Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 september 2006
gepubliceerd op 13 oktober 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, inzake de toekenning van een eindejaarspremie voor het omkaderingspersoneel in de sociale werkplaatsen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006202812
pub.
13/10/2006
prom.
24/09/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, inzake de toekenning van een eindejaarspremie voor het omkaderingspersoneel in de sociale werkplaatsen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap, inzake de toekenning van een eindejaarspremie voor het omkaderingspersoneel in de sociale werkplaatsen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2006 Toekenning van een eindejaarspremie voor het omkaderingspersoneel in de sociale werkplaatsen (Overeenkomst geregistreerd op 11 april 2006 onder het nummer 79391/CO/327.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en op alle werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap (PSC 327.01).

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk omkaderingspersoneel zoals bepaald in het decreet op de sociale werkplaatsen van 14 juli 1998, in artikel 5.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord van 6 juni 2005. HOOFDSTUK II. - Wie heeft recht ?

Art. 3.Werknemers die op 1 december van het betrokken kalenderjaar hun proefperiode zoals contractueel bepaald, volbracht hebben, zijn gerechtigd op een eindejaarspremie.

Art. 4.Werknemers, die ontslagen werden om dringende reden hebben geen recht op een eindejaarspremie. HOOFDSTUK III. - Samenstelling - hoogte en berekeningswijze van de eindejaarspremie

Art. 5.Het bedrag van de eindejaarstoelage is samengesteld uit een vast geïndexeerd gedeelte en een veranderlijk gedeelte.

Art. 6.§ 1. Het vast geïndexeerd gedeelte bedraagt 336,37 EUR (bedrag 2005). Dit bedrag wordt voor het jaar 2006 verhoogd indien de spilindex overschreden wordt. § 2. Het vast geïndexeerd gedeelte wordt vanaf 2006 verhoogd overeenkomstig punt 2.2 van het Vlaams Akkoord voor de nonprofit van 6 juni 2005, en opgebouwd tot en met 2010 volgens de fasering voorzien in dit akkoord : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. Het bedrag voor het jaar 2006 zoals hierboven vermeld in §§ 1 en 2 wordt met ingang van 2007 jaarlijks aangepast met toepassing van het volgende indexeringsmechanisme : de indexatie van het vast gedeelte gebeurt gelijktijdig met de indexatie van de loonschalen. § 4. Het bedrag van het totaal vast geïndexeerd gedeelte van deze eindejaarstoelage wordt jaarlijks vastgesteld en als bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen.

Art. 7.Het vaste bedrag van de eindejaarstoelage wordt berekend pro rata de contractuele arbeidstijd en pro rata het aantal gepresteerde maanden. Een begonnen maand waarin men 14 dagen aaneensluitend gewerkt heeft (of gelijkgestelde dagen volgens de regeling jaarlijkse vakantie) wordt geteld als volledige maand.

Art. 8.Het veranderlijk gedeelte bedraagt 2,5 pct. van het benaderde individuele bruto jaarloon.

Dit benaderd bruto jaarloon wordt berekend als volgt : werkelijk toegekend loon in de periode van 1 december (jaar N-1) tot 30 november (jaar N) inclusief enkel vakantiegeld, exclusief dubbel vakantiegeld en eindejaarspremie [1].

Voor arbeiders wordt het enkel vakantiegeld berekend door vermenigvuldiging het aantal opgenomen wettelijke verlofuren wet het uurloon van juli.

Het veranderlijke gedeelte wordt vanaf 2006 verhoogd overeenkomstig punt 2.2 van het Vlaams Akkoord voor de nonprofit van 6 juni 2005, en opgebouwd tot en met 2010 volgens de fasering voorzien in dit akkoord : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 9.Lokale bestaande systemen van eindejaarspremie in gelijk welke vorm blijven bewaard en worden gecumuleerd met de eindejaarspremie van artikel 6, 7 en 8 waarbij de totale bruto eindejaarspremie wordt begrensd op 100 pct. van 1/12de van het benaderd bruto jaarloon (volgens artikel 8).

Via de geëigende overlegorganen op ondernemingsniveau is er een meldingsplicht over de besteding van de middelen die vrijkomen boven de 100 pct. HOOFDSTUK IV. - Betalingsmodaliteit

Art. 10.De eindejaarstoelage is betaalbaar in de maand december van het jaar waarvoor ze wordt toegekend of bij uitdiensttreding indien voldaan is aan de voorwaarden vermeld in artikel 3. HOOFDSTUK V. - Afwijkingen

Art. 11.Werkgevers en werknemers die op ondernemingsniveau wensen af te wijken van artikel 9 mogen afwijken na voorlegging van een collectieve ondernemings arbeidsovereenkomst ter kennisgeving aan het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. Afwijkingen gaan pas in na bewijs van neerlegging tot registratie van de collectieve ondernemings arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt hoofdstuk V (eindejaarspremie) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 februari 2002 betreffende de lonen in de sociale werkplaatsen, loonharmonisatie van de omkadering in de sociale werkplaatsen (koninklijk besluit van 24 juni 2003, Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2003).

Art 13. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden, gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 september 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN ______ 1 N is het jaar van uitbetaling

^