25 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 december 1978 tot toekenning van het sociaal welzijn aan de gewezen werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi in uitvoering van artikel 18 van de wet van 11 februari 1976 dat een artikel 10bis inlast in de wet van 16 juni 1960

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 juni 1960 dat de organismen belast met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi onder de controle en de waarborg van de Belgische Staat plaatst, en dat waarborg draagt door de Belgische Staat van de maatschappelijke prestaties ten gunste van deze werknemers verzekerd, inzonderheid op artikel 10bis, ingevoegd bij de wet van 11 februari 1976;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 december 1978 tot toekenning van het sociaal welzijn aan de gewezen werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi in uitvoering van artikel 18 van de wet van 11 februari 1976 dat een artikel 10bis inlast in de wet van 16 juni 1960;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid, gegeven op 4 februari 2004;

Gelet op het advies van de Regeringscommissaris van begroting, gegeven op 24 februari 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 maart 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 18 maart 2004;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat het noodzakelijk is dat de koloniale werknemerspensioenen op 1 april 2004 aangepast worden aan de evolutie van het algemeen welzijn, en dat het bijgevolg van belang is dat de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid zo vlug mogelijk de nodige schikkingen hiertoe dient te treffen, inbegrepen de aanpassing van de geïnformatiseerde berekeningsprogramma's en deze voorafgaandelijk te testen;

Gelet op de noodwendigheid om de verhoogde uitkeringen van de pensioenen aan de gerechtigden vanaf 1 april 2004 te kunnen waarborgen;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 36.826/1, gegeven op 25 maart 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk en Pensioenen en Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 3 van koninklijk besluit van 14 december 1978 tot toekenning van het sociaal welzijn aan de gewezen werknemers van Belgisch Kongo en Ruanda-Urundi in uitvoering van artikel 18 van de wet van 11 februari 1976 dat een artikel 10bis inlast in de wet van 16 juni 1960, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt aangevuld als volgt : « d) van 1 april 2004 af vervangen door 74 en 917,21 euro als het mannelijke gerechtigden betreft en door 69 en 855,23 euro als het vrouwelijke gerechtigden aangaat.»; 2° § 2 wordt aangevuld als volgt : « d) 128, 1.695,59 euro, 67 en 830,44 euro van 1 april 2004 af. »

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, a), wordt aangevuld als volgt : « en door 89,99 euro van 1 april 2004 af;»; 2° § 1, b), wordt aangevuld als volgt : « en door 78,58 euro van 1 april 2004 af.»; 3° § 2 wordt aangevuld als volgt : « en door 78,58 euro van 1 april 2004 af.»; 4° § 3 wordt aangevuld als volgt : « d) 1.571,64 euro en 1.728,81 euro van 1 april 2004 af. »

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2004.

Art. 4.Onze Minister van Werk en Pensioenen en Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk en Pensioenen, F .VANDENBROUCKE De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE