Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 augustus 2005
gepubliceerd op 27 september 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2005-2006 voor bedienden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012234
pub.
27/09/2005
prom.
24/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2005-2006 voor bedienden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de eindejaarspremie, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 juni 1998;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, houdende oprichting van een "Fonds voor de bevordering van de vormings- en tewerkstellingsinitiatieven van risicogroepen en bedienden in de scheikundige nijverheid", laatst verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 2003, algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van respectievelijk 12 mei 1992 en 29 februari 2004;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 13 september 1991, laatst verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 2003, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 februari 2004;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het minimumbarema en de maandwedden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 februari 2004, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de syndicale vorming, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 februari 2004, inzonderheid op de artikelen 3 en 8;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende een specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 februari 2004, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het nationaal akkoord 2005-2006 voor bedienden.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Ckâteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 10 juni 1998, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1998.

Koninklijk besluit van 12 mei 1992, Belgisch Staatsblad van 8 juli 1992.

Koninklijk besluit van 29 februari 2004, Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004.

Koninklijk besluit van 29 februari 2004, Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004.

Koninklijk besluit van 29 februari 2004, Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004 Koninklijk besluit van 29 februari 2004, Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004.

Koninklijk besluit van 29 februari 2004, Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004.

Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 april 2005 Nationaal akkoord 2005-2006 voor bedienden (Overeenkomst geregistreerd op 13 mei 2005 onder het nummer 74716/CO/207) Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en op de bedienden waarvan de functies zijn opgenomen in de classificatie der functies, vastgesteld door dit paritair comité. § 2. Het toepassingsgebied van artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst (conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar) en van artikel 16 van deze collectieve arbeidsovereenkomst (Fonds voor vorming - 0,10 pct. risicogroepen) en van artikel 17, § 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst (tijdskrediet) wordt uitgebreid tot alle werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst voor bedienden. § 3. Het artikel 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst is uitsluitend van toepassing op de werknemers gebonden met hun werkgever door een arbeidsovereenkomst voor handelsvertegenwoordiger.

Duur

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een duur van twee jaar, van 1 januari 2005 tot en met 31 december 2006.

Omkaderingsafspraken voor het sociaal overleg op ondernemingsvlak

Art. 3.De sociale gesprekpartners van het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid en de onderhandelaars op ondernemingsvlak zullen ten volle akte nemen van de beslissing van de regering om het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2005-2006 integraal tot het hare te maken. Overeenkomstig de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997) wordt de stijging van de loonkosten voor de twee komende jaren op 4,5 pct. als indicatieve loonnorm aanvaard.

Bijgevolg zullen, in het belang van de economische activiteit en de tewerkstelling en rekening houdend met het internationaal karakter van de sector, de onderhandelaars op ondernemingsvlak de besprekingen voeren teneinde een verantwoorde en redelijke evolutie van de loonkosten te onderhandelen.

Vastheid van betrekking

Art. 4.De ondertekenende werkgeversorganisatie verbindt zich ertoe de ondernemingen aan te bevelen om in geval een onderneming genoodzaakt is over te gaan tot collectief ontslag om economische redenen, de maatregelen te onderzoeken die de nadelen van deze ontslagen tegenover de bedienden zouden kunnen milderen, zoals onder meer brugpensioen, werkverdeling, tijdskrediet, wijze van toepassing van de wet betreffende tijdelijke arbeid en uitzendarbeid.

Bestaande gunstigere regelingen op bedrijfsvlak blijven behouden.

Minimumbarema

Art. 5.Vanaf 1 april 2005 wordt het minimumbarema, vastgelegd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 2003 (koninklijk besluit van 29 februari 2004; Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004), gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het minimumbarema, dat van kracht is op 31 maart 2005, met 12 EUR bruto verhoogd.

Vanaf 1 januari 2006 wordt het voornoemd minimumbarema, van kracht op 31 december 2005, met 10 EUR bruto verhoogd.

Weddeverhoging

Art. 6.De maandwedde, zoals bepaald op 31 december 2004, van de voltijds tewerkgestelde gebaremiseerde bedienden van de ondernemingen die niet gebonden zijn door een collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969) betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en, wordt uiterlijk per 1 januari 2006 verhoogd met 16,50 EUR bruto, onverminderd de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst terzake van 17 maart 1998 (koninklijk besluit van 11 april 1999; Belgisch Staatsblad van 3 juni 1999).

Deze verhoging gebeurt in voorafname en/of na verrekening van alle andere, volgens bedrijfseigen modaliteiten, effectieve verhogingen van het loon en/of andere geldelijke of in geld waardeerbare toegekende nieuwe voordelen waarop de werknemer ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft ten laste van de werkgever.

