Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 augustus 2005
gepubliceerd op 17 november 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 februari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar - Waals Gewest

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012296
pub.
17/11/2005
prom.
24/08/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 februari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar - Waals Gewest (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 3 februari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen, betreffende het brugpensioen op 58 jaar - Waals Gewest, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.

Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.

Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 3 februari 1999 Brugpensioen op 58 jaar - Waals Gewest (Overeenkomst geregistreerd op 2 april 1999 onder het nummer 50409/CO/327)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen in het Waals Gewest.

Onder « werknemers » wordt verstaan : de werklieden en werksters, de mannelijke en vrouwelijke bedienden en de kaders.

Art. 2.Ongeacht de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, wordt het principe van de toepassing van een stelsel van conventioneel brugpensioen van het type collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, toegestaan in deze sector voor de actieve personeelsleden (met uitzondering van de langdurig zieken) die voor deze formule kiezen en die de leeftijd van 58 jaar bereiken tussen 1 januari 1999 en 31 december 2000 en die een beroepsloopbaan van minimaal 5 jaar in de sector aantonen.

Art. 3.De aanvullende vergoeding toegekend aan de bruggepensioneerde werknemer van 58 jaar is, individueel, ten minste gelijk aan de vergoeding bepaald in de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17. Ze wordt bruto uitgedrukt, vóór elke sociale en/of fiscale wettelijke aftrek.

Art. 4.Het bedrag van de aanvullende vergoeding wordt gekoppeld aan de evolutie van de index van de consumptieprijzen volgens de toepassingsmodaliteiten inzake werkloosheidsuitkeringen, in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971. Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld.

Bovendien wordt het bedrag van deze vergoedingen elk jaar op 1 januari herzien op basis van de coëfficiënt vastgelegd door de Nationale Arbeidsraad volgens de evolutie van de lonen.

Art. 5.Om de lasten van de brugpensioenen die kunnen worden toegekend te verdelen, hebben de sociale gesprekspartners beslist om het « Fonds de Sécurité d'Existence pour les Entreprises de Travail Adapté en Région wallonne » de verantwoordelijkheid te geven voor het toekennen of weigeren om de betaling op zich te nemen van de aanvullende vergoeding voor brugpensioen en de eventuele sociale bijdragen tot het einde ervan (leeftijd waarop de bruggepensioneerde aanspraak kan maken op een pensioen).

Het is de bedoeling van de sociale gesprekspartners om deze doelstelling te verwezenlijken in het kader van een begroting van 5 miljoen BEF per jaar. Zij verklaren dat de leden van de raad van beheer van het fonds in deze optiek zullen handelen.

Art. 6.De bruggepensioneerde zal vervangen worden volgens de wettelijke bepalingen.

Art. 7.Het stelsel van conventioneel brugpensioen is facultatief.

De werkgever verbindt zich ertoe om het brugpensioen te gepasten tijde voor te stellen aan de werknemer die de vrijheid van keuze heeft.

Art. 8.Het op brugpensioen gaan onder de in artikel 6 vermelde voorwaarden geeft voor de werknemer aanleiding tot de uitvoering van zijn opzegging.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en treedt buiten werking op 31 december 2000.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^