Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 maart 2015
gepubliceerd op 10 april 2015

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58/60 jaar

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2015012013
pub.
10/04/2015
prom.
24/03/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 MAART 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58/60 jaar (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 februari 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik, betreffende de invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58/60 jaar.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 maart 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 februari 2014 Invoering van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag op 58/60 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 7 juli 2014 onder het nummer 122040/CO/102.07)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasbaar op de werkgevers en op de werknemers die tewerkgesteld zijn in de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der kalksteengroeven, cementfabrieken en kalkovens van het administratief arrondissement Doornik.

Onder "werknemers" worden de arbeiders en arbeidsters verstaan.

Art. 2.Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (Belgisch Staatsblad van 8 juni 2007), wordt het principe van de toepassing van een stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag toegestaan in deze sector voor het personeel dat opteert voor deze formule en dat de leeftijd van 58 jaar zal bereiken of reeds heeft bereikt : - tussen 1 januari 2014 en 31 december 2014 en die een beroepsloopbaan van 38 jaar kan bewijzen voor de vrouwen en voor de mannen; - vanaf 1 januari 2015 wordt de leeftijd op 60 jaar gebracht voor de mannen en de vrouwen en moet men een beroepsloopbaan van 38 jaar kunnen bewijzen voor de vrouwen en van 40 jaar voor de mannen.

Art. 3.De werknemer in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zal worden vervangen volgens de wettelijke bepalingen.

Art. 4.De bedrijfstoeslag gestort aan de werknemers die voltijds toetreden tot het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt vastgesteld, vanaf 1 september 2013, op 691,57 EUR bruto per maand (basis 658 EUR indexeerbaar, spilindex 120,91 bereikt op 1 september 2013).

Art. 5.Sinds 1 juni 2011 wordt de bedrijfstoeslag gestort door de werkgevers aan de werknemers in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag geïndexeerd overeenkomstig de indexeringsregels die vastgesteld zijn voor de lonen van de werknemers van het bekken, en dit, zonder verwijzing naar een globaal gewaarborgd loon. Dit nieuwe stelsel wordt ingevoerd om de indexeringsregels van de inkomsten van de werknemers in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag te verduidelijken en te vereenvoudigen.

In geval van vermindering van de werkloosheidsvergoeding gestort aan de werknemer in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, verbinden de werkgevers zich ertoe om het verlies van werkloosheidsvergoeding geleden door de werknemer ten laste te nemen.

Art. 6.Met toepassing van de artikelen 4bis, 4ter en 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, zoals gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17tricies van 19 december 2006, wordt het recht op de bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die worden ontslagen in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden ten laste van de laatste werkgever, wanneer deze werknemers het werk hervatten als loontrekkende bij een andere werkgever dan die welke hen heeft ontslagen en die niet tot dezelfde technische bedrijfseenheid behoort als de werkgever die hen heeft ontslagen.

Het recht op de bedrijfstoeslag toegekend aan de werknemers die worden ontslagen in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt eveneens behouden ten laste van de laatste werkgever ingeval een zelfstandige activiteit in hoofdberoep wordt uitgeoefend op voorwaarde dat die activiteit niet wordt uitgeoefend voor rekening van de werkgever die hen heeft ontslagen of voor rekening van een werkgever die behoort tot dezelfde technische bedrijfseenheid als de werkgever die hen heeft ontslagen.

De werknemers bedoeld in dit artikel behouden het recht op de bedrijfstoeslag zodra een einde werd gesteld aan hun tewerkstelling in het kader van een arbeidsovereenkomst of de uitoefening van een zelfstandige activiteit in hoofdberoep. Zij verstrekken in dit geval aan hun laatste werkgever (in de zin van de laatste paragraaf van dit artikel) het bewijs van hun recht op werkloosheidsuitkeringen.

In het geval bedoeld in de vorige paragraaf, mogen de werknemers het recht op twee of meerdere werkloosheidsstelsels met bedrijfstoeslag niet cumuleren. Wanneer zij zich in de omstandigheden bevinden om recht te hebben op meerdere werkloosheidsstelsels met bedrijfstoeslag, behouden zij het recht op het stelsel dat werd toegekend door de werkgever die hen heeft ontslagen (in de zin van de eerste paragraaf van dit artikel).

Art. 7.Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag is facultatief.

De werkgever verbindt zich ertoe om het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag tijdig voor te stellen aan de werknemer die er recht op kan hebben.

Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke bepalingen zal het vertrek in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag echter drie maanden na het akkoord effectief zijn.

Art. 8.Het vertrek in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt gelijkgesteld met een natuurlijk vertrek.

Art. 9.Het vertrek in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zal aanleiding geven tot de prestatie van de opzeggingstermijn door de werknemer.

Art. 10.In geval van vertrek in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag zal de uittredende werknemer worden vervangen door een werknemer in dienst genomen in het kader van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd, voor een vaste duur van 3 jaar.

Art. 11.Een werknemer die een administratieve sanctie van de RVA krijgt zal in geen geval enige compensatie kunnen eisen van zijn vroegere werkgever bovenop de toeslag waarop hij recht had voor de sanctie.

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2014 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2015.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 maart 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^