Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 april 2004
gepubliceerd op 26 mei 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 15, 18, 66, 76, 77, 80, 94, 120, 169, 175, 181, 190, 199, 207, 236, 239, 240 en 260 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004011208
pub.
26/05/2004
prom.
25/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/25/2004011208/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 15, 18, 66, 76, 77, 80, 94, 120, 169, 175, 181, 190, 199, 207, 236, 239, 240 en 260 van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening, inzonderheid op artikel 21, 1°;

Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 4, 1°;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 maart 1981 waarbij het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen van transport en verdeling van elektrische energie bindend wordt verklaard en op het koninklijk besluit van 2 september 1981 houdende wijziging van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties en houdende bindendverklaring ervan op de elektrische installaties in inrichtingen gerangschikt als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk en in inrichtingen beoogd bij artikel 28 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 mei 1985, 7 april 1986 en 30 maart 1993;

Gelet op het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties, gevoegd bij het koninklijk besluit van 10 maart 1981, inzonderheid op de artikelen 15, 18, 66, 76, 77, 80, 94, 120, 169, 175, 181, 190, 199, 207, 236, 239, 240 en 260, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 mei 1985, 28 juli 1987, 8 september 1997 en 7 mei 2000;

Gelet op het advies van het Vast Elektrotechnisch Comité, gegeven op 21 december 2001;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, gegeven op 28 februari 2003;

Gelet op het feit dat voldaan is aan de formaliteiten voorgeschreven bij de Richtlijn 98-34-EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de in dit besluit opgenomen voorschriften verbeteringen uitmaken van de reglementering die, om voor de veiligheid te zorgen, zonder uitstel dienen verplichtend gemaakt te worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, van Onze Minister van Energie en van Onze Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet onder "Reglement" worden verstaan het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties, dat het voorwerp is van het koninklijk besluit van 10 maart 1981 waarbij het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties voor de huishoudelijke installaties en sommige lijnen van transport en verdeling van elektrische energie bindend wordt verklaard en van het koninklijk besluit van 2 september 1981 houdende wijziging van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties en houdende bindendverklaring ervan op de elektrische installaties in inrichtingen gerangschikt als gevaarlijk, ongezond of hinderlijk en in inrichtingen beoogd bij artikel 28 van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 mei 1985, 7 april 1986 en 30 maart 1993.

Art. 2.In gans het Reglement worden de woorden "De Ministers die respectievelijk Energie, Mijnen en Arbeidsveiligheid onder hun bevoegdheid hebben" vervangen door de woorden "De Ministers die respectievelijk Energie en Arbeidsveiligheid onder hun bevoegdheid hebben".

Art. 3.In artikel 15.01van het Reglement wordt het woord "opgesteld" vervangen door het woord "geïnstalleerd".

Art. 4.In artikel 18 van het Reglement worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Nederlandse tekst wordt punt 2) vervangen door het volgende punt : "2) bescherming tegen thermische effecten";2° punt 8) wordt vervangen door het volgende punt : "8) bescherming tegen risico's te wijten aan ongewilde bewegingen en ontijdig aanzetten".

Art. 5.In de Nederlandse tekst wordt artikel 66, eerste lid, van het Reglement aangevuld als volgt : "Nochtans mag het wegnemen van de hindernis slechts mogelijk zijn met behulp van gereedschap. ».

Art. 6.In de Nederlandse tekst wordt in artikel 76.02, eerste lid, van het Reglement het 2e streepje vervangen door het volgend streepje : « - hetzij een stroombron die een gelijkwaardige veiligheidsgraad biedt, bijvoorbeeld motor-generator-groepen die een gelijkwaardige isolatie hebben. ».

Art. 7.In de Nederlandse tekst wordt in artikel 77.02 van het Reglement tussen het derde en het vierde lid het volgende lid ingevoegd : "Schikkingen worden genomen om te vermijden dat vreemde geleidende delen of massa's potentialen kunnen overdragen buiten de plaats waar de maatregel is toegepast. ».

Art. 8.In de Nederlandse tekst worden in artikel 80 van het Reglement de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in punt 02 wordt : - in het eerste lid het woord "nulgeleider" vervangen door het woord "beschermingsgeleider"; - in het derde lid het woord "aardgeleider" vervangen door het woord "beschermingsgeleider"; 2° in punt 06 worden in het tweede lid de woorden "Bij aanwending van deze schakelaar mogen de massa's niet verbonden worden met de beschermingsgeleider van het verdeelnet" vervangen door de woorden "Bij aanwending van deze schakelaar is het toegelaten de massa's niet te verbinden met de beschermingsgeleider van het verdeelnet".

