Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 september 1997
gepubliceerd op 30 september 1997

Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoedingen waaraan het gebruik van openbare diensten betreffende de luchtvaart is onderworpen

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1997014211
pub.
30/09/1997
prom.
24/09/1997
ELI
eli/besluit/1997/09/24/1997014211/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 SEPTEMBER 1997. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoedingen waaraan het gebruik van openbare diensten betreffende de luchtvaart is onderworpen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op het artikel 5;

Overwegende dat de Gewestregeringen betrokken zijn bij het ontwerpen van dit besluit;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 19 december 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting van 23 december 1996;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Inschrijving van luchtvaartuigen

Artikel 1.De verschuldigde vergoeding bedraagt voor : 1° het afgeven van een bewijs van inschrijving : vierduizend frank;2° elke wijziging aan te brengen aan een bewijs van inschrijving op naam van dezelfde titularis : duizend frank;3° het afgeven van een duplicaat van een bewijs van inschrijving : duizend frank;4° het afgeven van een uittreksel van het luchtvaartregister betreffende een luchtvaartuig : duizend frank;5° het afgeven van een afschrift van het luchtvaartregister : tienduizend frank;6° het reserveren van een bepaald inschrijvingskenmerk, voor een periode van 6 maanden, ingaande op de dag van de schriftelijke aanvraag : duizend frank;7° het afgeven van een bewijs van doorhaling van een inschrijving : duizend frank. Geschiktheid tot vliegen van luchtvaartuigen

Art. 2.§ 1. De verschuldigde vergoeding bedraagt voor : 1° het afgeven van een bewijs van : - erkenning als technische dienst die luchtvaartuigen bouwt of onderdelen van luchtvaartuigen vervaardigt; - erkenning, op grond van de voorschriften van de JAR145-reglementering, als technische dienst voor het onderhoud van luchtvaartuigen of onderdelen van luchtvaartuigen, op basis van het aantal leden van het onderhoudspersoneel voor bouw en onderhoud : - tot en met 30 leden : vijftigduizend frank; - van 31 tot 200 leden : honderdvijfenzeventigduizend frank; - boven de 200 leden : driehonderdduizend frank; 2° het afgeven van een beperkte bevoegdheidserkenning als technische dienst voor het onderhoud van luchtvaartuigen of onderdelen daarvan : twintigduizend frank;3° het vernieuwen van het bewijs van bevoegdheidserkenning vermeld onder 1° en 2° hierboven en berekend op jaarbasis 50 % van het bedrag van de vergoeding voor het afgeven, te betalen de eerste dag van de maand die volgt op elke verjaardag van de eerste afgifte;4° het afgeven van een duplicaat van een bewijs van luchtwaardigheid : drieduizend frank;5° het afgeven van een beperkt bewijs van luchtwaardigheid voor een zelfbouwconstructie : duizend vijfhonderd frank;6° het afgeven van een beperkte toelating tot het luchtverkeer voor een ultralicht motorluchtvaartuig (ULM) of een met motor aangedreven deltavlieger (DPM) : vijfhonderd frank;7° het afgeven of vernieuwen van een luchtvaartpas, opgemaakt op aanvraag van de eigenaar, buiten de procedure voor afgifte van een bewijs van luchtwaardigheid in plaats van het verlengen of vernieuwen van het bewijs van luchtwaardigheid : duizend vijfhonderd frank;8° a) de controle van de geschiktheid tot vliegen van een luchtvaartuig met het oog op afgifte van een bewijs van luchtwaardigheid of met het oog op afgifte van een bewijs voor luchtwaardigheid voor de uitvoer : - vijfduizend frank voor luchtballons; - voor de éénmotorige vliegtuigen met een massa van minder dan tweeduizend kg wordt het bedrag van de vergoeding bepaald volgens de formule : tienduizend frank + (Z x 5 frank) waarin Z gelijk is aan de massa van het luchtvaartuig uitgedrukt in kilogram overeenkomstig artikel 11 § 5; - voor de andere luchtvaartuigen wordt het bedrag van de vergoeding bepaald volgens de formule : twintigduizend + (Z x 2 frank) met een maximum van vierhonderdduizend frank waarin Z gelijk is aan de massa van het luchtvaartuig, uitgedrukt in kilogram overeenkomstig artikel 11, § 5.

Het afgeven van een bewijs van luchtwaardigheid dat volgt op de controle van de geschiktheid tot vliegen is in de hierboven vermelde vergoeding inbegrepen; b) de controle van de geschiktheid tot vliegen van een luchtvaartuig met het oog op de vernieuwing of de teruggave van het bewijs van luchtwaardigheid is gelijk aan : 1) voor de éénmotorige vliegtuigen beneden de 2 ton : - 100 % van deze vastgesteld in a) wanneer de nodige werkzaamheden voor het onderhoud, de revisie of de herstelling uitgevoerd werden door de eigenaar; - 75 % van deze vastgesteld in a) wanneer de nodige werkzaamheden voor het onderhoud, de revisie of de herstelling uitgevoerd werden door de erkende werkplaats van een aeroclub of een VZW voor een vliegtuig ingeschreven op hun naam; - 50 % van deze vastgesteld in a) wanneer de nodige werkzaamheden voor het onderhoud, de revisie of de herstelling volledig en doorlopend in technische diensten met een beperkte bevoegdheids- erkenning werden uitgevoerd; - 25 % van deze vastgesteld in a) wanneer de nodige werkzaamheden voor het onderhoud, de revisie of de herstelling volledig en doorlopend in technische diensten met een JAR145-erkenning werden uitgevoerd; 2) voor de andere luchtvaartuigen : - 60 % van deze vastgesteld in a) wanneer de nodige werkzaamheden voor het onderhoud, de revisie of de herstelling volledig en doorlopend in technische diensten met een JAR145-erkenning werden uitgevoerd; - 100 % van deze vastgesteld in a) in elk ander geval.

In het geval dat, volgens de reglementering, het afgegeven bewijs van luchtwaardigheid slechts geldig is voor 6 maanden, bedraagt de vergoeding 50 % van het vastgestelde bedrag. Voor tweemotorige vliegtuigen met een massa kleiner dan twee ton en voor alle helikopters onderhouden in niet JAR145 erkende werkplaatsen bedraagt de vergoeding 100 % van het onder a) vastgestelde bedrag voor een periode van 6 maanden; c) de controle van de geschiktheid tot vliegen van een luchtvaartuig die voortvloeit uit een voorgaande controle waaruit gebleken is dat de geschiktheid tot vliegen nog afhankelijk was van de uitvoering van werkzaamheden voor het opnieuw in luchtwaardige toestand brengen : de vergoeding is gelijk aan deze bepaald in b) hierboven;9° de controle van de geschiktheid tot vliegen van een zelfbouwconstructie, met het oog op het vernieuwen of het teruggeven van het luchtwaardigheidsbewijs, onverminderd de toepassing van de vergoedingen beschreven onder 8° b) is : - gelijk aan deze vastgesteld in de derde alinea van 8° b) 1) wanneer de eigenaar de bouwer van het vliegtuig is; - gelijk aan deze vastgesteld in de eerste alinea van 8° b) 1) wanneer de eigenaar niet de bouwer van het vliegtuig is; 10° de controle van de gelijkvormigheid met de technische specificatie van de bouwer van een gereviseerde of herstelde motor van een luchtvaartuig : - tweeduizend frank verhoogd met 100 frank voor elke 100 kW vermogen of bijkomend gedeelte van 100 kW vermogen, of voor elke 1.000 N stuwkracht of bijkomende gedeelte van 1.000 N stuwkracht, naar gelang het geval, wanneer de voor de revisie of herstelling van de motor nodige werkzaamheden volledig en doorlopend in erkende technische diensten werden uitgevoerd volgens de voorschriften van het JAR145-reglement; - tienduizend frank voor een vermogen van ten hoogste 200 kW of een stuwkracht van ten hoogste 1.000 N, verhoogd met 10 000 frank voor elke bijkomende 100 kW vermogen of gedeelte van 100 kW vermogen, of voor elke bijkomende 1.000 N stuwkracht of gedeelte van 1.000 N stuwkracht, naargelang het geval wanneer de voor de revisie of herstelling van de motor nodige werkzaamheden volledig en doorlopend in technische diensten met een beperkte bevoegdheidserkenning werden uitgevoerd; 11° de tests van een motor die in de installaties van het Bestuur van de Luchtvaart plaatshebben : twintigduizend frank, verhoogd met de kostprijs van de verbruikte brandstof en smeerolie;12° het uitvoeren van metingen voor het opmaken van een geluidsstaat voor een luchtvaartuig niet voorzien van een geluidscertificaat : vijfduizend frank;13° de controle van de geschiktheid tot vliegen van een prototype van een luchtvaartuig of van een element van een prototype van een luchtvaartuig : het bedrag van de vergoeding wordt berekend volgens de prestatie;14° de controle van de geschiktheid tot vliegen van een luchtvaartuig waaraan wijzigingen zijn aangebracht met het oog op het bekomen van voorwaarden voor een bijzonder gebruik wordt berekend volgens de prestatie. § 2. De vergoeding voor het afgeven van een machtiging tot het uitvoeren van werken die een bijzondere vaardigheid vereisen : tweeduizend vijfhonderd frank. § 3. De vergoeding voor de inschrijving van een kandidaat voor het examen van controleur, op verzoek van een erkende technische dienst, bedraagt tweeduizend vijfhonderd frank. § 4. Elke controle die gevraagd wordt buiten die waarin de voorgaande paragrafen voorzien, geeft aanleiding tot het innen van een vergoeding die berekend wordt volgens de prestatie. § 5. Voor de controle van de geschiktheid tot vliegen van een "historisch" vliegtuig met het oog op het afgeven, het vernieuwen of het teruggeven van het bewijs van luchtwaardigheid wordt de vergoeding berekend volgens de prestatie.

De Minister die de luchtvaart onder zijn bevoegdheid heeft, hierna genoemd de Minister, of de Directeur-generaal van het Bestuur van de Luchtvaart bepaalt de luchtvaartuigen welke aan de term "historisch" beantwoorden.

Leden van het stuurpersoneel

Art. 3.§ 1. De verschuldigde vergoeding bedraagt voor : 1° het afgeven van een vergunning of van een bevoegdverklaring van een lid van het stuurpersoneel van een luchtvaartuig, voor het afgeven van een toelating tot het oefenen of tot besturing aan boord van een ultralicht motorluchtvaartuig of tot het uitoefenen van de functie van monitor van ULM of van DPM, alsook voor de geldigmaking van een vreemde vergunning of van een vreemde bevoegdverklaring : drieduizend frank;2° de vernieuwing van deze vergunningen, bevoegdverklaringen, toelatingen of geldigmakingen : duizend vijfhonderd frank;3° het afgeven van een bewijs van een bemanningslid : duizend vijfhonderd frank;4° het afgeven van een duplicaat van een vergunning, toelating, geldigmaking of bewijs van bemanningslid vermeld onder 1°, 2° en 3° : duizend vijfhonderd frank;5° het inschrijven per zittijd voor een examen van algemene kennis of een didactisch examen op de grond, voor het bekomen of het vernieuwen van een - vergunning of bevoegdverklaring; - geldigmaking van een vreemde vergunning; - toelating tot het besturen van een ultralicht motorluchtvaartuig of tot het uitoefenen van de functie van monitor ULM of DPM : a) voor een vergunning : 1) van privaat bestuurder : drieduizend frank;2) van beroepsbestuurder : - wanneer de kandidaat het geheel van proeven dient af te leggen : negenduizend frank; - wanneer de kandidaat vrijgesteld is van een deel van de proeven : vijfduizend frank; 3) van beroepsbestuurder eerste klasse : vijftienduizend frank;4) van lijnbestuurder : vijftienduizend frank;5) van bestuurder van vrije ballon : drieduizend frank;6) oefenvergunning boordwerktuigkundige : negenduizend frank;b) voor een bevoegdverklaring : 1) instrumentvliegen : zesduizend frank;2) als instructeur "eerste graad" : negenduizend frank;3) als instructeur "tweede graad" : negenduizend frank;4) als instructeur "derde graad" : negenduizend frank;5) als instructeur van bestuurder van vrije ballon : negenduizend frank;6) als instructeur van boordwerktuigkundige : negenduizend frank;7) als instructeur van bestuurder van helikopters : negenduizend frank;c) voor een toelating tot besturing van een ultralicht motorluchtvaartuig : drieduizend frank;d) voor een toelating tot het uitoefenen van de functies van monitor ULM of DPM : negenduizend frank;e) voor een beperkt bewijs van radiotelefonist : duizend vijfhonderd frank;f) voor de herexamens van beroepsbestuurder of de bevoegdverklaring instrumentvliegen : drieduizend frank;6° de deelname aan de eerste of periodieke vliegproeven, in de lucht en/of op vluchtnabootser - voor het bekomen of het vernieuwen van de vergunningen en bevoegdverklaringen van de leden van het stuurpersoneel van een luchtvaartuig; - voor de geldigmaking van een vreemde vergunning of bevoegdverklaring; - voor de toelatingen tot besturing van een ultralicht motorluchtvaartuig of tot het uitoefenen van de functie van monitor van ULM of DPM : a) voor een : 1) vergunning van privaat bestuurder : zesduizend frank onderverdeeld als volgt : - nauwkeurigheidslandingen : duizend tweehonderd frank; - behendigheidsproef : tweeduizend vierhonderd frank; - navigatie : tweeduizend vierhonderd frank; 2) beperkte vergunning van beroepsbestuurder : zevenduizend vijfhonderd frank onderverdeeld als volgt : - landingen met stilstaande motor : duizend vijfhonderd frank; - kunstvlucht : duizend tweehonderd frank; - navigatie : drieduizend zeshonderd frank; - luchtarbeid : duizend tweehonderd frank; 3) vergunning van beroepsbestuurder : tienduizend frank onderverdeeld als volgt : - landingen stilstaande motor : duizend vijfhonderd frank; - kunstvlucht : duizend tweehonderd frank; - navigatie : drieduizend zeshonderd frank; - blindvlucht : duizend achthonderd frank; - radionavigatie : duizend negenhonderd frank; 4) vergunning van beroepsbestuurder eerste klasse : vijftienduizend frank;5) vergunning van lijnbestuurder : vijftienduizend frank;6) vergunning van bestuurder van vrije ballon : zesduizend frank;7) vergunning van boordwerktuigkundige : vijftienduizend frank;b) voor een : 1) bijkomende type-bevoegdverklaring : vijftienduizend frank;2) bijkomende groepsbevoegdverklaring : zesduizend frank;3) bevoegdverklaring van medebestuurder : gelijk aan deze van de corresponderende vergunning van bestuurder;4) bevoegdverklaring "instrumentvliegen" : - voor de eerste proeven : twaalfduizend frank onderverdeeld als volgt : - proef op simulator : drieduizend frank; - proef in vlucht : negenduizend frank; - voor de periodieke proeven : zesduizend frank; 5) bevoegdverklaring als instructeur "eerste graad" : - voor de eerste proeven : twaalfduizend frank; - voor de periodieke proeven : achtduizend frank; 6) bevoegdverklaring als instructeur "tweede graad" : - voor de eerste proeven : twaalfduizend frank; - voor de periodieke proeven : achtduizend frank; 7) bevoegdverklaring als instructeur "derde graad" : - voor de eerste proeven : twaalfduizend frank; - voor de periodieke proeven : achtduizend frank; 8) bevoegdverklaring als instructeur "instrumentvliegen" : - voor afzonderlijk afgelegde proeven : twaalfduizend frank; - voor proeven gelijktijdig afgelegd met deze voor de bevoegdverklaring van instructeur "tweede graad" : zesduizend frank; 9) bevoegdverklaring als instructeur van bestuurder van vrije ballon : - voor de eerste proeven : twaalfduizend frank; - voor de periodieke proeven : achtduizend frank; 10) bevoegdverklaring als instructeur van boordwerktuigkundige : - voor de eerste proeven : twaalfduizend frank; - voor de periodieke proeven : achtduizend frank; 11) bevoegdverklaring als instructeur van bestuurder van helikopters : twaalfduizend frank;c) voor een toelating tot besturing van een ultralicht motorluchtvaartuig : zesduizend frank;d) voor een toelating tot het uitoefenen van de functies van monitor van ULM of van DPM : twaalfduizend frank;7° de deelname aan de precisieproef in de lucht waarvoor een bestuurder van vrije ballon moet slagen om ballonvluchten te kunnen uitvoeren tegen betaling of in opdracht van derden : zesduizend frank;8° de deelname aan vliegproeven andere dan deze voorzien in 6° hierboven : het bedrag wordt berekend per prestatie, met een minimum van tienduizend frank;9° het afgeven van een blokgeldigmaking voor een groep leden van het stuurpersoneel afhangend van een exploitant die ressorteert onder een vreemde overheid : duizend frank per lid. § 2. Indien de in vorige paragraaf bedoelde examens het gebruik van een luchtvaartuig of van enig ander luchtvaartmaterieel vereisen, moet de kandidaat zelf een en ander aanbrengen.

De kosten die voortvloeien uit het gebruik van dit luchtvaartuig of van dit materieel zijn niet in de vergoeding voor deelname aan de proeven begrepen. § 3. Er wordt slechts één enkele vergoeding van drieduizend frank geheven voor de gelijktijdige afgifte aan een zelfde gerechtigde van : 1° een vergunning en van één of meerdere bevoegdverklaringen;2° meerdere bevoegdverklaringen. § 4. Er wordt slechts één enkele vergoeding van drieduizend frank geheven voor de gelijktijdige afgifte aan een zelfde gerechtigde van de geldigmaking van : 1° een vreemde vergunning en van één of meerdere vreemde bevoegdverklaringen;2° meerdere vreemde bevoegdverklaringen. § 5. Er wordt slechts één enkele vergoeding van duizend vijfhonderd frank geheven voor de gelijktijdige vernieuwing voor een zelfde gerechtigde van : 1° een vergunning en van één of meerdere bevoegdverklaringen;2° meerdere bevoegdverklaringen. § 6. Er wordt slechts één enkele vergoeding van duizend vijfhonderd frank geheven voor de gelijktijdige vernieuwing voor een zelfde gerechtigde van de geldigmaking van : 1° een vreemde vergunning en van één of meerdere vreemde bevoegdverklaringen;2° meerdere vreemde bevoegdverklaringen. § 7. De vergoeding voor het indienen van een beroep in toepassing van artikel 11 van het ministerieel besluit van 8 februari 1985 houdende regeling van de voorwaarden inzake lichamelijke en geestelijke geschiktheid van de leden van het stuurpersoneel van burgerlijke luchtvaartuigen bedraagt zevenduizend vijfhonderd frank. § 8. De vergoeding verschuldigd voor de erkenning van een door een Lidstaat van de Europese Unie of door Zwitserland afgegeven vergunning bedraagt tienduizend frank.

Documenten

Art. 4.De vergoeding bedraagt voor : 1° het afgeven van een vliegboek : duizend frank;2° het afgeven van een reisdagboek : duizend frank;3° het afgeven van een motorboek : duizend frank;4° het afgeven van een celboek : duizend frank;5° het als authentiek erkennen van een door een vreemde overheid gevraagde waarmerking van een gelijkvormingsattest, behalve vrijstelling tengevolge van een akkoord van wederkerigheid : duizend frank. Luchtvaartterreinen

Art. 5.§ 1. De vergoeding verschuldigd voor de voorafgaande controle tot het bekomen van de machtiging tot het aanleggen van een burgerlijk luchtvaartterrein bedraagt : 1° voor een tijdelijke helihaven, opgericht voor een maximale duur van 31 opeenvolgende dagen : drieduizend frank;2° voor een permanente helihaven : twintigduizend frank;3° voor een tijdelijk luchtvaartterrein, opgericht voor een maximale duur van 31 opeenvolgende dagen, met uitsluiting van de opstijgingsterreinen voor aërostaten : achtduizend frank; 4° voor een permanent luchtvaartterrein dat niet geschikt is voor het opstijgen van luchtvaartuigen van meer dan 5.700 kg : veertigduizend frank; 5° voor elke ander permanent luchtvaartterrein : het bedrag wordt berekend per prestatie, met een minimum van vijfenzeventigduizend frank;6° voor de oprichting van een permanente zone voor valschermspringen : tienduizend frank;7° voor de oprichting van een permanent opstijgingsterrein voor aërostaten : tienduizend frank;8° voor een wijziging aangebracht aan de infrastructuur vermeld onder de punten 1° tot en met 7° hierboven, uitgezonderd onder punt 5° : 50 % van de vergoeding vastgesteld onder dat punt;9° voor een wijziging aangebracht aan een luchtvaartterrein bedoeld onder punt 5° : het bedrag wordt berekend volgens de prestatie. § 2. De vergoeding verschuldigd voor de vijfjaarlijkse inspectie van een burgerlijk luchtvaartterrein, behalve voor een luchtvaartterrein bedoeld onder punt 5° van § 1, bedraagt vijfduizend frank. § 3. De vergoeding verschuldigd voor de vijfjaarlijkse inspectie van een luchtvaartterrein bedoeld in punt 5° van § 1 wordt berekend volgens de prestatie.

Vertoningen en evoluties

Art. 6.§ 1. De vergoeding verschuldigd voor het afgeven van een machtiging voor de inrichting van een vertoning of een exhibitie waarbij evoluties van luchtvaartuigen of kunstvluchten worden uitgevoerd bedraagt tienduizend frank.

Wanneer deze activiteiten plaatshebben op een daartoe opgericht tijdelijk luchtvaartterrein en waarvoor de vergoeding voorzien onder artikel 5, § 1, 3°, is betaald, bedraagt de vergoeding vijfduizend frank. § 2. De vergoeding verschuldigd voor het afgeven van een machtiging bedraagt voor : 1° het opstijgen van een vrije luchtballon buiten een permanent opstijgingsterrein voor aërostaten : duizend frank;2° het opstijgen van een kabelballon voor een periode van maximum 3 maanden : drieduizend frank;3° het doen vliegen van op afstand geleide tuigen of raketten, inclusief het gebruik van het terrein : drieduizend frank;4° valschermspringen buiten een permanente zone voor valschermspringen : drieduizend frank;5° het uitvoeren van zogenaamde kunstvluchten op een hoogte van minder dan 600 m : tweeduizend frank; 6° het loslaten van ballonnetjes : vijfhonderd frank voor 500 tot 1.000 ballonnetjes, en duizend frank wanneer het over meer gaat; 7° het uitwerpen van voorwerpen uit een luchtvaartuig : vijfhonderd frank;8° lichtprojecties in de lucht per periode van maximum 3 maanden : drieduizend frank. Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de evoluties, bedoeld in de eerste alinea, plaatsvinden in het raam van een vertoning of een exhibitie vermeld onder § 1. § 3. Wanneer voor het afgeven van een machtiging vermeld onder de vorige paragrafen een voorafgaande verkenning van de plaats noodzakelijk is, hangt de vergoeding af van de prestatie zonder evenwel minder te mogen bedragen dan de bij dit artikel voorziene bedragen.

Commerciële exploitatie

Art. 7.§ 1. De verschuldigde vergoeding bedraagt voor : 1° het afgeven en houden van een exploitatievergunning voor geregeld luchtvervoer : vijftigduizend frank per jaar;2° het afgeven en het houden van een exploitatievergunning voor niet geregeld luchtvervoer : vijftigduizend frank per jaar;3° het afgeven en het houden van een exploitatievergunning van luchttaxi's : dertigduizend frank per jaar;4° het afgeven of vernieuwen van een machtiging tot luchtarbeid : veertigduizend frank;5° het afgeven of vernieuwen van een machtiging tot luchtdopen : veertigduizend frank;6° het afgeven of vernieuwen van een bijzondere toelating tot luchtfotografie : duizend frank;7° het afgeven of wijzigen bij de Internationale Burgerluchtvaart Organisatie van een drie-letters-roepnaam : duizend frank. § 2. Er wordt slechts één vergoeding van veertigduizend frank geheven voor het afgeven of het vernieuwen van een machtiging tot luchtarbeid en tot luchtdopen op naam van dezelfde persoon.

Technische exploitatiemaatregelen

Art. 8.§ 1. Voor het afgeven of het houden van een bewijs van luchtvaartexploitant (Air Operator Certificate - AOC) worden de jaarlijkse vergoedingen verschuldigd door een exploitant in het commercieel luchtvervoer voor geregeld vervoer, niet geregeld vervoer of luchttaxi's, vastgesteld volgens de volgende formule : Voor de raadpleging van de formule, zie beeld

in deze formule is A gelijk aan : a) hetzij vijfentwintigduizend frank voor elk in België afgeleverd bewijs van luchtvaartexploitant waarop, tussen de luchtvaartuigen die erop voorkomen, er zich geen enkel bevindt met een hoogst toegelaten massa bij opstijging van meer dan 9.000 kg noch met een maximum toegelaten capaciteit van meer dan 19 passagierszetels; b) hetzij zestigduizend frank voor elk in België afgeleverd bewijs van luchtvaartexploitant dat niet bedoeld wordt in a) hierboven, en in dezelfde formule is (voor de raadpleging van de formule, zie beeld) gelijk aan de som in frank van de vergoedingen Bi verschuldigd voor elk luchtvaartuig voorkomend op een bewijs van luchtvaartexploitant afgeleverd in België volgens de formule : Voor de raadpleging van de formule, zie beeld

waarin Zi gelijk is aan de maximum toegelaten massa bij het opstijgen van het luchtvaartuig i, uitgedrukt in kg overeenkomstig artikel 11, § 5 van dit besluit.Voor elk luchtvaartuig is Bi niet hoger dan de som van honderdentienduizend frank. § 2. De vergoeding A, voorzien bij § 1 is voor de eerste maal verschuldigd bij het afgeven van het eerste bewijs van luchtvaart- exploitant en vervolgens op 1 juni van elk jaar.

De vergoedingen Bi, voorzien bij § 1 zijn elk jaar op 1 juni verschuldigd voor de luchtvaartuigen die op deze datum vermeld staan op het in België afgeleverd bewijs van luchtvaartexploitant. § 3. Voor de luchtvaartuigen die niet voorkomen op het bewijs van luchtvaartexploitant op 1 juni, zijn de Bi vergoedingen, voorzien bij § 1, verschuldigd op de inschrijvingsdatum van deze luchtvaartuigen op een bewijs van luchtvaartexploitant.

In dit geval, worden de vergoedingen Bi berekend pro rata van het aantal maanden dat nog rest vóór de eerstvolgende 1 juni. Voor het berekenen van de vergoeding wordt elk gedeelte van een maand voor een volle maand gerekend. § 4. Wanneer de exploitant voorziet dat een luchtvaartuig i zal voorkomen op zijn bewijs van luchtvaartexploitant voor een periode eindigend vóór de eerstvolgende 1 juni, zal hij dit mededelen aan de Dienst Operaties van het Bestuur van de Luchtvaart en zal hij de overeenkomstige vergoeding Bi, voorzien bij § 1, betalen pro rata van het aantal maanden gedurende dewelke het luchtvaartuig i zal voorkomen op het bewijs van luchtvaartexploitant.

Voor het berekenen van de vergoeding wordt elk gedeelte van een maand voor een volle maand gerekend. § 5. Op 1 juni van elk jaar geeft de vergoeding Bi, voorzien bij § 1, voor de luchtvaartuigen die niet op deze 1 juni voorkomen op het bewijs van luchtvaartexploitant van éénzelfde exploitant, aanleiding tot een aanpassing. De vergoeding Bi wordt berekend pro rata van het aantal maanden gedurende dewelke het luchtvaartuig voorkwam op het bewijs van luchtvaartexploitant en leidt, in voorkomend geval, tot een terugbetaling.

Voor het berekenen van de vergoeding wordt elk gedeelte van een maand voor een volle maand gerekend. § 6. De vergoeding Bi is niet verschuldigd voor een luchtvaartuig dat tijdelijk een ander luchtvaartuig heeft vervangen, dat geïmmobiliseerd is geweest voor een onderhoud of als gevolg van een ongeval of een incident, voor zover de maximum toegelaten massa bij opstijging van het vervangende luchtvaartuig met niet meer dan 10 % de maximum toegelaten massa van het te vervangen luchtvaartuig overtreft. § 7. De houder van een bewijs van luchtvaartexploitant die een vergoeding A van vijfentwintigduizend frank betaald heeft, overeenkomstig § 1 van dit artikel, zal een aanvullende vergoeding van vijfendertigduizend frank dienen te betalen indien een luchtvaartuig met een capaciteit van meer dan 19 passagierszetels of met een maximum toegelaten massa van meer dan 9.000 kg bij het opstijgen is ingeschreven op zijn bewijs van luchtvaartexploitant.

Dit supplement dient betaald op het ogenblik van de wijziging van het bewijs van luchtvaartexploitant.

De vergoeding A blijft volledig verworven door de Schatkist, zelfs bij stopzetting van de activiteiten door de aanvrager om welke reden ook, of bij vermindering van capaciteit vóór de volgende vervaldag.

