Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 maart 2003
gepubliceerd op 11 april 2003

Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage aan de representatieve vakorganisaties bedoeld in artikel 7 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2003002081
pub.
11/04/2003
prom.
24/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/24/2003002081/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 MAART 2003. - Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een toelage aan de representatieve vakorganisaties bedoeld in artikel 7 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 37 van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 juli 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van onze Minister van Begroting, gegeven op 26 september 2002;

Gelet op het protocol nr. 135/3 van 27 februari 2003 van het Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de thans aan gang zijnde Copernicushervorming een substantiële blijvende meerinspanning vergt van de representatieve vakorganisaties op het vlak van sociale promotie en vorming;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Als tegemoetkoming voor hun inspanningen inzake sociale promotie en vorming van het personeel wordt jaarlijks, binnen de grenzen van de begrotingskredieten, een toelage toegekend aan de representatieve vakorganisaties bedoeld in artikel 7 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel.

Art. 2.In 2003 worden volgende sommen toegekend : 1. Aan de V.Z.W. « Het Syndicaal Huis » van de Algemene Centrale der Openbare Diensten met zetel te Fontainasplein 9-11, 1000 Brussel, een som van zeshonderdtweeënveertigduizend euro (642.000 EUR); 2. Aan de V.Z.W. « Quadragesimo Anno » van de Federatie van de Christelijke Syndicaten der Openbare Diensten met zetel te Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel, een som van zeshonderdtweeënveertig- duizend euro (642.000 EUR); 3. Aan de V.Z.W. « Centrum voor kadervorming van het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt » met zetel te Lang Levenstraat 27-29, 1050 Brussel, een som van honderdvijfenzeventigduizend euro (175.000 EUR).

Art. 3.Met ingang van 2004 wordt het bedrag toegekend voor het voorgaande jaar telkens vermeerderd met een percentage dat afhangt van de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen; in aanmerking worden genomen de indexcijfers die van kracht zijn in september van het voorgaande jaar en in september van het jaar dat daaraan voorafgaat; het percentage wordt berekend tot op vier decimalen.

Art. 4.De toelage is aan te rekenen ten laste van de basisallocatie 3323 van de sectie 04 van de begroting van de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie.

Ze zal gestort worden na goedkeuring van de bewijsstukken bedoeld in artikel 5, op advies van de Inspectie van Financiën.

Art. 5.Het gebruik van deze toelage zal worden verantwoord door overlegging van de nodige bewijsstukken waaruit blijkt dat : a) de sommen die toegekend worden, werkelijk werden betaald door de verenigingen vermeld in artikel 2;b) deze uitgaven werkelijk gebeurden voor de sociale promotie en de vorming van het betrokken overheidspersoneel. Deze bewijsstukken dienen uiterlijk te worden voorgelegd op 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarop de toelage wordt toegekend.

Art. 6.Geen enkele andere tegemoetkoming, om een der redenen aangehaald in artikel 1, mag aan deze representatieve vakorganisaties van de overheidssector worden toegekend.

Art. 7.Het koninklijk besluit van 18 september 1989 betreffende de toekenning van een toelage aan de representatieve vakorganisaties bedoeld in artikel 7 van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel wordt opgeheven op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

Art. 9.Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 maart 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^