Art. 9.In artikel 94 van het Reglement wordt, in de Nederlandse tekst, in het tweede lid, punt 1, 1e streepje het woord "niet" geschrapt, tussen de woorden "36 of 18 volt" en "gelijkspanning".

Art. 10.In de Nederlandse tekst worden in artikel 120, eerste lid, punt 1 van het Reglement de woorden "I = effectieve waarde van de vermoedelijke kortsluitstroom in kA" vervangen door de woorden "I = effectieve waarde van de vermoedelijke kortsluitstroom in A".

Art. 11.In artikel 169.03 van het Reglement wordt, in de Nederlandse tekst, in de titel het woord "behoren" vervangen door het woord "behorende".

Art. 12.In artikel 175.01 van het Reglement worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Franse tekst, worden tussen de woorden "cette sous-section" en "à une distance" de woorden "sans épissure, ni joint, ni soudure" ingevoegd;2° in de Nederlandse tekst wordt het woord "ze" geschrapt tussen de woorden "moet" en "gemonteerd".

Art. 13.In artikel 181.03 van het Reglement wordt, in de Nederlandse tekst, in punt a, 1ste zin, het woord "onder" vervangen door het woord "boven".

Art. 14.In de Nederlandse tekst worden in artikel 190, eerste lid, van het Reglement tussen de woorden "duurzame" en "bouwstoffen" de woorden "niet geleidende" ingevoegd.

Art. 15.Artikel 199, vijfde lid, van het Reglement wordt vervangen als volgt : "Met uitzondering van halfvlakke VTLBp-kabels moet de met vaste isolatiematerialen geïsoleerde geleider, gemerkt door de lichtblauwe kleur, worden voorbehouden aan de nul- of compensatorgeleider (N) in de stroombanen die zulk een geleider bezitten. ».

Art. 16.In de Nederlandse tekst wordt in artikel 207.07, eerste lid, van het Reglement tussen de woorden "uitgevoerd" en "in kasten" het woord "worden" geschrapt.

Art. 17.In de Nederlandse tekst worden in artikel 236.03 van het Reglement het eerste en het laatste lid respectievelijk vervangen door de volgende leden : « Wanneer er geen gevaren uit voortspruiten is het toegelaten niet al de actieve geleiders te onderbreken. ». « In de TN-installaties, evenwel, is het toegelaten de nulgeleider niet te onderbreken wanneer de nulgeleiders van twee bronnen met dezelfde aardverbinding zijn verbonden".

Art. 18.Artikel 239 van het Reglement wordt aangevuld met het volgende lid : "De beschermingsgraad van de contactdozen bedraagt tenminste IPXX-B. ».

Art. 19.In artikel 240.03 van het Reglement worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, 3e streepje, worden in de Nederlandse tekst de woorden "rechtstreekse aanraking" vervangen door de woorden "onrechtstreekse aanraking".2° het vijfde lid wordt vervangen door het volgende lid : « De connectoren moeten voldoen aan de volgende voorschriften : -de connectoren die niet geplaatst zijn in gesloten ruimten van de elektrische dienst zijn voorzien van hetzij een vergrendelingsinrichting die de doorgang van de stroom onderbreekt vóór de ontkoppeling, hetzij van een inrichting die een werktuig of ieder ander middel met een equivalente veiligheidsgraad nodig heeft voor de ontkoppeling; - de connectoren hebben een beschermingsgraad van minstens IPXX-B - zijde bron - in open stand; - de delen "bron" en "aftakking" van de connector zijn voorzien van een specifieke markering van de delen van de connector en van een mechanisch systeem dat de omwisseling verhindert tussen de fase-, nul- en beschermingsgeleiders. ».

Art. 20.In artikel 260.01, derde lid, van het Reglement wordt de 1ste zin vervangen door de volgende zin : "Een punt van elke secundaire wikkeling van hoogspanningsmeettransformatoren is verbonden met de hoogspanningsaardingsinstallatie. ».

Art. 21.De artikelen 17 en 18 van dit besluit zijn van toepassing op elektrische installaties en belangrijke wijzigingen en uitbreidingen waarvan de uitvoering ter plaatse nog niet is aangevangen drie maand na de publicatiedatum van dit besluit.

Art. 22.Onze Minister van Werk, Onze Minister van Energie en Onze Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE De Minister van Energie, Mevr. F. MOERMAN De Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het Werk, Mevr. K. VAN BREMPT

^