Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 september 2006
gepubliceerd op 06 oktober 2006

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen tot wijziging van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 9 juli 2002 met betrekking tot de uitoefening van externe functies door leiders van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003465
pub.
06/10/2006
prom.
24/09/2006
ELI
eli/besluit/2006/09/24/2006003465/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen tot wijziging van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 9 juli 2002 met betrekking tot de uitoefening van externe functies door leiders van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, inzonderheid op artikel 162;

Gelet op de wet van 20 juni 2005 houdende wijziging van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs en de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, en houdende andere diverse bepalingen, inzonderheid op de artikelen 4, 5, 6, 12 en 14;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 november 2005 over het aanvullend groepstoezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging in een financiële dienstengroep, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende het algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen, inzonderheid op de artikelen 15, § 2, en 29, § 6, 4°;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op de artikelen 49, § 3, en 64;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2002 tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen met betrekking tot de uitoefening van externe functies door leiders van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen;

Gelet op het reglement van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen van 9 juli 2002 met betrekking tot de uitoefening van externe functies door leiders van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 22 augustus 2006 tot wijziging van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 9 juli 2002 met betrekking tot de uitoefening van externe functies door leiders van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage bij het koninklijk besluit van 24 september 2006 Reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen tot wijziging van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 9 juli 2002 met betrekking tot de uitoefening van externe functies door leiders van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, Gelet op de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, inzonderheid op artikel 162;

Gelet op de wet van 20 juni 2005 houdende wijziging van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en de beleggingsadviseurs en de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, en houdende andere diverse bepalingen, inzonderheid op de artikelen 4, 5, 6, 12 en 14;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 november 2005 over het aanvullend groepstoezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging in een financiële dienstengroep, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende het algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen, inzonderheid op de artikelen 15, § 2, en 29, § 6, 4°;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, inzonderheid op de artikelen 49, § 3, en 64;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2002 tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen met betrekking tot de uitoefening van externe functies door leiders van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen;

Gelet op het reglement van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen van 9 juli 2002 met betrekking tot de uitoefening van externe functies door leiders van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen;

Gelet op het advies van de Raad van Toezicht, Besluit :

Artikel 1.In het opschrift van het Reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 9 juli 2002 met betrekking tot de uitoefening van externe functies door leiders van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen worden de woorden « kredietinstellingen en beleggingsondernemingen » vervangen door de woorden « gereglementeerde ondernemingen ».

Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde Reglement worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in punt 2° worden de woorden « de secundaire markten, » geschrapt, b) na punt 2° worden de punten 2°bis tot en met 2°septies ingevoegd, die luiden als volgt : « 2°bis « wet van 20 juli 2004 » : de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles; 2°ter « wet van 2 augustus 2002 » : de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten; 2°quater « koninklijk besluit van 26 september 2005 » : het koninklijk besluit van 26 september 2005 houdende het statuut van de vereffeningsinstellingen en de met vereffeningsinstellingen gelijkgestelde instellingen; 2°quinquies « koninklijk besluit van 12 augustus 1994 » : het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen; 2°sexies « wet van 9 juli 1975 » : de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen; 2°septies « koninklijk besluit van 21 november 2005 » : het koninklijk besluit van 21 november 2005 over het aanvullend groepstoezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen, beleggingsondernemingen en beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging in een financiële dienstengroep, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 februari 1991 houdende het algemeen reglement betreffende de controle op de verzekeringsondernemingen en het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 over het toezicht op geconsolideerde basis op kredietinstellingen; » c) punt 3° wordt als volgt vervangen : « 3° « interne regels » : de interne regels bedoeld in : - artikel 27, § 2, van de wet van 22 maart 1993, - artikel 70, § 2, van de wet van 6 april 1995, - artikel 162, § 2, van de wet van 20 juli 2004, - artikel 15, § 2, van het koninklijk besluit van 26 september 2005, - of artikel 90, § 4, tweede lid, van de wet van 9 juli 1975;d) punt 4° wordt als volgt vervangen : « 4° « instelling » : een van de volgende gereglementeerde ondernemingen : a.een kredietinstelling naar Belgisch recht in de zin van artikel 1 van de wet van 22 maart 1993, waaronder ook wordt verstaan een instelling die is aangesloten bij een federatie van kredietinstellingen, als bedoeld in artikel 61, § 1, van de wet of een gemeentespaarkas als bedoeld in artikel 64 van de wet van 22 maart 1993, b. een bijkantoor in de zin van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 22 maart 1993, van een kredietinstelling die ressorteert onder het recht van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, c.een beleggingsonderneming in de zin van artikel 44 van de wet van 6 april 1995, d. een bijkantoor in de zin van artikel 46, 5°, van de wet van 6 april 1995, van een beleggingsonderneming die ressorteert onder het recht van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, e.een beleggingsadviseur in de zin van artikel 119, eerste lid, van de wet van 6 april 1995, f. een beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging in de zin van artikel 138 van de wet van 20 juli 2004, g.een vereffeningsinstelling naar Belgisch recht in de zin van artikel 2, 17°, van de wet van 2 augustus 2002, die geen kredietinstelling naar Belgisch recht is, h. een met een vereffeningsinstelling gelijkgestelde instelling naar Belgisch recht, in de zin van artikel 1, 5°, van het koninklijk besluit van 26 september 2005, i.een met een vereffeningsinstelling gelijkgestelde instelling die is opgericht als bijkantoor in België van een buitenlandse instelling, als bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit van 26 september 2005, j. een financiële holding naar Belgisch recht in de zin van artikel 49, § 1, 2° van de wet van 22 maart 1993, van artikel 95, § 1, 2°, van de wet van 6 april 1995, van artikel 189, § 1, 2°, van de wet van 20 juli 2004, of van artikel 25, § 2, 2°, van het koninklijk besluit van 26 september 2005, k.een verzekeringsonderneming in de zin van artikel 2, § 1 van de wet van 9 juli 1975, l. een verzekeringsholding naar Belgisch recht, in de zin van artikel 91bis, 9°, van de wet van 9 juli 1975, m.of een gemengde financiële holding naar Belgisch recht in de zin van artikel 49bis, § 1, 5° van de wet van 22 maart 1993, van artikel 95bis, § 1, 5°, van de wet van 6 april 1995, van artikel 91octies decies, § 1, 5°, van de wet van 9 juli 1975, en van artikel 1, 13°, van het koninklijk besluit van 21 november 2005. » e) in punt 6° worden na de woorden « beheersorgaan van de instelling » de woorden «, alsook de vaste vertegenwoordiger die conform artikel 61, § 2, van het Wetboek van vennootschappen is aangewezen door een rechtspersoon die lid is van het bestuursorgaan van de instelling » toegevoegd;f) in punt 7° worden de woorden « en die in die hoedanigheid een rechtstreekse en doorslaggevende invloed uitoefent op het beheer van alle of bepaalde activiteiten van de instelling, » ingevoegd na de woorden « hiërarchisch net onder een dergelijk comité ligt »;g) punt 8° wordt als volgt vervangen : « 8° « externe functie » : iedere functie die buiten de instelling kan worden uitgeoefend door een bestuurder of een effectieve leider, conform : - artikel 27, § 1, van de wet van 22 maart 1993, - artikel 70, § 1, van de wet van 6 april 1995, - artikel 162, § 1, van de wet van 20 juli 2004, - artikel 15, § 1, van het koninklijk besluit van 26 september 2005, - of artikel 90, § 4, eerste lid, van de wet van 9 juli 1975;» h) punt 9° wordt als volgt vervangen : « 9° « directiecomité » : een comité dat is opgericht krachtens : - artikel 26 van de wet van 22 maart 1993, - artikel 69 van de wet van 6 april 1995, - artikel 161 van de wet van 20 juli 2004, - artikel 90, § 3, van de wet van 9 juli 1975, - of met toepassing van een door het Wetboek van vennootschappen geboden mogelijkheid;» i) punt 10° wordt als volgt vervangen : « 10° « nauwe banden » : een situatie als bedoeld in : - artikel 3, § 1, 1bis, van de wet van 22 maart 1993, - artikel 46, 2bis van de wet van 6 april 1995, - artikel 3, 16°, van de wet van 20 juli 2004, - of artikel 2, § 6, 10°bis, van de wet van 9 juli 1975.»

Art. 3.§ 1. In artikel 3, eerste lid, van hetzelfde Reglement worden de woorden « van een andere externe functie dan bedoeld in artikel 27, § 3, eerste lid van de wet van 22 maart 1993 en in artikel 70, § 3, eerste lid, van de wet van 6 april 1995, » geschrapt. § 2. Artikel 3 van hetzelfde Reglement wordt aangevuld met een vierde lid dat luidt als volgt : « Dit artikel is echter niet van toepassing op de externe functies bedoeld in : - artikel 27, § 3, eerste lid, van de wet van 22 maart 1993, - artikel 70, § 3, eerste lid, van de wet van 6 april 1995, - artikel 162, § 3, eerste lid, van de wet van 20 juli 2004, - artikel 15, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 26 september 2005, - of artikel 90, § 4, vijfde lid, van de wet van 9 juli 1975. »

Art. 4.§ 1. In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde Reglement, wordt het woord « Daarenboven » vervangen door de woorden « De interne regels van de instellingen bedoeld in artikel 1, 4°, a. tot en met f. ». § 2. Artikel 5, tweede lid, 1°, van hetzelfde Reglement, wordt als volgt vervangen : « 1° vullen de procedures aan die uitgewerkt zijn om te voldoen aan de bepalingen van respectievelijk artikel 62, tweede en vijfde lid, van de wet van 6 april 1995, van artikel 127, § 2, van dezelfde wet, of van artikel 153, § 2, van de wet van 20 juli 2004, met het voorschrift dat verrichtingen in financiële instrumenten van een in het eerste lid bedoelde vennootschap, die rechtstreeks of onrechtstreeks worden uitgevoerd door een effectieve leider, zijn echtgenote, of enige door hen gecontroleerde vennootschap : a. door of via de instelling dienen te worden uitgevoerd, indien zij hiervoor een vergunning heeft;b. of, indien zij hiervoor geen vergunning heeft, haar vooraf ter kennis dienen te worden gebracht. De verplichting geldt niet ingeval de effectieve leider aantoont dat zijn vermogen, dat van zijn echtgenote of dat van enige door hen gecontroleerde vennootschap door een andere instelling wordt beheerd in het kader van een overeenkomst van vermogensbeheer waarbij de betrokkenen geen individuele instructies kunnen geven; » § 3. In artikel 5, tweede lid, 2°, van de Nederlandse versie van hetzelfde Reglement, worden de woorden « de interne regels » geschrapt.

Art. 5.§ 1. In artikel 6, tweede lid, van hetzelfde Reglement, worden de woorden « in een andere vennootschap dan in de zin van artikel 27, § 3, derde lid, van de wet van 22 maart 1993 en artikel 70, § 3, derde lid, van de wet van 6 april 1995 » geschrapt. § 2. Artikel 6 van hetzelfde Reglement wordt met een derde lid aangevuld, dat luidt als volgt : « De interne regels kunnen bepalen dat de conform de vorige leden vastgestelde openbaarmakingsverplichtingen niet gelden voor externe functies die worden uitgeoefend bij instellingen als bedoeld in : - artikel 27, § 3, derde lid, van de wet van 22 maart 1993, - artikel 70, § 3, derde lid, van de wet van 6 april 1995, - artikel 162, § 3, derde lid, van de wet van 20 juli 2004, - artikel 15, § 3, derde lid, van het koninklijk besluit van 26 september 2005, - of artikel 90, § 4, zevende lid, van de wet van 9 juli 1975. »

Art. 6.Dit reglement treedt in werking op 2 januari 2007.

Brussel, 22 augustus 2006.

De Voorzitter, E. WYMEERSCH Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^