Deze verhogingen en/of voordelen zijn aan hun brutowaarde aan te rekenen op de verhoging bepaald door huidige overeenkomst.

Voor de deeltijds tewerkgestelde gebaremiseerde bedienden wordt de maandwedde pro rata hun arbeidsprestaties en onder dezelfde voorwaarden als de voltijdsen verhoogd.

Anciënniteitsverlof

Art. 7.Voor de ondernemingen waarbij de gemiddelde arbeidsduur op jaarbasis 38 u bedraagt, en voor zover deze ondernemingen geen gunstigere regelingen terzake toepassen, wordt, vanaf 1 januari 2006, één dag anciënniteitsverlof toegekend voor de bedienden met minstens 20 jaar anciënniteit in de onderneming.

Eindejaarspremie

Art. 8.Het artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 1997 (koninklijk besluit van 10 juni 1998; Belgisch Staatsblad van 30 juli 1998) betreffende de minimum eindejaarspremie wordt vanaf 1 januari 2005 vervangen door de volgende tekst : « De bedienden waarvan de arbeidsovereenkomst tijdens het beschouwde dienstjaar wordt beëindigd, met uitsluiting van deze die zelf ontslag hebben genomen vooraleer zij minstens één jaar anciënniteit in de onderneming tellen op het einde van de arbeidsovereenkomst, en met uitsluiting van deze welke door de werkgever worden ontslagen om dringende reden, genieten de premie naar rato van het aantal maanden werkelijke arbeidsprestaties tijdens dit dienstjaar, voor zover zij zes maanden anciënniteit tellen in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging wordt betekend. » Handelsvertegenwoordigers

Art. 9.Eindejaarspremie A. De in het artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende een specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers, gesloten op 10 juni 2003 (koninklijk besluit van 29 februari 2004; Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid vermelde begrenzing van 1 735,25 EUR wordt, vanaf het jaar 2005, en uiterlijk betaalbaar, wat de eindejaarspremie betreft van het kalenderjaar 2005, in januari 2006, op 1 875 EUR gebracht.

B. Het artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende een specifieke regeling van eindejaarspremie voor de handelsvertegenwoordigers, gesloten op 10 juni 2003 (koninklijk besluit van 29 februari 2004; Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004) in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt vanaf 1 januari 2005 vervangen door de volgende tekst : « De bedienden waarvan de arbeidsovereenkomst tijdens het beschouwde dienstjaar wordt beëindigd, met uitsluiting van deze die zelf ontslag hebben genomen vooraleer zij minstens één jaar anciënniteit in de onderneming tellen op het einde van de arbeidsovereenkomst, en met uitsluiting van deze die door de werkgever worden ontslagen om dringende reden, genieten de premie naar rato van het aantal maanden werkelijke arbeidsprestaties tijdens dit dienstjaar, voor zover zij zes maanden anciënniteit tellen in de onderneming op het ogenblik dat de opzegging wordt betekend. » Conventioneel brugpensioen

Art. 10.Brugpensioen vanaf 58 jaar De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 10 juni 2003 (koninklijk besluit van 29 februari 2004; Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de verlenging van het stelsel van conventioneel brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar, die per 31 december 2004 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd.

Art. 11.Brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 10 juni 2003 (koninklijk besluit van 29 februari 2004; Belgisch Staatsblad 26 maart 2004), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 56 jaar voor bedienden met minstens 20 jaar nachtprestaties en 33 jaar beroepsloopbaan, die per 31 december 2004 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd met behoud van de erin vastgelegde modaliteiten.

Art. 12.Halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar De collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten op 10 juni 2003 (koninklijk besluit van 11 februari 2004; Belgisch Staatsblad van 12 maart 2004), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende het halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar, die per 31 december 2004 vervallen is, wordt voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd met behoud van de erin vastgelegde modaliteiten.

Sectoraal aanvullend pensioenplan - Oprichting van een paritaire werkgroep

Art. 13.Er zal, zonder resultaatverbintenis, een paritaire werkgroep worden opgericht met als doelstelling het onderzoek naar de mogelijke invoering van een sectoraal aanvullend pensioenplan.

Verslag van de werkzaamheden van deze werkgroep zal uitgebracht worden bij het paritair comité vóór eind oktober 2006.

Syndicale vorming

Art. 14.§1. In lid 1 en lid 3 van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende de syndicale vorming, gesloten op 10 juni 2003 (koninklijk besluit van 29 februari 2004; Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid wordt het cijfer "200" vervangen door het cijfer "250". § 2. Het bedrag van 111.500 EUR per kalenderjaar vermeld in het eerste lid van artikel 8 van bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 10 juni 2003 (koninklijk besluit van 29 februari 2004;

Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004), wordt, met ingang van 1 januari 2005, gebracht op 125.000 EUR per kalenderjaar.

