Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 april 2007
gepubliceerd op 21 juni 2007

Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het bekomen van burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van bestuurder van vliegtuigen voor de helikopterpiloten van de Belgische Krijgsmacht

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2007014163
pub.
21/06/2007
prom.
25/04/2007
ELI
eli/besluit/2007/04/25/2007014163/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor het bekomen van burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van bestuurder van vliegtuigen voor de helikopterpiloten van de Belgische Krijgsmacht


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart, inzonderheid op artikel 5, § 1, gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001;

Overwegende op het Verdrag inzake de internationale burgerlijke luchtvaart, ondertekend te Chicago op 7 december 1944, en goedgekeurd bij de wet van 30 april 1947, inzonderheid op bijlage 1;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies van de Raad van State nr 41.657/4, gegeven op 12 maart 2007;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities en afkortingen

Artikel 1.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : type van luchtvaartuig : groep van luchtvaartuigen met identieke fundamentele kenmerken, daarin begrepen alle wijzigingen, behalve diegene die een verandering van manoeuvre- of vliegkenmerken, of een toevoeging van leden van het stuurpersoneel tot gevolg hebben; categorie van luchtvaartuigen : indeling van de luchtvaartuigen volgens de gespecificeerde fundamentele kenmerken (bijvoorbeeld : vliegtuig, helikopter, zweefvliegtuig, vrije ballon); vliegtuig : aërodyne voorzien van een voortstuwingsinrichting, die zijn opwaartse draagkracht in de lucht hoofdzakelijk verkrijgt door aërodynamische krachten die worden uitgeoefend op vlakken welke gedurende eenzelfde vliegstand niet van stand veranderen; helikopter : aërodyne die zijn opwaartse draagkracht in de lucht hoofdzakelijk verkrijgt door de reactie van de lucht op één of meerdere rotoren, die voortgetrokken door een voortstuwingsinrichting rond duidelijke verticale assen draaien; vliegscholen van de Belgische Krijgsmacht : alle vliegscholen uitgebaat binnen het Ministerie van Landsverdediging door de Belgische Krijgsmacht of de vliegscholen die, op aanvraag van de Belgische Krijgsmacht, een deel of de hele opleiding tot het behalen van het brevet van helikopterpiloot of het hoger brevet van helikopterpiloot aan gebrevetteerde helikopterpiloten van de Krijgsmacht en/of van een bevoegdverklaring van vliegtuigbestuurder verstrekken; elementaire vliegopleiding : basisvliegopleiding verstrekt in een vliegschool van de Belgische Krijgsmacht, die de militaire leerling de kennis en de vaardigheid bijbrengt om als gezagvoerder van een vliegtuig onder de zichtvliegvoorschriften vertrekken uit en naderingen op luchthavens, overland navigaties, acrobatische basisoefeningen en de nodige urgentiemaatregelen in geval van nood uit te voeren; basisopleiding voor het besturen van helikopters : basisvliegopleiding verstrekt in een vliegschool van de Belgische Krijgsmacht, die de militaire leerling de kennis en de vaardigheid bijbrengt om als gezagvoerder van een helikopter onder de zichtvliegvoorschriften vertrekken uit en naderingen op luchthavens, overlandnavigaties, acrobatische basisoefeningen en de nodige urgentiemaatregelen in geval van nood uit te voeren; houder van een Belgisch militair brevet van helikopterpiloot : de persoon die : a) ten minste geslaagd is voor de elementaire vliegopleiding en voor de basisopleiding voor het besturen van helikopters;b) in werkelijke dienst is en deel uitmaakt van het gebrevetteerde varend personeel van de Belgische Krijgsmacht, of sinds minder dan drie jaren de werkelijke dienst als lid van het gebrevetteerde varend personeel van de Belgische Krijgsmacht verlaten heeft; houder van het hoger brevet van helikopterpiloot : piloot die een volledige opleiding tot bestuurder van helikopters heeft genoten in de vliegscholen van de Belgische Krijgsmacht en die bekwaam is in het besturen van één- of meermotorige, één- of meerpiloot helikopters; complementair transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht : theoretisch examen afgelegd door de houder van een hoger brevet van helikopterpiloot, die gebrevetteerd werd vóór 1 maart 2006, na het beëindigen van een door de Belgische Krijgsmacht georganiseerde complementaire vorming met het oog op het verwerven van de theoretische kennis vereist voor het besturen als gezagvoerder van meerpiloot helikopters. Het complementair transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht wordt gedefinieerd in bijlage 2; aanvullende opleiding voor het besturen van éénmotorige of meermotorige vliegtuigen in éénpiloot operaties : aanvullende academische en practische vorming georganiseeerd door de Belgische Krijgsmacht ten behoeve van helikopterpiloten met het oog op het verwerven van de vaardigheden vereist voor het besturen van éénmotorige of meermotorige vliegtuigen in éénpiloot operaties; koninklijk besluit van 21 juni 2004 : koninklijk besluit van 21 juni 2004 tot regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van helikopters; koninklijk besluit van 10 januari 2000 : koninklijk besluit van 10 januari 2000 tot regeling van de burgerlijke vergunningen van bestuurder van vliegtuigen; directeur-generaal : de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Luchtvaart. § 2. De afkortingen die in dit besluit worden gebruikt, krijgen de volgende betekenissen : JAR (Joint Aviation Regulations) : gemeenschappelijke luchtvaartregelgeving uitgegeven door de J.A.A. (Joint Aviation Authorities), het organisme dat verbonden is aan de Europese Conferentie voor de burgerluchtvaart (ECAC) en dat de regelingen heeft uitgewerkt om samen te werken aan de ontwikkeling en het in werking stellen van gemeenschappelijke regels (codes JAR) op alle domeinen die betrekking hebben op de veiligheid van de luchtvaartuigen en van hun exploitatie;

JAR-FCL (JAR-Flight Crew Licensing) : gemeenschappelijke regels die door de J.A.A. zijn uitgewerkt op het gebied van de vergunningen van het stuurpersoneel;

PPL (A) : JAR-FCL afkorting voor de vergunning van privaat bestuurder (vliegtuigen);

CPL (A) : JAR-FCL afkorting voor de vergunning van beroepsbestuurder (vliegtuigen);

IR (A) : JAR-FCL afkorting voor de bevoegdverklaring instrumentvliegen (vliegtuigen);

ATPL (A) : JAR-FCL afkorting voor de vergunning van lijnbestuurder (vliegtuigen);

FI (A) : JAR-FCL afkorting voor de bevoegdverklaring vlieginstructeur (vliegtuigen);

MCC : JAR-FCL afkorting voor Multi-crew Cooperation, samenwerking van de bemanning. HOOFDSTUK II. - Algemeen

Art. 2.Dit besluit beoogt het vastleggen van de voorwaarden voor het bekomen van de burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van vliegtuigbestuurder door houders van Belgische militaire brevetten van helikopterpiloot.

De bepalingen van het koninklijk besluit van 10 januari 2000 waarvan niet wordt afgeweken door dit besluit, blijven van toepassing op de houders van een Belgisch militair brevet van helikopterpiloot die een burgerlijke vergunning of bevoegdverklaring willen krijgen, wedergeldigmaken of hernieuwen.

Art. 3.Op grond van dit besluit wordt er geen enkele vergunning uitgereikt aan een aanvrager die geschrapt werd uit het gebrevetteerde varend personeel van de Belgische Krijgsmacht om de reden bepaald in artikel 23, 1°, artikel 23, 2°, artikel 25, 1° of artikel 25, 2° van het koninklijk besluit van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de Krijgsmacht.

Art. 4.Er wordt geen vergunning uitgereikt in toepassing van dit besluit tenzij de aanvrager terzelfdertijd een klasse of type bevoegdverklaring verkrijgt op de burgerlijke vergunning van vliegtuigbestuurder.

Art. 5.Ter ondersteuning van elke aanvraag om een vergunning moet de aanvrager een attest voorleggen met vermelding van de voorwaarden van dit besluit waaraan hij beantwoordt voor het bekomen van een JAR-FCL vergunning van vliegtuigbestuurder en de bijbehorende bevoegdverklaringen.

Het attest, waarvan het model vastgelegd wordt in bijlage 1 blijft geldig : 1° gedurende drie jaren vanaf de datum van afgifte indien de aanvrager op die datum in werkelijke dienst is;2° indien de aanvrager niet meer in werkelijke dienst is, gedurende drie jaren na de datum waarop hij de werkelijke dienst verlaten heeft. HOOFDSTUK III Vergunning van privaat bestuurder (vliegtuigen) - PPL (A)

Art. 6.Om de vergunning van privaat bestuurder van vliegtuigen - PPL (A), te verkrijgen, moet de aanvrager : 1° het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen met de vermelding dat hij houder is van ten minste een Belgisch militair brevet van helikopterpiloot;2° een vliegervaring van ten minste vijfenveertig vlieguren op vliegtuigen aantonen;3° indien hij gebrevetteerd werd vóór 1 maart 2006 : a) hetzij slagen voor het examen over de materie luchtvaartreglementering en ATC-procedures voor het bekomen van ten minste een PPL (A);b) hetzij het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen waarin vermeld wordt dat hij geslaagd is voor de volgende onderdelen van het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht : i) het deel 1; ii) ten minste de materie luchtvaartreglementering en procedures voor de luchtverkeerscontrole van het deel 2; 4° indien hij gebrevetteerd werd na 1 maart 2006, het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen met de vermelding van de datum waarop het brevet werd uitgereikt;5° houder zijn van het beperkt bewijs van radiotelefonist, uitgereikt door de Minister tot wiens bevoegdheid de telegrafie en telefonie behoren, of diens gemachtigde;6° voldoen aan de vereisten inzake lichaams- en geestesgeschiktheid. HOOFDSTUK IV Vergunning van beroepsbestuurder (vliegtuigen) - CPL (A)

Art. 7.Om de vergunning van beroepsbestuurder van vliegtuigen - CPL (A) te verkrijgen, moet de aanvrager : 1° het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen met de vermelding dat : a) hij houder is van het hoger brevet van helikopterpiloot;b) hij geslaagd is voor de aanvullende opleiding voor het besturen van éénmotorige of meermotorige vliegtuigen in éénpiloot operaties;2° een vliegervaring van ten minste tweehonderd vlieguren op vliegtuigen aantonen;3° indien hij gebrevetteerd werd vóór 1 maart 2006 : a) hetzij het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen waarin vermeld wordt dat hij geslaagd is voor het deel 1 van het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht en slagen voor het examen over de materies luchtvaartreglementering en ATC- procedures, vluchtplanning en prestaties vliegtuigen voor het bekomen van ten minste een CPL (A);b) hetzij het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen waarin vermeld wordt dat hij geslaagd is voor de volgende onderdelen van het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht : i) het deel 1; ii) ten minste de materies luchtvaartreglementering en procedures voor de luchtverkeerscontrole evenals vluchtplanning en prestaties van vliegtuigen van het deel 2; 4° indien hij gebrevetteerd werd na 1 maart 2006, het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen met de vermelding van de datum waarop het brevet werd uitgereikt;5° houder zijn van het beperkt bewijs van radiotelefonist, uitgereikt door de Minister tot wiens bevoegdheid de telegrafie en telefonie behoren, of diens gemachtigde;6° voldoen aan de vereisten inzake lichaams- en geestesgeschiktheid. HOOFDSTUK V Bevoegdverklaring voor instrumentvliegen (vliegtuigen) - IR (A)

Art. 8.Om de bevoegdverklaring instrumentvliegen op vliegtuigen - IR (A) te verkrijgen moet de aanvrager : 1° het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen met de vermelding dat : a) hij houder is van het hoger brevet van helikopterpiloot;b) hij geslaagd is voor de aanvullende opleiding voor het besturen van éénmotorige of meermotorige vliegtuigen in éénpiloot operaties;c) hij houder is van de bevoegdverklaring instrumentvliegen op, naargelang het geval : i) éénmotorige vliegtuigen in éénpilootoperaties; ii) meermotorige vliegtuigen in éénpilootoperaties; 2° houder zijn van ten minste een geldige vergunning van privaat bestuurder van vliegtuigen die toelaat bij nacht te vliegen of van een geldige vergunning van beroepsbestuurder van vliegtuigen;3° een vliegervaring als bedoeld bij het koninklijk besluit van 10 januari 2000 voor het behalen van ten minste een IR (A) aantonen;4° een bijkomende vliegopleiding van ten minste tien uren gevolgd hebben op éénmotorige of meermotorige vliegtuigen, naargelang het gaat om een éénmotoren IR (A) of meermotoren IR (A).Deze bijkomende opleiding kan vervangen worden door een opleiding onder toezicht van een militair instructeur, aan boord van een militair vliegtuig, voor zover het vliegtuig adequaat is uitgerust voor instrumentvliegen; 5° indien hij gebrevetteerd werd vóór 1 maart 2006 : a) hetzij het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen waarin vermeld wordt dat hij geslaagd is voor het deel 1 van het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht en slagen voor het examen over de materies luchtvaartreglementering en ATC- procedures, vluchtplanning en prestaties vliegtuigen voor het bekomen van ten minste een IR (A);b) hetzij het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen waarin vermeld wordt dat hij geslaagd is voor de volgende onderdelen van het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht : i) het deel 1; ii) ten minste de materies luchtvaartreglementering en procedures voor de luchtverkeerscontrole evenals vluchtplanning en prestaties van vliegtuigen van het deel 2; 6° indien hij gebrevetteerd werd na 1 maart 2006, het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen met de vermelding van de datum waarop het brevet werd uitgereikt;7° slagen voor de vaardigheidstest bedoeld bij het koninklijk besluit van 10 januari 2000 voor het behalen van ten minste een IR (A).Het examen mag uitgevoerd worden met een militair vliegtuig voor zover het vliegtuig adequaat is uitgerust voor instrumentvliegen. HOOFDSTUK VI. - Klasse- en type-bevoegdverklaringen

Art. 9.Om een eerder in werkelijke dienst behaalde klasse- of typebevoegdverklaring opgenomen in de JAR-FCL op de vergunning te bekomen, moet de aanvrager het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen, waaruit blijkt dat hij houder is van de bevoegdverklaring als bestuurder van een in de Belgische Krijgsmacht gebruikt klasse of type vliegtuig voor éénpiloot operaties, opgenomen in de JAR-FCL, met vermelding van de klasse of het type.

De bevoegdverklaring voor een klasse of een type van vliegtuigen wordt op de vergunning ingeschreven indien de aanvrager voldoet aan de voorwaarden tot het wedergeldigmaken of het hernieuwen van deze bevoegdverklaring(en) zoals vermeld in het koninklijk besluit van 10 januari 2000. HOOFDSTUK VII Vergunning van lijnbestuurder (vliegtuigen) - ATPL (A)

Art. 10.De helikopterpiloot van de Belgische Krijgsmacht kan op grond van de in de vliegscholen van de Belgische Krijgsmacht gevolgde opleiding vrijgesteld worden van de theoretische examens die dienen afgelegd te worden voor het behalen van de vergunning van lijnbestuurder van vliegtuigen - ATPL (A) op voorwaarde dat de aanvrager : 1° het attest bedoeld in artikel 5 voorlegt met de vermelding dat hij : a) houder is van het hoger brevet van helikopterpiloot;b) ten minste duizend vijfhonderd vlieguren heeft uitgevoerd als bestuurder of medebestuurder van militaire luchtvaartuigen;2° indien hij gebrevetteerd werd vóór 1 maart 2006, het attest bedoeld in artikel 5 voorlegt waarin vermeld wordt dat hij geslaagd is voor deel 1 en 2 van het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht;3° indien hij gebrevetteerd werd na 1 maart 2006, het attest bedoeld in artikel 5 voorlegt met de vermelding van de datum waarop het brevet werd uitgereikt. HOOFDSTUK VIII Bevoegdverklaring vlieginstructeur van vliegtuigen - FI (A)

Art. 11.Om de bevoegdverklaring als vlieginstructeur van vliegtuigen - FI (A) te verkrijgen, moet de aanvrager : 1° het attest bedoeld in artikel 5 voorleggen met de vermelding dat : a) hij houder is van het hoger brevet van helikopterpiloot;b) hij geslaagd is voor de aanvullende vorming voor het besturen van éénmotorige of meermotorige vliegtuigen in éénpiloot operaties;c) hij houder is van de bevoegdverklaring "instructeur van vliegtuigbestuurders";2° houder zijn van een geldige vergunning voor het besturen van vliegtuigen;3° een vliegervaring aantonen als bedoeld in het koninklijk besluit van 10 januari 2000 voor het behalen van ten minste een FI (A);4° slagen in de vaardigheidstest bedoeld in het koninklijk besluit van 10 januari 2000 voor het behalen van ten minste een FI (A). HOOFDSTUK IX. - Slotbepaling

Art. 12.Onze Minister bevoegd voor de Luchtvaart is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage 1 ATTEST VOOR HET BEKOMEN VAN BURGERLIJKE VERGUNNINGEN EN BEVOEGDVERKLARINGEN VAN VLIEGTUIGBESTUURDER DOOR DE HELIKOPTERPILOTEN VAN DE BELGISCHE KRIJGSMACHT 1. Identificatie van de aanvrager Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.Attest De voornoemde aanvrager : 1° is geslaagd voor de basishelikopteropleiding;(1) 2° is houder van het hoger brevet van helikopterpiloot;(1) 3° is geslaagd in de aanvullende opleiding voor het besturen van éénmotorige of meermotorige vliegtuigen in éénpiloot operaties;(1) 4° heeft ten minste 1 500 vlieguren uitgevoerd als bestuurder of medebestuurder van militaire luchtvaartuigen;(1) 5° is houder van de klasse bevoegdverklaring voor, naargelang het geval : i.éénmotorige landvliegtuigen met zuigermotor SEP (L); (1) ii. meermotorige landvliegtuigen met zuigermotoren MEP (L); (1) 6° is houder van de bevoegdverklaring instrumentvliegen op : iii.éénmotorige vliegtuigen in éénpiloot operaties; (1) iv. meermotorige vliegtuigen in éénpiloot operaties; (1) 7° is houder van de militaire bevoegdverklaring "instructeur van vliegtuigbestuurders";(1) 8° is geslaagd voor het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht;(1) 9° is geslaagd voor de volgende materies van het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht : i.het integratie-examen piloten van de Belgische Krijgsmacht - deel 1 van het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht; (1) ii. de materie luchtvaartreglementering en procedures voor de luchtverkeerscontrole van deel 2 van het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht; (1) iii. de materie vluchtplanning en prestaties van vliegtuigen van deel 2 van het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht; (1) iv. de volledige delen 1 en 2 van het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht; of 10° is gebrevetteerd na 1 maart 2006 (datum van het brevet ............................................................); (1)(2) 11° is niet geschrapt uit het gebrevetteerde varend personeel van de Belgische Krijgsmacht om de reden bepaald in artikel 23, 1°, artikel 23, 2°, artikel 25, 1° of artikel 25, 2° van het K.B. van 13 mei 2004 betreffende het varend personeel van de Krijgsmacht.

Datum en plaats van afgifte van het huidige attest : (Identificatie en handtekening van de overheid) (1) De onnodige vermeldingen schrappen.(2) Te vervolledigen naargelang het geval. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor het bekomen van burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van bestuurder van vliegtuigen door de helikopterpiloten van de Belgische Krijgsmacht.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage 2 I. Om in aanmerking te komen, moet het complementaire transporthelikopterexamen van de Belgische Krijgsmacht voor de militaire helikopterpiloten die gebrevetteerd werden voor 1 maart 2006, ten minste bestaan uit de hierna opgesomde materies onderverdeeld in de volgende delen : 1) het integratie-examen piloten van de Belgische Krijgsmacht met het oog op het verwerven van de theoretische kennis vereist voor alle bestuurders van luchtvaartuigen in dienst bij de Krijgsmacht;2) het complementaire luchttransportexamen van de Belgische Krijgsmacht met het oog op het besturen van vliegtuigen gecertificeerd overeenkomstig de categorie JAR/FAR 25 Vervoer en de categorie JAR/FAR 23 Commuter;3) het overstapexamen helikopter van de Belgische Krijgsmacht met het oog op het verwerven van de theoretische kennis omtrent alle materies uit de ATPL (H) die niet hernomen zijn in de ATPL (A) en die vereist worden voor het besturen als gezagvoerder van meerpiloot helikopters in commerciële exploitatie. Deze materies worden afgelegd overeenkomstig de normen bepaald voor het behalen van de vergunning van lijnbestuurder van helikopters - ATPL (H) en van de vergunning van lijnbestuurder van vliegtuigen - ATPL (A) : Deel 1 Materies van het integratie-examen piloten van de Belgische Krijgsmacht : a) Algemene kennis van de luchtvaartuigen : - Turboreactoren; - Motorconstructie; - Motorsystemen; - Hulpkrachtbronnen; - Air data computer; - Vluchtbeheerssysteem (FMS); - Automatische vluchtcontrolesysteem; - Grondnabijheidwaarschuwingssysteem (GPWS); - Anti-aanvaringssysteem (TCAS); - Vluchtgegevensrecorder; - Cockpitgesprekkenrecorder; - Elektronische instrumentatie (EFIS, EICAS, ECAM); b) Meteorologie : - Klimatologie;c) Radionavigatie : - Microgolf landingsysteem (MLS); - Basisradarprincipes; - Zone-navigatie; d) Vluchtprincipes : - Transsonische aërodynamica; - Supersonische aërodynamica; - Stabiliteit; - Controle; - Limieten; - Propellers; - Vluchtmechanica.

Deel 2 Materies van het complementair luchttransport-examen van de Belgische Krijgsmacht : a) Luchtvaartreglementering en procedures voor de luchtverkeerscontrole;b) Algemene kennis van de luchtvaartuigen : elektriciteit;c) Vluchtplanning en prestaties van vliegtuigen : - Vliegtuigmassa en zwaartepuntsbepaling; - Vliegtuigprestaties voor vliegtuigen van prestatieklasse A; - Planning en opvolging van de vlucht; d) Menselijke prestaties en beperkingen : elementaire luchtvaartpsychologie;e) Operationele procedures;f) Vluchtprincipes : - Draagkrachtverlies; - Technische middelen voor de toename van Czmax; - Technische middelen voor de afname van de Cz - Cx ratio en de toename van de sleepkracht; - De grenslaag; - De aërodynamische beperkingen; - De propellers.

Deel 3 Materies van het overstapexamen helikopter : a) Luchtvaartreglementering en procedures voor de luchtverkeerscontrole : vluchten over het territorium van de contracterende Staten (helikopter); - ICAO Annex 8 : luchtwaardigheid van de luchtvaartuigen; - ICAO Annex 1 : vergunningen van het stuurpersoneel; - ICAO Annex 2 : essentiële definities, toepassing van de luchtvaartregelgeving, algemene regelgeving; - Luchtvaartterreinen/helikopterhavens; - Visuele hulpmiddelen voor de navigatie; - Nood- en andere diensten; b) Algemene kennis van de luchtvaartuigen (helikopter) : - Soorten constructie; - Gebruik van en toezicht op de werking van de motoren; - Vermogen; - Drijfuitrustingen voor noodgevallen; - Cellen en systemen van helikopters; c) Helikopterinstrumentatie : - De flight director; - De automatische piloot; - De bescherming van het vluchtdomein; - Stabiliteitsbevorderende systemen; - Waarschuwing voor overtoerental/ondertoerental van de rotor; - Tachometer; - Verbruiksaanduiding; - Betekenis van de kleursectoren; - Elektronische instrumentatie; - Magnetische detectie; d) Helikoptermassa en zwaartepuntsbepaling;e) Vluchtplanning (helikopter);f) Prestaties van helikopters;g) Operationele procedures voor helikopters;h) Vluchtprincipes voor helikopters. II. Om in aanmerking te komen, moet het theoretische opleidingsprogramma van de Belgische Krijgsmacht voor de militaire helikopterpiloten die gebrevetteerd worden na 1 maart 2006, inhoudelijk conform zijn met de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 januari 2000 voor het behalen van de vergunning van lijnbestuurder van vliegtuigen, aangevuld met die materies uit het koninklijk besluit van 21 juni 2004 voor het behalen van de vergunning van lijnbestuurder van helikopters welke niet in de syllabus voor de vliegtuigbestuurders hernomen werden (overstapcursus). De examens over deze materies worden afgelegd ten aanzien van de militaire overheid overeenkomstig de normen bepaald voor het behalen van de vergunning van lijnbestuurder van vliegtuigen ATPL (A) en helikopters - ATPL (H).

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 25 april 2007 tot vaststelling van de voorwaarden voor het bekomen van burgerlijke vergunningen en bevoegdverklaringen van bestuurder van vliegtuigen door de helikopterpiloten van de Belgische Krijgsmacht.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^