24 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 1992 betreffende de erkenning en de inrichtingsvoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, inzonderheid op artikel 14, gewijzigd bij de wet van 13 juli 1981 en het koninklijk besluit van 9 januari 1992;

Gelet op de wet van 15 april 1965 betreffende de keuring van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild en tot wijziging van de wet van 5 september 1952 betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, inzonderheid op artikel 3, § 1, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 1992 betreffende de erkenning en de inrichtingsvoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 oktober 1997, en artikel 7, gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 juli 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 oktober 1997 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat ingevolge recent vastgestelde praktijken in de vleeshandel is komen vast te staan dat zonder uitstel moet worden voorzien in de mogelijkheid tot het opleggen van een verhoogd toezicht, op kosten van de exploitant, in de inrichtingen waar de volksgezondheid in gevaar werd gebracht of waar bedrog werd gepleegd;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 december 1992 betreffende de erkenning en de inrichtingsvoorwaarden van de slachthuizen en andere inrichtingen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 11 oktober 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de § 2 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 2.De Minister kan, op advies van het Instituut, de erkenning bedoeld in § 1 van dit artikel geheel of gedeeltelijk weigeren, opschorten, intrekken of in de tijd beperken, alsook het gebruik van de lokalen, ruimten en installaties van de inrichting beperken, opschorten of verbieden.

De Minister kan daarenboven, op advies van het Instituut, het behoud of het verkrijgen van een erkenning afhankelijk stellen van bijzondere voorwaarden die ondermeer een verhoogd veterinair toezicht op de inrichting kunnen omvatten.

De Minister kan de bepalingen van deze paragraaf toepassen op elke inrichting van de exploitant. » 2° het eerste lid van § 3 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Wanneer het Instituut van oordeel is dat er redenen bestaan om toepassing te maken van het bepaalde in § 2, deelt het deze samen met de voorgenomen maatregelen mede aan betrokkene.» 3° de § 4 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 4.De met reden omklede beslissing van de Minister wordt aan betrokkene medegedeeld bij ter post aangetekende brief, bij deurwaardersexploot of door afgifte tegen ontvangstbewijs. »

Art. 2.In artikel 7 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij koninklijk besluit van 19 augustus 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de inleidende zin wordt vervangen door de volgende zin : « De bepalingen van artikel 3, §§ 2, 3 en 4 kunnen worden toegepast in de volgende gevallen : » 2° het artikel wordt aangevuld als volgt : « 9° een inbreuk is vastgesteld op de bepalingen van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere produkten of de uitvoeringsbesluiten ervan.»

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 oktober 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA