uur kan overschreden worden, op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur, berekend over een periode van ten hoogste 4 maanden, het gemiddelde van 38 uur niet overschrijdt.

Art. 14.De dagelijkse grens van de arbeidsduur mag overschreden worden op voorwaarde dat de arbeidsduur niet meer dan elf uur bedraagt (artikel 27, eerste lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971 - Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971).

Art. 15.De wekelijkse grens van de arbeidsduur mag overschreden worden op voorwaarde dat de wekelijkse arbeidsduur : - niet meer dan 50 uur bedraagt (artikel 27, tweede lid, van de arbeidswet van 16 maart 1971); - over een periode van ten hoogste 4 maanden gemiddeld niet meer dan 38 uur bedraagt.

Art. 16.In de loop van een periode van 4 maanden mag op geen enkel ogenblik de totale duur van de verrichte arbeid de toegelaten gemiddelde duur van 38 uur, vermenigvuldigd met het aantal weken of delen van een week die reeds in die periode van 4 maanden verlopen zijn, overschreden worden met meer dan 65 uren (artikel 26bis, § 1, laatste lid van de arbeidswet van 16 maart 1971).

Art. 17.Bij overschrijding van de grenzen van de normale arbeidsduur in toepassing van bovenstaande reglementering, is er geen overloon verschuldigd (artikel 29, § 2, tweede lid, van de arbeidswet). HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 juni 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden van sommige werknemers, geregistreerd onder het nr. 50958/CO/303.03.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2003.

Zij wordt gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan op verzoek van de meest gerede ondertekenende partij worden opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden. Deze opzegging moet per aangetekende brief worden gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de exploitatie van bioscoopzalen en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^