Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 oktober 2005
gepubliceerd op 25 november 2005

Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 8 juli 2005 tot regeling van de wapendracht door Nederlandse en Luxemburgse politieambtenaren op Belgisch grondgebied

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005000670
pub.
25/11/2005
prom.
24/10/2005
ELI
eli/besluit/2005/10/24/2005000670/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 8 juli 2005 tot regeling van de wapendracht door Nederlandse en Luxemburgse politieambtenaren op Belgisch grondgebied


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 8 juli 2005 tot regeling van de wapendracht door Nederlandse en Luxemburgse politieambtenaren op Belgisch grondgebied, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 8 juli 2005 tot regeling van de wapendracht door Nederlandse en Luxemburgse politieambtenaren op Belgisch grondgebied.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 oktober 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES 8. JULI 2005 - Ministerieller Erlass zur Regelung des Mitführens von Waffen durch niederländische und luxemburgische Polizeibeamte auf belgischem Hoheitsgebiet Der Minister des Innern, Aufgrund des Gesetzes vom 3.Januar 1933 über die Herstellung und das Mitführen von Waffen und über den Handel mit Waffen und Munition, insbesondere des Artikels 22 Absatz 2 und 3, abgeändert durch das Gesetz vom 30. Januar 1991;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 26. Juni 2002 über den Besitz und das Mitführen von Waffen durch die Dienste der öffentlichen Gewalt oder der öffentlichen Macht, insbesondere der Artikel 1 und 2;

Aufgrund des Gesetzes vom 13. Februar 2005 zur Zustimmung zum Vertrag zwischen dem Königreich Belgien, dem Königreich der Niederlande und dem Grossherzogtum Luxemburg über grenzüberschreitende Polizeieinsätze und zu den Anlagen, abgeschlossen in Luxemburg am 8. Juni 2004, insbesondere des Artikels 32;

Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, ersetzt durch das Gesetz vom 4. Juli 1989 und abgeändert durch das Gesetz vom 4. August 1996;

Aufgrund der Dringlichkeit, begründet durch die Tatsache, dass der Vertrag vom 8. Juni 2004 zwischen dem Königreich Belgien, dem Königreich der Niederlande und dem Grossherzogtum Luxemburg über grenzüberschreitende Polizeieinsätze am 27. Februar 2005 zwischen den drei Ländern in Kraft getreten ist und seitdem die grenzüberschreitende operative polizeiliche Zusammenarbeit möglich ist;

In der Erwägung, dass grenzüberschreitende Polizeiaufträge in Ausführung des vorerwähnten Vertrags so schnell wie möglich ausgeführt werden müssen, damit die Sicherheit gewährleistet wird und verhindert wird, dass grenzüberschreitende Straftaten begangen werden;

In der Erwägung jedoch, dass diese Zusammenarbeit nicht vollständig ausgeführt werden kann, solange die Entscheidung in Bezug auf die erlaubte Bewaffnung der niederländischen und luxemburgischen Polizeidienste nicht vom Minister des Innern getroffen worden ist, Erlässt: Einziger Artikel - In Ausführung des Königlichen Erlasses vom 26. Juni 2002 über den Besitz und das Mitführen von Waffen durch die Dienste der öffentlichen Gewalt oder der öffentlichen Macht, insbesondere der Artikel 1 und 2, sind die Waffen und die Munition der vorschriftsmässigen Ausrüstung der niederländischen und luxemburgischen Polizeibeamten, wie in der Anlage erwähnt, bei der Ausführung von Polizeiaufträgen auf belgischem Hoheitsgebiet erlaubt.

Aus Gründen der Sicherheit werden die Listen der erlaubten Waffen und Munition nicht veröffentlicht.

Brüssel, den 8. Juli 2005 P. DEWAEL Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 oktober 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^