Art. 9.Onverminderd de andere vergoedingen die met toepassing van dit besluit verschuldigd zijn, bedraagt de vergoeding die verschuldigd is voor het onderzoek van de dossiers over de afgifte van een bewijs van luchtvaartexploitant, dienende om een exploitatievergunning voor luchtvervoer te verkrijgen, honderdduizend frank.

Luchtvaartbeveiliging

Art. 10.§ 1. De vergoeding voor de inspecties op de naleving van de luchtvaartbeveiligingsvoorschriften evenals voor de opleidingsprogramma's luchtvaartbeveiliging verstrekt door het Bestuur van de Luchtvaart aan personeelsleden van de luchtvaartexploitanten, met uitzondering van het veiligheidspersoneel, wordt bepaald volgens de volgende formule voor elk luchtvaartuig dat voorkomt in een machtiging of een exploitatievergunning voor commercieel luchtvervoer : Voor de raadpleging van de formule, zie beeld

waarin Z gelijk is aan de massa van het luchtvaartuig uitgedrukt in kilogram.

Vanaf 1 oktober 1998 wordt de formule : Voor de raadpleging van de formule, zie beeld

De aldus berekende vergoeding is jaarlijks verschuldigd en dekt het geheel van de uitgevoerde inspecties en opleidingsprogramma's gedurende de daaropvolgende periode van 12 maanden. § 2. De in § 1 voorziene vergoeding is verschuldigd op 1 oktober van elk jaar voor de luchtvaartuigen die op die datum voorkomen op een exploitatievergunning voor geregeld of niet geregeld luchtvervoer met uitzondering van luchttaxi. § 3. De in § 1 voorziene vergoeding is verschuldigd op de datum van inschrijving van het luchtvaartuig op een exploitatievergunning voor geregeld of niet geregeld luchtvervoer met uitzondering van luchttaxi, indien het gaat om een datum na 1 oktober. In dit geval wordt de vergoeding berekend pro rata van het aantal maanden dat nog rest vóór de eerstvolgende 1 oktober.

Voor het berekenen van de vergoeding wordt elk gedeelte van een maand voor een volle maand gerekend. § 4. Op 1 oktober van elk jaar wordt de in § 1 van dit artikel voorziene vergoeding aangepast voor de luchtvaartuigen die niet meer voorkomen op een exploitatievergunning voor geregeld of niet geregeld luchtvervoer, met uitzondering van luchttaxi van éénzelfde exploitant.

De vergoeding wordt berekend pro rata van het aantal maanden gedurende dewelke het luchtvaartuig is voorgekomen op voornoemde exploitatievergunning en leidt in voorkomend geval tot een terugbetaling.

Voor het berekenen van de vergoeding wordt elk gedeelte van een maand voor een volle maand berekend. § 5. De vergoeding is niet verschuldigd voor een luchtvaartuig dat tijdelijk een ander luchtvaartuig heeft vervangen, dat geïmmobiliseerd is geweest voor een onderhoud of als gevolg van een ongeval of een incident. § 6. De vergoeding voor de opleidingsprogramma's luchtvaartbeveiliging voor het veiligheidspersoneel niet behorend tot luchtvaartexploitanten bedraagt tweehonderd frank per lesuur per persoon. § 7. De vergoeding voor de deelname aan de bekwaamheids- of specialisatieproeven luchtvaartbeveiliging bedraagt duizend vijfhonderd frank per theoretische proef § 8. De vergoeding voor de deelname aan de bekwaamheids- of specialisatieproeven voor luchtvaartbeveiliging bedraagt drieduizend frank per praktisch examen op simulator per kandidaat. § 9. De vergoeding voor het afgeven of voor het vernieuwen van een erkenning van het beveiligingsprogramma van luchtvrachtverzender bedraagt tienduizend frank per jaar.

Heffing

Art. 11.§ 1. De vergoedingen worden geheven door het Bestuur van de Luchtvaart.

Zij worden gestort aan de Rekenplichtige van de Ontvangsten van het Bestuur van de Luchtvaart. § 2. De betaling moet de uitvoering van de prestaties waarop zij betrekking heeft voorafgaan behalve voor de vergoedingen waarvan het bedrag berekend wordt volgens de prestatie en voor de krachtens artikelen 8 en 10 verschuldigde vergoedingen.

Voor de vergoeding voorzien in artikel 1, 6° moet het betalingsbewijs worden ingediend samen met de aanvraag tot reservering.

Voor de bij artikel 3, § 1, 5° voorziene vergoedingen dient het bewijs van betaling ingediend te worden samen met de geldige aanvraag tot inschrijving tot de corresponderende examenzittijden.

Voor de vergoeding voorzien in artikel 3, § 7 moet het betalingsbewijs worden ingediend samen met de aanvraag tot beroep.

De vergoedingen verschuldigd voor het behoud van een exploitatievergunning krachtens artikel 7, § 1, 1°, 2° en 3°, moeten voor 1 oktober van elk lopend jaar betaald zijn.

De vergoedingen verschuldigd krachtens de artikelen 8 en 10 moeten binnen de 60 dagen volgend op de datum waarop zij verschuldigd zijn betaald worden.

Voor de vergoeding voorzien in de artikel 9 moet het bewijs van betaling bijgevoegd worden bij de aanvraag van het bewijs van luchtvaartexploitant. § 3. De vergoedingen voor de proeven in artikel 3, § 1, 6° worden onderverdeeld in functie van het aantal aangeduide examinatoren. § 4. De Minister of de Directeur-generaal van het Bestuur van de Luchtvaart kan de maandelijkse betaling bij vervallen termijn toelaten en hij kan een provisie opleggen voor de vergoedingen die afhangen van de prestatie en voor de vergoedingen verschuldigd krachtens artikel 7, § 1, 1°, 2° en 3° en de artikelen 8 en 10. § 5. Voor een vergoeding waarvan het bedrag afhangt van de prestatie wordt duizend vijfhonderd frank per uur werk van een ambtenaar aangerekend. Elk uur waarin meer dan 15 minuten is gewerkt wordt als een werkuur beschouwd. § 6. De vergoedingen die als grondslag de massa van het luchtvaartuig en het vermogen of de stuwkracht van de motoren hebben, worden berekend volgens de hoogst toegelaten grenswaarden bij de opstijging die vermeld staan op het bewijs van luchtwaardigheid of elk daarbij horend document.

Wanneer de massa in ponden wordt uitgedrukt op het bewijs van luchtwaardigheid wordt 0,4536 als omzettingsfactor gebruikt. De waarden worden afgerond naar het lagere honderdtal tot en met 50 kg en daarboven naar het hoger honderdtal. § 7. Onverminderd de aanpassingen voorzien in de artikelen 8, § 5, 10, § 4, en 14 van dit besluit blijft de vergoeding in alle gevallen verworven door de Schatkist indien de verrichting waarvoor de vergoeding verschuldigd is, werd uitgevoerd, zelfs indien de activiteiten die de aanvrager had gepland en waarvoor de verrichting was aangevraagd niet hebben plaatsgevonden.

De vergoeding mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan diegene waarvoor ze werd betaald. § 8. Wanneer de verrichting om een niet aan het overheidsbestuur te wijten reden niet is uitgevoerd, inzonderheid wanneer de afgesproken data niet zijn gerespecteerd, is voor de uitvoering ervan op een latere datum een nieuwe vergoeding verschuldigd.

De vergoeding wordt alleen dan aan de aanvrager terugbetaald als deze binnen de gestelde termijnen verklaart van de verrichting af te zien. § 9. De vergoeding die werd betaald met het oog op deelname aan de in artikel 3, § 1, 5° en artikel 10, § 7 voorziene examens, wordt slechts terugbetaald indien de aanvraag tot inschrijving niet wordt aanvaard.

De terugbetaling dient schriftelijk te worden aangevraagd. § 10. Indien de in dit besluit bedoelde controles, inspecties, opleidingsprogramma's of examens buitengewone kosten veroorzaken, zoals verplaatsingen naar en werkzaamheden in het buitenland, worden deze kosten slechts gedaan als de aanvrager zich ertoe verbonden heeft ze te zijnen laste te nemen. Deze kosten zijn in ieder geval verschuldigd zodra zij werden gemaakt.

Art. 12.Er wordt geen vergoeding geheven : 1° voor de controle van de eisen waaraan moet worden voldaan inzake geschiktheid tot vliegen van een luchtvaartuig, die wordt uigevoerd door de ambtenaren die zijn aangewezen door de Minister, indien deze controle ten gevolge van een wijziging van deze eisen noodzakelijk is;2° voor de krachtens artikel 37 van het koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart opgelegde examens;3° ten laste van de ambtenaren van het Bestuur van de Luchtvaart voor de deelname aan de examens tot het bekomen van de vergunningen en bevoegdverklaringen van lid van het stuurpersoneel van een luchtvaartuig, van de toelatingen tot het besturen van een ultralicht motorluchtvaartuig of tot het uitoefenen van een functie van monitor van ULM of van DPM, alsook voor de afgifte of de vernieuwing van deze vergunningen, bevoegdverklaringen en toelatingen. Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 13.Het koninklijk besluit van 9 maart 1995 tot vaststelling van de vergoedingen waaraan het gebruik van zekere openbare diensten betreffende de luchtvaart is onderworpen, wordt opgeheven.

Art. 14.De vergoedingen die eventueel zouden betaald zijn voor de jaren 1996 en 1997 krachtens artikel 7, § 1, 3° van het koninklijk besluit van 9 maart 1995 tot vaststelling van de vergoedingen waaraan het gebruik van zekere openbare diensten betreffende de luchtvaart is onderworpen, worden in mindering gebracht van de krachtens artikel 7, § 1, 3° van dit besluit verschuldigde vergoeding.

Art. 15.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de eerste maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 16.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 september 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN

^