Financiering van het voordeel aan de gesyndiceerde bedienden

Art. 15.Artikel 8, tweede lid, van de collectieve arbeidsovereenkomst, betreffende de syndicale vorming, gesloten op 10 juni 2003 (koninklijk besluit van 29 februari 2004; Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, wordt als volgt gewijzigd: « Met ingang van 1 januari 2005 zorgt deze financiële reserve bovendien voor de dekking van een gedeelte van de jaarlijkse bijdrage van de gesyndiceerden onder de in §1 van artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde bedienden, ten belope van 1.800.000 EUR per jaar. » .

Fonds voor vorming (0,10 pct. - risicogroepen)

Art. 16.De collectieve arbeidsovereenkomst tot verlenging van het fonds voor beroepsvorming van de bedienden uit de scheikundige nijverheid, gesloten op 10 juni 2003 (koninklijk besluit van 29 februari 2004; Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004), in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, zal voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden verlengd.

Hetzelfde zal gelden voor de collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de werkgeversbijdrage aan voornoemd fonds, eveneens gesloten op 10 juni 2003 (koninklijk besluit van 29 februari 2004;

Belgisch Staatsblad van 26 maart 2004) in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid.

Tijdskrediet - 1/5e loopbaanvermindering

Art. 17.§1. Tijdskrediet Het recht op tijdskrediet, voorzien door artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis gesloten op 19 december 2001 (Belgisch Staatsblad van 16 februari 2002) in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, wordt uitgebreid tot een duur van maximum 5 jaar over de gehele loopbaan.

Tijdens het eerste jaar dient de uitoefening van dit recht op tijdskrediet, overeenkomstig voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, te gebeuren per minimumperiode van 3 maanden.

Behoudens andere afspraken op het vlak van de onderneming dienen, van het tweede tot en met het vijfde jaar, de volgende cumulatieve voorwaarden nageleefd te worden : - het tijdskrediet moet uitgeoefend worden per periode van één jaar; - de bedienden die van dat recht op tijdskrediet gebruik wensen te maken dienen minstens vijf jaar anciënniteit bereikt te hebben.

De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren. § 2. 1/5de loopbaanvermindering De ondernemingen kunnen, overeenkomstig artikel 6, § 2 en artikel 9, § 2 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van de Nationale Arbeidsraad, de concrete toepassingsmodaliteiten bepalen van het stelsel van 1/5e loopbaanvermindering voor de voltijdse bedienden die in ploegen zijn tewerkgesteld.

De uitoefening van dit recht mag de organisatie van het werk niet verstoren.

Classificatie

Art. 18.De paritaire werkgroep opgericht overeenkomstig artikel 18 van het nationaal akkoord 2003-2004 en met het oog op de actualisering en verfijning van de niveaukenmerken en voorbeeldfuncties van de huidige functieklassen, zonder afbreuk te doen aan de bestaande functieclassificaties op ondernemingsvlak, zal zijn activiteiten tijdens de duur van dit nationaal akkoord 2005-2006 verder zetten.

Deze paritaire werkgroep zal zich hierbij laten begeleiden door externe deskundigen. Deze paritaire werkgroep brengt daartoe, vóór het einde van het jaar 2006, verslag uit bij het paritair comité.

Arbeidsorganisatie - Overuren

Art. 19.De ondertekenende partijen verbinden er zich toe, overeenkomstig punt 4 van het in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vermeld ontwerp interprofessioneel akkoord 2005-2006 en in functie van de verwachte wettelijke bepalingen terzake en zodra deze wettelijke bepalingen bekend zullen zijn, deze problematiek te bespreken in een paritaire werkgroep die uiterlijk op 15 september 2005 tot besluiten zal komen.

In afwachting van de beëindiging van de werkzaamheden van deze werkgroep en zonder afbreuk van de wettelijke bepalingen terzake wordt deze problematiek niet doorverwezen naar het ondernemingsniveau.

Overleg en sociale vrede

Art. 20.Met inachtneming van de sociale vrede en van de procedures eigen aan de scheikundige nijverheid, erkennen de ondertekenende partijen namens hun mandaatgevers, dat zij voor de materies die deel uitmaken van deze collectieve arbeidsovereenkomst aan elkaars verwachtingen hebben voldaan.

Zij is gesloten te goeder trouw, en de ondertekenende partijen verbinden er zich toe om ze te doen toepassen, zowel naar de letter als naar de geest.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^