Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 augustus 2005
gepubliceerd op 22 september 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de eindejaarspremie in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012241
pub.
22/09/2005
prom.
24/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de eindejaarspremie in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 1987, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de eindejaarspremie in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 april 1988, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 juni 2001, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 augustus 2002;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, houdende coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de eindejaarspremie in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 18 april 1988, Belgisch Staatsblad van 11 mei 1988.

Koninklijk besluit van 22 augustus 2002, Belgisch Staatsblad van 24 september 2002.

Bijlage Paritair Comité voor het tabaksbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2003 Coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de eindejaarspremie in de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 2003 onder het nummer 67729/CO/133.01)

Artikel 1.De eindejaarspremie in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen, zoals zij werd vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 1987 van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf en haar latere wijziging, wordt gecoördineerd overeenkomstig de hierna opgestelde tekst.

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 1987, gesloten in het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf, betreffende de eindejaarspremie in de sigarettenfabrieken en gemengde ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 april 1988 en de collectieve arbeidsovereenkomst tot wijziging van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 15 september 1987, worden opgeheven. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de sigarettenfabrieken en de gemengde ondernemingen, dit wil zeggen de sigarettenfabrieken die in dezelfde productie-eenheid ook kerftabak produceren en onder het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf ressorteren.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Beschikkingen

Art. 4.§ 1. De werknemers in dagarbeid of ploegenarbeid die op 1 december van het lopende jaar in het personeelsregister zijn ingeschreven, hebben recht op een eindejaarspremie die als volgt wordt berekend vanaf het jaar 2003 : 8,33 pct. van het loon voor de gepresteerde uren met inbegrip van de prestatiegebonden premies en de hierna gelijkgestelde dagen; het loon van deze dagen wordt berekend overeenkomstig de wetgeving op de betaalde feestdagen : -de ziektedagen tot maximum één jaar met inbegrip van de dagen afwezigheid wegens pré- en postnataal verlof, zijnde in totaal 15 weken; - de wettelijke feestdagen; - de betaalde dagen kort verzuim; - de dagen vakbondsvorming; - de afwezigheid wegens arbeidsongevallen; - de dagen betaalde vakantie; - de dagen werkloosheid; - de inhaalrustdagen voor overuren; - de dagen educatief verlof. worden niet bedoeld: - de maaltijdcheques; - de groep verzekeringspremies; - de premies voor feestelijke aangelegenheden (zoals sinterklaasgeschenk); - allerlei premies niet aan RSZ bijdragen onderhevig of al andere premies niet aan de prestaties gebonden; - de eindejaarspremie die valt in de referteperiode. § 2. De referteperiode voor de berekening van de eindejaarspremie loopt van 1 december van het voorgaande jaar (of eerste betaalperiode) tot 30 november van het jaar waarin de eindejaarspremie wordt uitgekeerd (of laatste betaalperiode). § 3. De uitbetaling geschiedt vóór 25 december van het lopende jaar.

Art. 5.De werknemers die in de loop van het referentiejaar worden ontslagen of die de onderneming verlaten hebben, behouden hun recht op de eindejaarspremie die wordt berekend naar rato van het aantal maanden arbeidsprestaties gedurende dit jaar, voor zover het verlaten van de onderneming is toe te schrijven aan economische of humanitaire redenen. De maand van vertrek wordt aanzien als een volledige maand.

De werknemers, aangeworven voor een bepaalde tijd, hebben eveneens recht, bij het einde van hun arbeidsovereenkomst, op een premie naar rato van het aantal maanden werkelijke arbeidsprestaties in de loop van het referentiejaar; wanneer deze werknemers worden ontslagen of de onderneming verlaten voor het einde van de termijn, hebben ze recht op de eindejaarspremie pro rata temporis, voor zover hun vertrek te wijten is aan één van de redenen vermeld in het eerste lid.

Art. 6.De werknemers die werden gepensioneerd of in brugpensioen zijn getreden in de loop van het referentiejaar, wat ook het stelsel van brugpensioen weze, alsmede de rechtverkrijgenden van de overleden werknemers, genieten de eindejaarspremie die wordt berekend naar rato van het aantal maanden arbeidsprestaties gedurende dat jaar.

Art. 7.§ 1. De ziekteperiode die doorloopt na 12 opeenvolgende maanden, wordt niet meer gelijkgesteld en geeft bijgevolg geen recht meer op de eindejaarspremie. § 2. De werknemers die het werk hervatten na een ononderbroken ziekteperiode van 12 maanden verkrijgen terug het recht op de volledige eindejaarspremie voor zover zij in de loop van een kalenderjaar gedurende ten minste 45 werkdagen hebben gewerkt. § 3. Indien de werknemers waarvan sprake in § 2 geen werkelijke arbeidsprestatie van 45 werkdagen bereiken gedurende het kalenderjaar, hebben zij recht op zoveel maal 1/45 van de premie als zij dagen werkelijk hebben gewerkt; elk recht op de premie is uitgesloten indien men geen 5 werkdagen heeft gewerkt.

Art. 8.In geval van niet-toegestane afwezigheid wordt de eindejaarspremie verminderd met 2 pct. per dag niet-toegestane afwezigheid. HOOFDSTUK III. - Algemene bepaling

Art. 9.Meer gunstige akkoorden bestaande op ondernemingsvlak aangaande hetgeen voorzien is bij onderhavige overeenkomst, blijven behouden. HOOFDSTUK IV. - Bijzondere bepaling

Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst tast het recht niet aan van de werkgever om de maatregelen toe te passen die bij het arbeidsreglement worden voorzien in geval van telaatkoming of ongerechtvaardigde afwezigheid, met dien verstande dat de toepassing van deze maatregelen geen dubbel gebruik mag uitmaken met de vermindering van de eindejaarspremie voorzien in artikel 8. HOOFDSTUK V. - Duurtijd - Geldigheid

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Ieder der contracterende partijen kan deze overeenkomst opzeggen, met een opzegtermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tabaksbedrijf en aan elk der contracterende partijen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^