Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 september 2006
gepubliceerd op 29 november 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006202958
pub.
29/11/2006
prom.
24/09/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 SEPTEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, tot wijziging van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid".

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 september 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001 Wijziging van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" (Overeenkomst geregistreerd op 1 oktober 2001 onder het nummer 59097/CO/109)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

Art. 2.In artikel 3 van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, laatst gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 2000, worden de derde, zevende, achtste en negende doelstelling vervangen door de volgende bepalingen : "3° het verrichten van de betaling van de aanvullende vergoeding in het raam van het conventioneel brugpensioen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2001 evenals van de bijzondere werkgeversbijdragen, bepaald bij artikel 268 van de programmawet van 22 december 1989 (Belgisch Staatsblad van 30 december 1989) en de bij artikel 141 van de programmawet van 29 december 1990; 7° het uitkeren van de vergoeding, voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997, verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1999 en van 22 mei 2001, betreffende een bijkomende uitkering voor bestaanszekerheid;8° het uitkeren van de vergoeding, voorzien bij artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001 betreffende vorming en tewerkstelling; 9° de uitkering van de bijdrage betaald overeenkomstig artikel 14, § 3, van deze statuten, ter financiering van het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie en ter uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2001 betreffende vorming en tewerkstelling.".

Art. 3.Artikel 14 van dezelfde statuten wordt gewijzigd als volgt : "§ 1. Het fonds beschikt over de door de werkgevers verschuldigde bijdrage, bedoeld in artikel 15 van deze statuten; § 2. Ter uitvoering van artikel 3, 6°, van deze statuten maakt het fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen, aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het kleding- en confectiebedrijf" een als volgt vastgesteld bedrag over : - van 1 januari 2001 tot 30 juni 2001 : 0,38 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 juli 2001 tot 31 december 2001 : 0,33 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 januari 2002 tot 31 december 2002 : 0,29 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen. § 3. Ter uitvoering van artikel 3, 9°, van deze statuten maakt het fonds, onmiddellijk na ontvangst van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen, aan het Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC) een als volgt vastgesteld bedrag over : - van 1 januari 2001 tot 30 juni 2001 : 11,54 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 juli 2001 tot 31 december 2001 : 10 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen; - van 1 januari 2002 tot 31 december 2002 : 8,82 pct. van de in § 1 van dit artikel bedoelde bijdragen.".

Art. 4.Artikel 15 van dezelfde statuten wordt gewijzigd als volgt : "§ 1. Van 1 januari 2001 tot 30 juni 2001 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 2,6 pct. van de brutolonen van de arbeid(st)ers. § 2. Van 1 juli 2001 tot 31 december 2001 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 3 pct. van de brutolonen van de arbeid(st)ers. § 3. Van 1 januari 2002 tot 31 december 2002 worden de werkgeversbijdragen bepaald op 3,4 pct. van de brutolonen van de arbeid(st)ers.".

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 31 december 2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 september 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^