Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 oktober 2005
gepubliceerd op 01 december 2005

Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 7 april 2005 tot het belasten van een vennootschap met de inning en de verdeling van de vergoeding voor openbare uitlening

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005000668
pub.
01/12/2005
prom.
24/10/2005
ELI
eli/besluit/2005/10/24/2005000668/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 7 april 2005 tot het belasten van een vennootschap met de inning en de verdeling van de vergoeding voor openbare uitlening


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 7 april 2005 tot het belasten van een vennootschap met de inning en de verdeling van de vergoeding voor openbare uitlening, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 7 april 2005 tot het belasten van een vennootschap met de inning en de verdeling van de vergoeding voor openbare uitlening.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 oktober 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST WIRTSCHAFT, KMB, MITTELSTAND UND ENERGIE 7. APRIL 2005 - Königlicher Erlass zur Beauftragung einer Gesellschaft mit Einziehung und Verteilung der Vergütung für öffentlichen Verleih ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 30. Juni 1994 über das Urheberrecht und ähnliche Rechte, insbesondere des Artikels 63 Absatz 2;

In der Erwägung, dass der König aufgrund von Artikel 63 Absatz 2 des Gesetzes vom 30. Juni 1994 über das Urheberrecht und ähnliche Rechte eine Gesellschaft, die alle Verwertungsgesellschaften vertritt, mit Einziehung und Verteilung der Vergütungen für öffentlichen Verleih beauftragen kann;

In der Erwägung, dass der Königliche Erlass vom 25. April 2004 über den Anspruch von Urhebern, ausübenden Künstlern, Produzenten von Tonträgern und Produzenten von Erstaufzeichnungen von Filmen auf Vergütung für öffentlichen Verleih mit 1. Januar 2004 wirksam wird und dass die Verleiheinrichtungen in Anwendung von Artikel 7 des Königlichen Erlasses ihre Erklärung binnen einer Frist von sechzig Werktagen ab dem 1. Januar 2005 bei der Verwertungsgesellschaft, die vom König mit Einziehung und Verteilung der Vergütung für öffentlichen Verleih beauftragt ist, einreichen müssen;

In der Erwägung, dass die Gesellschaft, die mit Einziehung und Verteilung der Vergütung für öffentlichen Verleih beauftragt ist, alle Verwertungsgesellschaften vertreten muss;

In der Erwägung, dass der Zweck der zivilrechtlichen Gesellschaft in der Rechtsform einer Genossenschaft mit beschränkter Haftung Reprobel mit Unternehmensnummer 0453.088.681 in der Wahrnehmung des Anspruchs auf Vergütungen für öffentlichen Verleih besteht, die in den Artikeln 62 bis 64 des vorerwähnten Gesetzes vom 30. Juni 1994 in Bezug auf Werke auf grafischem oder ähnlichem Träger vorgesehen sind;

In der Erwägung, dass die Gesellschaft Reprobel in Ausführung von Artikel 67 des vorerwähnten Gesetzes vom 30. Juni 1994 durch Ministeriellen Erlass vom 27. Juli 1996 ermächtigt worden ist, ihre Tätigkeit auf nationalem Staatsgebiet auszuüben;

In der Erwägung, dass die Gesellschaft Reprobel sich im Hinblick auf die Ausdehnung der Verwertung auf alle in Artikel 62 des vorerwähnten Gesetzes vom 30. Juni 1994 erwähnten Kategorien von Werken verpflichtet hat ihre Satzung in kürzester Frist anzupassen;

In der Erwägung, dass die Gesellschaft Reprobel sich darüber hinaus verpflichtet hat alle Verwertungsgesellschaften, die die Vergütung für öffentlichen Verleih verwalten, zu vertreten;

In der Erwägung, dass die Gesellschaft Reprobel unter diesen Umständen bis zum 1. November 2005 bestimmt wird;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Wirtschaft, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Die zivilrechtliche Gesellschaft in der Rechtsform einer Genossenschaft mit beschränkter Haftung « Reprobel » mit Untersnehmensnummer 0453.088.681 wird mit Einziehung und Verteilung der in den Artikeln 62 bis 64 des Gesetzes vom 30. Juni 1994 über das Urheberrecht und ähnliche Rechte erwähnten Vergütungen beauftragt.

Art. 2 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft und am 1. November 2005 ausser Kraft.

Art. 3 - Unser Minister, zu dessen Zuständigkeitsbereich das Urheberrecht gehört, ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 7. April 2005 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Wirtschaft M. VERWILGHEN Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 oktober 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^